Lid sinds

10 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker

# 39 Mijn Eden

2 februari 2015 - 11:06
Vroeger. Ik denk automatisch aan de tijd dat ik nog bij mijn ouders in huis woonde. Die vroeger is een periode waar ik liever niet te diep over na denk. Maar op dit moment lukt het me niet om mijn gedachten een andere richting in te sturen. Nu zit ik al tien minuten in mijn man´s fauteuil en duw elke herinnering die boven dreigt te komen terug naar waar het vandaan komt. Dieper als het kan, met wat kit erbovenop. Die kit is mijn allerbeste herinnering uit die tijd. Zo lief en dierbaar dat die zelfs in mijn dromen - tegenwoordige tijd - een belangrijke rol speelt. Mijn opgroei-omgeving; mijn Eden. Kom, ik neem u mee om het te laten zien. We stappen uit de achterdeur van mijn ouderlijk huis, het stomme gekoer van vaders mooie sierduiven tegemoet. Langs de volière lopen we het hekje uit en horen meteen tientallen spelende kinderen. Het ruikt hier naar rozenbottelstruiken die twee kanten van het grasveldje voor ons omringen. We lopen schuin over het veldje de heuvel op en zien voor ons het plein van de openbare school. “Pas op meisje!” schreeuwt plotseling een man en u trekt mij nog net op tijd naar achteren. Ik voel al mijn haren omhoog prikken en mijn hartslag zit in mijn keel. Eden heeft maar één nadeel. Fietspaden. Alhoewel. “Wacht op mijn teken,“ roep ik terwijl Ik naar rechts ren, de bult af. Beneden aangekomen kijk ik twee kanten op en draai me dan om naar u toe. “Ja, het kan!” Ik zwaai met mijn armen en daar komt u aan. Op mijn fiets. Trappend, zo hard als u kan en dan halverwege de benen stilhoudend komt u naar beneden gesuisd. De bocht maken durft u niet, dus rijdt u rechtdoor het voetpaadje op. Ik spring net op tijd aan de kant. Gelukkig voor u, er is geen stoeprandje. Het pad is smal en omgeven door hoge dorre hagen. Bijna aan het einde, aan de rand van Eden, staat de fiets eindelijk stil. Hier ruikt het nog sterker naar rozenbottels, maar ook naar pas gemaaid gras. Rechts achter de haag staat mijn school, de christelijke. Kom gaan wij snel naar links, daar kunnen we ons door een gat in de heg wurmen en staan we op het voetbalveld. Hier zijn al de spelende kinderen plotsklaps verdwenen. Wat heb je ook aan een enorm groot grasveld als je zoveel steegjes, bosjes, bomen - zelfs een heel speelbos- en verstop plekjes hebt. We steken dus maar rennend, schuin links, de korte kant van het grote grasveld over richting de groene bult die bedekt is met gras, bosjes en een groep berkenbomen. Net boven het gras uit zien we de bovenkant van ons gymlokaal. Die staat op het terrein van de openbare school. Hijgend en warm komen we boven aan. Gelukkig dit keer niet overreden door een fiets. Rechtsaf gaan we hinkelend de lange trap af naar het onderste plein. Rechts achter de steeds hoger wordende muur staat de gymzaal die ook een eigen plein heeft. Daar voor ons in het hoekje van dat plein is een extra muurtje gemetseld. Geen idee waar dat voor is, maar het is mijn favoriete verstop plek voor als mijn moeder mijn naam roept en ik thuis moet komen. Maar naar huis wil ik nog niet. Ook niet nu ik zeer hoog nodig plassen moet. Linksaf, precies aan de overkant van het schoolplein is een smalle gang. Daar aan het einde klim ik op een muur. Ik sta nu in de bosjes die zo hoog zijn dat ik het gevoel hebt te stikken. Dat wordt nog eens versterkt door de geur. Het stinkt hier net zo erg als bij de inham van de kerk in Groningen. Dus hier ga ik alleen maar heen in hoge nood. Voorzichtig ga ik tussen muur en struik omhoog. Helemaal boven draai ik mij langzaam om. Met de koude muur tegen mijn rechterarm en prikkels in mijn linkerarm kijk ik even later naar het stroompje dat zich langzaam naar beneden krult, precies door een al bestaand geultje. “Zie je het al?” roep ik naar beneden. Maar u bent al weg, jammer, want we hebben nog maar een klein stukje ontdekt van mijn opgroei-omgeving; mijn Eden.

