#100 De Vader en de Zoon
De Vader en de Zoon
Jesjoea, wat lig je toch te jeremiëren.
Je bent je toch wel bewust van je goddelijke herkomst en de missie die je op aarde te vervullen hebt.
Een eeuwigheid voor je geboorte hebben we het er uitgebreid over gehad. De Geest was er ook bij; hoe kan hij ook anders.'
'Ja Vader, ik weet het allemaal nog. Maar vanmiddag was ik aan het spelen met mijn buurmeisje Maria Magdalena. We liepen de donkere ezelstal in waar papa Yehosef ook zijn timmerhout bewaart. In het vuur van het spel vroeg Maria of ze mijn piemeltje mocht zien. In mijn kinderlijke onschuld lichtte ik mijn tuniek op tot heuphoogte. Op dat moment kwam papa Yehosef binnen en ontstak in toorn. Hij gaf mij een draai om mijn oren dat ik nu nog scheel zie van de pijn.
Vader, wij hebben die eeuwigheid geleden toch afgesproken dat ik tijdens mijn aardse leven geen helse pijnen zou lijden.'
'Mijn Zoon, je zegt het zelf: geen helse pijnen. Alledaagse menselijke pijntjes horen daar niet bij. Als jij straks, over achtentwintig jaar, met duimse nagels door je voeten en handen aan het kruis gespijkerd wordt, dan pas komen die helse ongemakken op de proppen. Maar dan zul je geen ziertje pijn ervaren.
We hebben samen zoveel met je mimiek en lichaamstaal geoefend dat de mensheid aan je fysionomie niet zal kunnen aflezen dat je van pijn gevrijwaard bent. Dat geloof je me toch?'
'Jawel Vader, maar als mens ben ik ook achterdochtig geworden. Wie te snel gelooft is lichtzinnig, en als mens staat mij trouwens ook niet meer helder voor de geest waarvoor deze hele poppenkast dient.'
'Hoho, mijn Zoon. Iets meer respect voor je aardse missie. Je bent uitgezonden om een fout van mijn schepping te herstellen. Ik heb toen in het aards paradijs een boom van de kennis van goed en kwaad geplant en de eerste mensen verboden om de vruchten ervan te nuttigen. Dat is een cruciale vergissing van mij geweest. Ik had ze juist moeten aansporen om er zoveel mogelijk van te eten.
Maar eenmaal verboden, kon ik het verbod niet ongedaan maken, dat zou mijn gezag hebben ondermijnd. Maar de consequentie van het onverwijld handhaven van mijn vergissing was wel dat de mensheid zat opgescheept met een zonde, die door elke generatie zou worden overgeërfd.
Het is nu jouw taak, mijn Zoon, om door het offer aan het kruis deze erfzonde te delgen.'
'Mijn Vadertjelief, als het jouw fout is geweest, waarom moet ik er dan nu voor opdraaien? En bovendien ontgaat me de logica van jouw redenering. Zal wel komen door mijn menswording.'
'Zoonlief, de menswording heeft aan je gevreten. Je bent toch niet vergeten dat jij met mij en de Geest de onverbrekelijke Goddelijke drie-eenheid vormt en dat jij dus mede verantwoordelijk bent voor de hele schepping...
Zo is het wel genoeg geweest, Jesjoea. Ga lekker slapen. Welterusten.'
Ik logeer im Moment bij een
Lid sinds
13 jaarRol
Wat is dat toch met mensen
Lid sinds
12 jaar 7 maandenRol
Gezien je positie wordt het
Lid sinds
10 jaar 11 maandenRol
@Dos, een diepe boodschap
Lid sinds
10 jaar 9 maandenRol
Angus, Marietje en Mili, dank
Lid sinds
13 jaarRol
Leuk heel leuk om te
Lid sinds
8 jaar 6 maandenRol