Wekelijkse schrijfopdracht #37 - Doodkapje
Iedereen kent het verhaal van Roodkapje. Ze gaat op weg naar haar zieke grootmoeder in het bos. Aan haar arm een mandje met wat brood, een fles wijn. Onderweg ziet ze bloemen tussen de bomen. Wat zal haar grootmoeder daar blij mee zijn. Roodkapje besluit van het pad af te gaan en tussen de bomen de bloemen te plukken. Ongemerkt gaat ze steeds dieper het bos in. Dan hoort ze een geluid. Geschrokken draait ze zich om en ziet …
Een wolf!
Ze ziet zijn silhouet tegen het laatste licht van de dag. Het beest staat op een meter of vijftig doodstil in het midden van het pad, met de oren gespitst en kijkt strak in de richting van Roodkapje. Heel voorzichtig, bang om veel geluid te maken, doet ze een paar passen achteruit, intussen de wolf geen moment uit het oog verliezend. De wolf blijft haar ook strak aankijken terwijl hij een paar passen vooruit doet. Plotseling zet het dier de aanval in en sprint in de richting van Roodkapje, die als verlamd aan de grond genageld blijft staan. Op tien meter afstand houdt hij in en stopt. Hij gromt zacht en laag. Zo laag dat het geluid uit de aarde zelf lijkt te komen. Een sliert kwijl hangt uit zijn rechter mondhoek. De opgetrokken bovenlippen ontbloten twee lange, gele hoektanden. Het grommen zwelt aan maar Roodkapje blijft als gehypnotiseerd staan. Pas als de wolf aanzet voor de laatste sprong komt ze in beweging. Ze heeft nog geen drie stappen gelopen wanneer ze de voorpoten van de wolf in haar rug voelt en voorover tuimelt, gelijk gevolgd door een helse stekende pijn in haar kuit als de scherpe hoektanden haar jonge vlees doorboren. Ze voelt haar warme bloed over haar been stromen. Om zich te kunnen verweren probeert ze zich op haar rug te draaien maar daarmee wordt ze nog kwetsbaarder. Als de wolf zijn voorpoten op haar buik zet waarmee hij haar de adem ontneemt, ruikt ze zijn ranzige geur van zweet, aarde en urine. Ze probeert hem bij de nek te pakken maar de wolf is sneller en bijt in haar hand. Ze schreeuwt het uit van de pijn en ze hoort haar eigen botten kraken. De neus van de wolf is nu op een paar centimeter van haar gezicht en ze ziet zijn bebloede bek en tanden. Haar bloed. Ze weet dat het voorbij is. Ze kokhalst als ze de adem van de wolf ruikt en het laatste dat ze meemaakt zijn zijn tanden in haar hals. Roodkapje leefde niet lang en gelukkig.
Dit was het verhaal dat in 1690 werd verteld aan Charles Perrault door een herbergier in het Fichtelgebergte in het noordoosten van de Duitse deelstaat Beieren. Hij nam het op in de eerste versie van de Sprookjes van moeder de Gans.
De Gebroeders Grimm wilden het opnemen in hun verzamelbundel Kinder und Hausmärchen maar hun Berlijnse uitgever was niet tevreden en vroeg hen het bloedige verhaal te herschrijven. En zo ontstond het verhaal van Roodkapje dat wij nu allemaal kennen.
@Bart, prachtig, wat een mooi
Lid sinds
10 jaar 8 maandenRol
Dank je wel, Mili, maar het
Lid sinds
12 jaar 5 maandenRol
@Bart, je bijdrage is
Lid sinds
10 jaar 8 maandenRol
De titel wekt een verwachting
Lid sinds
10 jaar 10 maandenRol
Ik schreef al eerder dat
Lid sinds
15 jaar 6 maandenRol
Wat een bruut verhaal. Het is
Lid sinds
10 jaar 7 maandenRol
Prachtig Bart. Zulke stukjes
Lid sinds
10 jaar 2 maandenRol
Hmm JohannaB: als ik moet
Lid sinds
10 jaar 11 maandenRol
Johanna foei! Oude kip
Lid sinds
10 jaar 2 maandenRol
Wat spannend!
Lid sinds
10 jaar 1 maandRol
bartsnel, Knap geschreven en
Lid sinds
11 jaar 8 maandenRol
Ik ben erg blij met jullie
Lid sinds
12 jaar 5 maandenRol
Mijn grote zus leest graag,
Lid sinds
13 jaarRol
Ik denk dat je me zojuist een
Lid sinds
12 jaar 5 maandenRol
Dat was inderdaad de
Lid sinds
13 jaarRol
Ik kan me er wel iets bij
Lid sinds
10 jaarRol
Wat een mooie foto, Bart, de
Lid sinds
10 jaar 10 maandenRol
Een erg spannende versie,
Lid sinds
10 jaar 8 maandenRol