Lid sinds

10 jaar 10 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
2 februari 2015 - 14:59
Een mooi verhaal, Maja. Ik moest wel even wennen aan de vorm waarin je het schrijft. Het duurde even voordat ik doorhad dat ik 'u' was. Het zorgde er wel voor dat je me meenam in je verhaal.

Lid sinds

10 jaar 11 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
2 februari 2015 - 20:48
Interessant verhaal! :thumbsup: Je begint met het terugduwen van de herinneringen aan vroeger waarmee je de suggestie geeft dat die akelig zijn. Als ik het verhaal helemaal hebt gelezen heb ik niets akeligs ontdekt. Moet dat nog komen? De vorm is origineel al vind ik het 'u' een enorme afstand scheppen. Maar wellicht kom je uit België waar u een hele normale aanspreekvorm is. [het stomme gekoer van vaders mooie sierduiven tegemoet.] deze zin heeft een opvallende tegenstelling. Dit raadsel wordt voor mij als lezer niet duidelijk in het verhaal. En dat allemaal door je handen te masseren? ;) Graag gelezen! :)

Lid sinds

12 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
2 februari 2015 - 21:23
Vanaf "Wacht op mijn teken" ging ik met je mee en had ik inderdaad het gevoel dat een meisje mij de plekken uit haar jeugd liet zien. Op een heel originele manier. Met veel plezier gelezen, ik rook de rozenbottels! En het woord handcreme komt er niet in voor, ook een plus! ;)

Lid sinds

10 jaar 9 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
2 februari 2015 - 21:44
Een beetje zoals Marietje al opmerkte; Er leek iets akeligs aan te komen. Maar het kwam niet. Is het uiteindelijk toch gelukt om de nare herinneringen te vervangen voor fijne? Een prettig verhaal om te lezen. Dat vond ik opvallend.

Lid sinds

10 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker
3 februari 2015 - 9:04
Het was een enorme lap tekst geworden vond ik zelf. :o Dank voor het lezen en jullie reacties. Hoi Marietje
Je begint met het terugduwen van de herinneringen aan vroeger waarmee je de suggestie geeft dat die akelig zijn. Als ik het verhaal helemaal hebt gelezen heb ik niets akeligs ontdekt. Moet dat nog komen?
Herinneringen die akelig zijn heb ik weggeduwd. Dus gaat het verhaal over datgene wat er voor in de plaats is gekomen. Goede herinneringen. Misschien ooit, schrijf ik de slechte herinneringen van mij af.
[het stomme gekoer van vaders mooie sierduiven tegemoet.]
Ik vond de duiven van mijn vader prachtig, maar dat koeren van die beestjes vond ik maar niks. Ze maakten mij ook wakker 's morgens.

Lid sinds

10 jaar 9 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
3 februari 2015 - 21:51
“Zie je het al?” roep ik naar beneden. Maar u bent al weg, jammer, want we hebben nog maar een klein stukje ontdekt van mijn opgroei-omgeving; mijn Eden.
Een hele lap tekst inderdaad. Je nam me mee doorheen een prachtige reeks beelden. Bij het bovenstaande was ik echter verward: zijn de 'je' en de 'u' twee verschillende mensen?

Lid sinds

10 jaar 9 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
4 februari 2015 - 9:00
De overgang van de negatieve herinnering naar het Eden klopt niet, maar is volgens mij makkelijk te verbeteren. Je kunt in enkele woorden uitleggen dat je, juist om het ouderlijk huis te ontvluchten, vele gelukkige uren buiten doorbracht (in plaats van de wonderlijke kit-overpeinzing) en zo je lezer in de juiste stemming brengen die je fraaie beelden verdienen.

Lid sinds

10 jaar

Rol

  • Gewone gebruiker
4 februari 2015 - 9:35
Bij het bovenstaande was ik echter verward: zijn de 'je' en de 'u' twee verschillende mensen?
Nee, geen twee verschillende mensen. Dat moet inderdaad 'u' zijn. hallo schrijvenmaar Dank voor je reactie. Ik pas het aan.