# 105 Gevallen in de Eerste Wereldoorlog
Gevallen in de Eerste Wereldoorlog
‘-Komm, ich zeig’s dir- kom ik zal het je laten zien’. We liepen naar buiten en met uitgestrekte arm en wijsvinger wees Alfred naar de uiterste punt van de steil omhooglopende wei, waar het kale hooiland werd onderbroken door een uitstekende rotspunt …
Ik was drie weken te gast bij Alfred Eder op zijn boerderij in Hintertux, aan het einde van het Zillertal. Bij aankomst heersten er tropische temperaturen in dit deel van Oostenrijk en Alfred was al druk doende de alpenweide rond zijn boerderij te maaien. De dagen erna zouden we het gemaaide gras handmatig met een hark verspreiden om het gelijkmatig te laten drogen en daarna nog eens keren om het uiteindelijk naar de hooischuur te versjouwen.
Na vier dagen was ik afgepeigerd, had ik het uiterlijk van een roodhuid en had blaren op mijn handen zo groot als een ouderwetse rijksdaalder. Maar mét Alfred was ik voldaan dat we het geschafft hadden vóór het aangekondigde onweer zou losbarsten.
’s Avonds zaten we bij elkaar in de Stube, of bij goed weer buiten op het bankje. Ik genoot van het uitzicht op de gletsjer, en samen van de Schnaps en de verhalen die we elkaar vertelden.
Ik had enkele dagen eerder een aangrijpend verhaal gelezen over een soldaat uit de Eerste Wereldoorlog. Hij vocht een zinloze strijd aan de Somme en zag hoe dagelijks zijn kameraden en ‘vijandige strijdmakkers’ aan flarden werden geschoten. Ze vielen zogenaamd voor het vaderland.
De alles doordringende stank van vuil vlees en het erbarmelijke geschreeuw had hem tot inkeer gebracht. Ten overstaan van God vroeg hij zich af wat de zin was van dit gruwelijke spektakel en of het niet van meer moed zou getuigen als hij het de rug toekeerde.
Dit verhaal, aangevuld met beelden uit mijn eigen mentale archief, vertelde ik Alfred. Hij was onder de indruk en tot vochtige ogen geroerd.
We hadden al enkele borreltjes op.
Toen veerde Alfred op. ‘Mijn grootvader is ook in de Eerste Wereldoorlog gevallen. Niet aan de Somme, maar aan de Ziller’, zei hij en nam me aan mijn arm mee naar buiten. ‘Kijk’, hij wees naar het hoogste punt van de alm achter de koeienstal, die zich tot wel honderd meter hoger uitstrekte. ‘Bij het hooien is hij uitgegleden op de steile helling en naar beneden gerold. Met zijn hoofd botste hij tegen die uitspringende rotspunt daar en zijn schedel barstte in tweeën. Dat was op 4 juni 1916, precies honderd jaar geleden.’
Mooi verhaal, zonder de
Lid sinds
18 jaar 3 maandenRol
@Dos, ik was even op
Lid sinds
10 jaar 8 maandenRol
Dos Wijnhof, Mooi van sfeer
Lid sinds
11 jaar 8 maandenRol
Schrijfcoach Odile Schmidt
Lid sinds
12 jaar 11 maandenRol
Mooi ontspannen geschreven
Lid sinds
15 jaar 6 maandenRol
Mili schreef: @Dos, ik was
Lid sinds
12 jaar 11 maandenRol
janpmeijers schreef: Dos
Lid sinds
12 jaar 11 maandenRol
Tja schreef: Mooi ontspannen
Lid sinds
12 jaar 11 maandenRol
Jij nam me mee naar mijn
Lid sinds
10 jaar 10 maandenRol
Marietje, ik ben het met je
Lid sinds
12 jaar 11 maandenRol
Dag Dos, ik hou het ook op de
Lid sinds
16 jaar 5 maandenRol
Blavatski schreef: Dag Dos,
Lid sinds
12 jaar 11 maandenRol
Mooi geschreven, Dos. Ik werd
Lid sinds
16 jaar 8 maandenRol
Los van de prettige
Lid sinds
12 jaar 6 maandenRol
Angus schreef: Los van de
Lid sinds
12 jaar 11 maandenRol
Dos Wijnhof schreef: Jij had
Lid sinds
12 jaar 6 maandenRol
Een bijzonder verhaal,
Lid sinds
10 jaarRol
Angus schreef: Dos Wijnhof
Lid sinds
12 jaar 11 maandenRol
Zillertal, nog steeds één van
Lid sinds
9 jaar 7 maandenRol
Nel Goudriaan schreef: Een
Lid sinds
12 jaar 11 maandenRol
Dos Wijnhof schreef: Vreemd
Lid sinds
12 jaar 6 maandenRol