Terug naar de basis: schrijf!

Terug naar de basis: schrijf!Als kind kreeg ik het voor elkaar om twee boekjes te schrijven op de basisschool. Het eerste was Claire en Tim bij de woeste trollen, geschreven in groep zes. Mijn inspiratie kwam van de Suske en Wiske strips; twee avontuurlijke hoofdfiguren die door spelingen van het lot in gekke situaties terechtkomen. Het middel was de computer, destijds nog met WordPerfect. Ik heb veel goede herinneringen aan dat typische blauwe scherm met de witte letters. Het plot werd niet van te voren uitgedacht. Het enige belangrijke was dat er een begin, midden en einde was en dat het natuurlijk flink spannend moest zijn. Research was niet nodig, ik kon gewoon mijn fantasie lekker laten vloeien.

Dat research doen, kwam bij mijn volgende boekje wel om de hoek kijken. Voor Een kast vol met goud pakte ik een wandelboek van Limburg erbij. Mijn helden zouden namelijk in het boek een voettocht maken van Baexem naar een van de meest noordelijke plaatsen in Limburg, Mook. Dat moest natuurlijk wel geloofwaardig zijn. Ook van dit boekje heb ik geen herinneringen aan het maken van personagekaarten met karaktertrekken, uiterlijke eigenschappen en ontwikkelingen. Een hoofdstukindeling met plotwendingen, ingewikkelde diagrammen en planningen waren al helemaal niet aan de orde. Wel pakten we het geheel wat professioneler aan; een omslag op de computer gemaakt door mijn broer, de flaptekst werd geschreven door mijn moeder en het drukwerk geschiedde door mijn vader. Al met al een uitgave van ‘v. Melick producties’.

Lang hield het helaas niet stand, want kort daarna ging ik naar de Middelbare school en verdween het schrijven naar de achtergrond. De keren dat er toen nog iets op papier verscheen, waren het losse flodders of opstellen voor Nederlands.

Nu, vele jaren later, zit ik me soms op te vreten voor de laptop. Het verhaal zit in mijn hoofd, is in kaart gebracht op allerlei mogelijke manieren met collages, mindmaps, tijdlijnen, informatieverzameling enzovoorts…. Het probleem: ik krijg het niet op papier. Ik verkramp, denk teveel aan hoe het zou moeten worden en hoever ik daar nu nog vanaf zit. Natuurlijk ben ik ook nog eens bezig om alle geleerde schrijfregeltjes toe te passen. Mijn interne criticus (dat vervelende mannetje dat altijd met zijn vettige stem in mijn oor zit te zeuren dat het allemaal zinloos is) zet zich op allerlei mogelijke manieren in om mij van het schrijven af te houden. Terwijl ik gewoon schrijfuren moet maken. Bloed, zweet en tranen. Ploeteren.

Terug naar de basis: schrijf!Om daar doorheen te komen ga ik in gedachten terug naar mijn kindertijd. Toen was ik er helemaal niet mee bezig wat anderen ervan zouden vinden. Ik genoot er gewoon van. Van zinnetje na zinnetje op papier krijgen, die samen één verhaal zouden vormen met een kop en een staart. Hoe doe ik dat? Eigenlijk simpel, ik kijk naar een foto van vroeger en probeer het gevoel van ongedwongenheid en openheid voor alles om mij heen op te roepen. Vervolgens begin ik gewoon met tekst op papier krijgen, daar waar ik gebleven was. De eerste woorden zullen misschien iets simplistisch hebben maar gaandeweg verschijnen de betere en mooiere zinnen op papier. En na een bladzijde heb ik weer een scène bij elkaar. Nog een tijd later een hoofdstuk, de lijn wordt alinea voor alinea uitgezet. Eerst schrijven, schrijven en nog meer schrijven en dan… juist, herschrijven. Totdat er een compleet en kloppend verhaal tevoorschijn komt uit al het kneden, bijsnijden en bewerken. En ja, dat zal nog even duren.

Sandra van Melick (1986) was als kind al een dromer, altijd bezig met verhaaltjes verzinnen. Dit resulteerde in twee boekjes, geschreven op de lagere school. Na haar studie HBO Toerisme is ze gaan werken in de hotellerie, maar het schrijversbloed bleef stromen. Inmiddels heeft ze de opleiding ‘Redacteur worden’ aan de Schrijversacademie afgerond en is ze bezig met haar eerste roman. Daarnaast schrijft ze voor een regionale weekkrant en na de zomer start ze met haar eigen bedrijfje als Schrijfcoach. Wil je meer van Sandra lezen? Bezoek haar weblog. 

Uitgeven

Techniek

Comments

Mijn interne criticus (dat vervelende mannetje dat altijd met zijn vettige stem in mijn oor zit te zeuren dat het allemaal zinloos is) zet zich op allerlei mogelijke manieren in om mij van het schrijven af te houden.
Van mijn interne criticus (een beeldschone vrouw, die altijd met haar zwoele stem in mijn oor fluisterd dat het allemaal zinvol is) hoef ik de afwas niet te doen als ik aan het schrijven ben.