Wekelijkse schrijfopdracht #57 - Dubbel bedrog

‘Ben je er dan nu echt klaar mee?’ ‘Hartstikke, meer dan klaar. Dit was de spreekwoordelijke druppel. Ik ga nooit meer terug.’ ‘Dat zei je de vorige keer ook.’ ‘De vorige keer was anders, toen was er nog een kleine kans. Een hele kleine, weliswaar, maar in iedere geval een kans. Die kans heeft hij nu niet meer. Hij heeft het volledig verpest.’ ‘Je hebt me nog steeds niet verteld wat er gebeurd is.’ ‘Moet dat dan? Hij heeft het goed verknald, dat is één ding wat zeker is.’ ‘Is hij vreemd gegaan?’ ‘Nee, natuurlijk niet. Je weet toch dat hij me zoiets nooit zou aandoen. Bovendien zou ik vreemdgaan niet eens zo heel erg vinden. Daar zouden wij wel weer bovenop komen. We hadden trouwplannen, snap je, Evelien? Trouwplannen, dan verbreek je niet zomaar een relatie.’ ‘Roos ga alsjeblieft zitten, ik schaam me dood.’ ‘Opper dan ook niet zo’n idiote situatie.’ ‘Maar wat is er dan gebeurd? Is hij erachter gekomen dat jij je je rijker voordeed dan je eigenlijk was?’ ‘Kun je het nog harder zeggen? Binnenkort weet het hele terras dat ik me wat belangrijker heb voorgedaan om zijn aandacht te trekken. Al die moeite voor helemaal niets. Weet je wel niet hoe lastig het is om een winkel te vinden waar je nog geen merkkleding gekocht en weer geruild hebt? Heb jij enig idee hoeveel moeite ik voor hem gedaan heb, om me te schikken naar hem?’ ‘Wat kan hij dan in hemelsnaam gedaan hebben dat je opeens niets meer met hem te maken wil hebben?’ ‘Hij bleek geen miljonair te zijn. Het huis was niet van hem, hij droeg geen dure maatpakken en die limousine met chauffeur was gehuurd.’ ‘Meen je dat nou?’ ‘Ja, ongelooflijk of niet dan? Ik zag het kaartje uit zijn jasje piepen en toen wist ik genoeg. Ik ben zo boos op hem ik kan dit tafeltje wel in het weiland gooien.’ ‘Ik bedoelde eigenlijk of dat serieus de reden was dat je boos op hem bent.’ ‘Hoe bedoel je?’ ‘Betekent dat niet dat hij juist veel voor je over heeft, zichzelf naar jou probeert te schikken?’ ‘Je snapt het echt niet, of wel?’ ‘Roos, je laat dat tafeltje staan. Roos, zet het nu onmiddellijk neer, hoor je me?’