Abonnees profiteren van extra voordelen.
Taal in de spiegel
Na zeventien jaar België, ben ik nog steeds geen Belg en zal ik er nooit een worden. Door mijn dagelijkse confrontatie met de verschillen tussen het Vlaams en het Nederlands ben ik zeer taalalert geworden en ben ik me voortdurend bewust van de manier waarop Vlamingen met hun taal omgaan. Mijn collega’s kennen mijn taalgevoeligheid, vragen om advies en worden af en toe moe van mijn eindeloze opmerkingen over taal- en woordgebruik.
Zo botst mijn dagindeling nog steeds met die van hen. Mijn morgen duurt tot twaalf uur, terwijl zij al vanaf elf uur goedemiddag zeggen. Als ik iets ’s middags wil afspreken, krijg ik prompt de vraag of ik daarmee de namiddag bedoel. Terwijl zij mij weer verwarren als ze al om vier uur goedenavond zeggen. Maar niet alleen mijn dagindeling botst, ook mijn taalgebruik heb ik in al die jaren niet echt aangepast.
Als enige kom ik ’s morgens op het werk aan en doe ik het raam open. Mijn collega’s komen toe en doen de venster toe. Vervolgens zetten ze de chauffage op, want ze vinden het koud in de bureau. Voordat ze een stylo uit hun schuif nemen om aantekeningen te maken, halen ze een tas koffie aan het koffiemachien. Ik draag graag een jurk en mijn nieuwste aanwinst wordt begroet met ‘wat een schoon kleedje’.Tijdens, tussen, de middag eten we onze boterhammekes en hebben we het over de Bekende Vlamingen, de BV’s, uit de blaadjes (De Story en Dag Allemaal). Iemand kan niet op de naam van een van hen komen en als een ander hem omschrijft zegt ze: ‘Het is die, die ik bedoel. Ik heb ze gisteren nog op de TV gezien.’ En dan gaat het over slechts één vrouw.
We ruimen de vaatwasser in en de collega van dienst wil hem opzetten waarna ik hem plagend terechtwijs dat dat niet gaat omdat er alleen een aan-/uit knop op de machine zit. Een vergelijkbaar plagerijtje betreft de bus of trein, waar Vlamingen graag op zitten en af stappen. Mij lijkt het daarbovenop veel te koud.
In de namiddag, ’s middags dus, neem ik met een collega een verslag door, overlopen we enkele aandachtspunten en bekijken we of die goed zijn opgevolgd. Daarna breng ik een andere collega op de hoogte van onze voortgang, zodat ik op mijn to-do-lijstje kan aangeven dat hij is verwittigd. Als ik een paar uur later aanstalten maak om naar huis te gaan, zegt een collega ‘gaat ge door?’ Mijn antwoord is dan: ‘Ja, ik ga.’ Dan pak ik mijn sacoche. Want mijn handtas ging de deur uit en ik adopteerde deze Vlaamse variant.
Als ik ’s avonds thuiskom is mijn zoon zijn botten aan het zoeken. Hij gaat ze meepakken op zeeklassen. Inmiddels weet ik dat hij zijn laarzen, botten komt van het franse bottes, wil meenemen als hij met de klas een week naar zee gaat. Overigens schuilt in het bovenstaande nog een ander fenomeen. Het werkwoord zullen hoor ik hier zelden of nooit. In plaats daarvan wordt de toekomende tijd aangegeven met het werkwoord gaan. Wat tot zinnen als ‘We gaan gaan’ kan leiden.
Als taalneuroot voer ik regelmatig gesprekken over al deze taalverschillen. Ik vind het dan ietwat ironisch als mijn vrienden verzuchten dat het Nederlands doorspekt is met leenwoorden.
Melissa Wouters (Eindhoven, 1959) is opgeleid tot jeugdbibliothecaris en publiceerde de gedichtenbundel ‘Beelden kunnen spreken’ in eigen beheer. Ze schoolt zich nu pas echt in de Literaire Creatie op een tweejarige opleiding in Hasselt en oefent bovendien dagelijks de kunst van het dichten op mijn.appelboom.be
Techniek
- Login of registreer om te reageren
Elk nummer een nieuw schrijfthema.
55% korting voor abonnees van Schrijven Magazine!
Door ervaren, professionele redacteuren. Goed én betaalbaar!
Comments
Erg leuk stukje!
Erg leuk stukje!
Heel vermakelijk
Heel vermakelijk
Leuk gedaan zussie! X
Leuk gedaan zussie!
X
Zouden wij (Vlamingen) ook
Zouden wij (Vlamingen) ook
@HeidiL - graag! Een antwoord
@HeidiL - graag!
Een antwoord
Erg herkenbaar de 'kromtaal'
Erg herkenbaar de 'kromtaal'
Zeer 'geestig', Melissa,
Zeer 'geestig', Melissa,
Mijn gebruikte 'kromtaal' in
Mijn gebruikte 'kromtaal' in