#64. 150 woorden sprookje
Er waren eens twee prinsen die niets tekortkwamen en daarom zochten ze ruzie met elkaar. Ze leerden hun kinderen met wapens omgaan en staken elkaars bezittingen in brand. Toen de rook was opgetrokken besloten ze hun geblakerde landerijen te verlaten. Ze pakten hun vrouwen en wat kinderen bij elkaar en kochten van hun laatste 10.000 goudstukken elk een huifkar.
Bij de grens werden ze tegengehouden.
‘Ik ben een prins,’ zei de een.
‘Ik ben een prins.’ zei de ander.
‘Wij doen niet aan prinsen, ‘ zei de grensbeambte.
‘Dan doen wij niet aan grenzen,’ zeiden de prinsen in koor. Ze hakten het hoofd van de grensbeamte af en gaven het als speeltje aan hun kinderen.
‘Het is hier best groen. Zullen we even samenwerken?‘ vroeg de ene prins.
‘Dat is goed, maar niet te lang,’ zei de andere prins.
De prinsen werkten samen tot ze niets meer tekortkwamen.
Blij dat ik Woodpecker heb
Lid sinds
10 jaar 8 maandenRol
Dit sprookje wil ik niet aan
Lid sinds
10 jaar 8 maandenRol
Ostinato schreef: Ik begrijp
Lid sinds
11 jaar 8 maandenRol
Schrijvenmaar, Jules du lac
Lid sinds
11 jaar 8 maandenRol
Een sober sprookje. Wreed
Lid sinds
10 jaar 9 maandenRol