#62A De keus
Ze warmt haar handen boven het kampvuur. Het geknetter klinkt ondertussen vertrouwd, vonkjes ploffen de lucht in. Door de gloed van de vlammen licht het gezicht van Tristan oranje op, als hij komt aanlopen vanuit de pikzwarte nacht. Zijn donkere ogen hebben een andere glans vandaag.
Ze glimlacht en ritst haar gevoerde vest dicht. Er hangt iets in de lucht. De kilte in de bergen valt haar iedere keer opnieuw tegen. Voor ze hem leerde kennen had ze nog nooit een tent van binnen gezien, laat staan ergens in de wildernis gekampeerd. Ze moest toegeven, het had iets, een bepaald gevoel van vrijheid, al dacht ze in de kille ochtenden met haar blote achterste in de struiken er altijd weer anders over.
Maar Tristan is onweerstaanbaar. Geen enkele andere man kan aan hem tippen. En als dit zijn passie is dan kan ze zich daar wel bij neerleggen, ook al hoopte ze deze keer voor de verandering op een hotelletje. De manier waarop hij haar gisteren meevroeg voor dit weekend, bevestigt haar vermoeden. Zijn warmte omhult haar als hij naast haar gaat zitten.
‘Annabel, schat. Ik wil je iets vragen.’ Speels wikkelt hij een lok van haar haren om zijn vingers en ruikt er aan.
Haar hart bonkt in haar keel. Eindelijk!
‘Wil je met me trouwen, Annabel?’
‘Yes!’ Ze vliegt om zijn nek. Hier had ze al die maanden op gehoopt.
‘Wacht. Ik moet je iets vertellen. Iets wat heel belangrijk is en bij me hoort.’ Bijna ruw duwt hij haar van zich af. Normaal gesproken is zijn blik al indringend maar nu bezorgt het haar kippenvel. Hij kijkt omhoog, de maan schemert als een ronde bal achter wolkenslierten tussen de boomtoppen door. ‘Je wordt meer als mijn vrouw, als je toestemt in een huwelijk met mij.’
‘Hoe bedoel je, Tristan?’ Met haar wijsvinger raakt ze zijn stugge baard aan.
‘De afgelopen maanden voldeed je aan al mijn verwachtingen,’ zegt hij met een serieus gezicht.
‘Je voldoet ook aan mijn verwachtingen, hoor.’ Iets weerhoudt haar ervan in lachen uit te barsten.
‘Zo bedoel ik het niet. Je bent precies het vrouwtje dat bij me past.’ Zijn handen liggen nu heet op haar bovenbenen, zijn greep doet zelfs pijn.
‘Ik begrijp het niet helemaal. We passen goed bij elkaar, maar je hebt mij nooit je vrouwtje genoemd. Het klinkt zo neerbuigend.’
Een windvlaag laat het vuur knapperen, hij ontwijkt haar blik, een huivering trekt door haar heen.
Dan klinkt zijn lach in het donker. ‘Ach, Annabel. Ik houd zoveel van jou. Kom bij mij op schoot.’
Met een kracht die ze niet van hem gewend is trekt hij haar op schoot. Zijn spieren drukken hard tegen haar rug. Voor het eerst moet ze de neiging onderdrukken hem van zich af te duwen.
‘Je instincten zijn precies goed, Annabel. Voel je het ook?’ Zijn warme adem kriebelt in haar nek.
Ze slikt, maar de misselijkmakende brok blijft in haar keel zitten.
‘Zometeen verander ik in een wolf. Wil je mijn vrouwtje worden?’ fluistert hij in haar oor.
Dit droomt ze. Dit bestaat niet. Of toch wel? Zijn greep om haar middel wordt strakker.
‘Ik moet het nu weten. Als je ja zegt, dan hebben we een goed leven samen. Geloof me, je zult het geweldig vinden, de jacht, één keer per maand. Maar als je nee zegt… je begrijpt natuurlijk wel dat er geen getuigen mogen zijn.’
Koude ijspegels kruipen haar ruggenwervel omhoog.
‘De keus is aan jou. De bewoonde wereld is ver hier vandaan. Ik moet het nu weten… Annabel….’
Een enorme cliffhanger!
Lid sinds
10 jaar 9 maandenRol
Dankje Anne Die arme
Lid sinds
9 jaar 7 maandenRol
Meta Boonstra, Mooi plot - ik
Lid sinds
11 jaar 8 maandenRol
Dankje voor je reactie,
Lid sinds
9 jaar 7 maandenRol
Dag Meta, een spannend
Lid sinds
16 jaar 5 maandenRol
Originele invulling met een
Lid sinds
10 jaar 10 maandenRol
Blavatski schreef: Dag Meta,
Lid sinds
9 jaar 7 maandenRol
Marietje schreef: Originele
Lid sinds
9 jaar 7 maandenRol
Leuk bedacht, het deed me aan
Lid sinds
10 jaarRol
Bedankt voor je reactie
Lid sinds
9 jaar 7 maandenRol