#62 Epidaurus
Ik zie de stofwolkjes rond mijn voeten als ik door het eeuwenoude zand slof. Midden in de orchestra sta ik stil, een bruingrijzig waas blijft over mijn tenen liggen.
“Hé!”
Ik kijk op en laat mijn blik onwillekeurig over het theater glijden. Ik dacht dat ik alleen was.
“Hé, jij daar!”
Ergens op de bovenste rij lijkt iemand te zitten, maar het is te ver weg. Vruchteloos probeer ik mijn blik te focussen. Onzin, natuurlijk. Ik moet het me verbeeld hebben. Zijn stem was te duidelijk om van zo ver te komen. Allemachtig wat is dat ver weg. Draaiend op mijn hielen laat ik mijn blik nog eens over de eindeloze rijen zitplaatsen gaan. Een aangename duizeling. Ik heb wel gehoord dat het andersom kan, dat je alles wat hier beneden gebeurt daarboven in detail hoort. Wat een macht om hier te staan. Ik open mijn mond voor een toespraak, maar sluit hem hoofdschuddend. Een lied, een lied moet het wezen. Ik voel hoe de lach een korte ruk aan mijn schouders geeft. Een lied.
“Hé, ik heb het tegen jou.”
Ik weet niet meer waarheen ik draai, maar zie hem naar beneden komen. Dit kan echt niet waar zijn.
“Wat doe jij hier?”
“Jou eren,” antwoord ik dommig, voor een lach mij ontsnapt. “Jou eren!” Ik schater het haast uit.
“Eren? Te schande maken, zul je bedoelen.”
“Pardon?”
“Kijk nou eens naar jezelf.”
“Ik weet het. Daarom ben ik ook hier.”
“Waarom?”
“Om te genezen.” Ik wijs over mijn schouder naar het heiligdom en moet weer grinniken, maar hij blijft mij woest aankijken. Toch is het waar. Ik hoopte te genezen. Kracht te vinden, mijn oude kracht. Al verwachtte ik natuurlijk niet echt hulp van de goden. De goden, schamper ik in mezelf. En dan voel ik ineens de woede opborrelen:
“Wat kom jij mij eigenlijk verwijten maken? Zonder jou was dit nooit gebeurd. Kijk jij maar eens naar jezelf, meneertje Groot en Machtig. En kijk dan naar mij en weet dat dit jouw schuld is.”
“Mijn schuld? Jij, jij hebt jezelf niet in de hand en misbruikt wat ik geef!”
“Misbruik. Misbruik. Jij misbruikt de hele wereld voor jouw pleziertjes.”
“Jij verdient de ellende die je voelt.”
“Jij verdient het verval dat ik hier zie. De vergetelheid.”
“De vergetelheid die je zoekt voor jezelf?”
Plotseling voel ik me overvallen door vermoeidheid. Een eindeloze, onuitsprekelijke vermoeidheid. Ik plof neer op de eerste rij stenen.
“Het spijt me,” hoor ik mezelf zeggen en ik voel hoe ik het meen. Hoe zeer het mij spijt. In iedere vezel. Zijn blik lijkt onbewogen. Mijn hoofd zakt in mijn handen.
Dan prikt hij kort met zijn thyrsos in mijn zij en zegt: “Mooi. Dat is een begin.”
Schrijvenmaar, Mooi stuk, ik
Lid sinds
11 jaar 8 maandenRol
dank voor je reactie,
Lid sinds
10 jaar 8 maandenRol
Schrijvenmaar, ik werd dus op
Lid sinds
11 jaar 8 maandenRol
Dag schrijvenmaar, Ik zou
Dag schrijvenmaar. Ik had je
Lid sinds
9 jaar 11 maandenRol
Hoi, Pas het laatste jaar
Lid sinds
9 jaar 5 maandenRol
Dag schrijvenmaar, wat een
Lid sinds
16 jaar 5 maandenRol
Woodpecker schreef: Dag
Lid sinds
10 jaar 8 maandenRol
Marcker schreef: Dag
Lid sinds
10 jaar 8 maandenRol
Annemieke Brink
Lid sinds
10 jaar 8 maandenRol
Blavatski schreef: Dag
Lid sinds
10 jaar 8 maandenRol
Ha Schrijvenmaar, Wat een
Lid sinds
9 jaar 6 maandenRol
Dank voor je reactie,
Lid sinds
10 jaar 8 maandenRol
Een heel mooi en goed
Lid sinds
18 jaarRol
schrijvenmaar schreef: Ik ben
Lid sinds
10 jaar 10 maandenRol
Ik sluit me aan bij Marietje.
Lid sinds
10 jaar 9 maandenRol
Je hebt je echt in het
Lid sinds
15 jaar 6 maandenRol
Dag schrijvenmaar, Als 'Ik
Woodpecker schreef: Dag
Lid sinds
10 jaar 8 maandenRol
Tja schreef: Je hebt je echt
Lid sinds
10 jaar 8 maandenRol
Petra, Marietje en Anne, ook
Lid sinds
10 jaar 8 maandenRol
schrijvenmaar schreef: en ja,
Lid sinds
10 jaar 10 maandenRol