Wekelijkse schrijfopdracht #50 – Een kind in een boom / Weemoed

15 april 2015 - 17:17
Je gaat zitten op je terras, met een glas wijn. Witte. Want het is nog vroeg in de middag. Eigenlijk te vroeg, voor wijn. Maar het is een vrije dag en het terras is klaar voor de zomer en je vindt dat je een beloning verdiend hebt. Dus waarom niet? Het leven is kort, ook al lijkt het dat vandaag uit alle macht te willen ontkennen. De zon laat de temperatuur al naar een zomerse hoogte stijgen, een lichte bries verkoelt en de vogels bakenen met luid gefluit hun eigen terrassen af. 'Niet te hoog, Richard,' klinkt het vanuit twee tuinen verder schel maar liefdevol. Hoe oud zou hij nu zijn, denk je, als je naar de jongen kijkt die, de waarschuwing van zijn moeder negerend, onverstoorbaar zijn weg vervolgt naar de top van een kastanjeboom. Elf? Twaalf? Zoiets zal het zijn. Een mooie naam; Richard. Zo'n naam die je niet verkleinen kunt. Richardje, dat klinkt lelijk, dus dat zeg je niet. Het zou je op vreemde blikken komen te staan. Je vraagt je af of dat een voordeel is, als je |Richard heet, en of dat je dan al vroeg onderscheidt van Jantjes, Kareltjes en Henkies. Dat je dan eerder door hebt dat het leven een ernstige zaak is, en kort. Ondertussen zie je dat Richard is gaan zitten op de hoogste tak die dik genoeg is om zijn gewicht te dragen. Hij lijkt op zijn gemak, alsof hij zich geen zorgen maakt over de weg naar beneden, die vaak moeilijker is. Vanaf die hoogte, zo'n vijftien meter schat je, moet hij de stad kunnen zien; de Dom, de brug over de rivier, de markt, het station, de kantoren: het leven. Twee glazen wijn later zit hij er nog. Hij draait zich om en zwaait naar je. Je zwaait terug en heft het glas. Hij glimlacht. Je leest er iets van triomf in, wat je vanaf deze afstand helemaal niet kunt herkennen. Net zomin als hij de weemoed kan zien van het plotse verlangen naar de tijd dat ook jij dacht dat je onsterfelijk was.

Lid sinds

9 jaar 10 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
19 april 2015 - 12:19
Een heerlijk zonnige dag om terug te denken aan die tijd van vroeger, waar we nog onschuldig en onwetend zijn en om te beseffen dat de tijd (te) snel gaat.