#37 de diepte in
(wederom vijf minuten aangehouden, excuses voor rommeligheid)
"Weet je," zei Roodkapje toen de maan de boomtoppen raakte en de meeste dwergen op elkaar gestapeld in slaap waren gevallen: "Alles gaat te snel, maar dit leven duurt te lang. Ik doe zo mijn ogen dicht en als ik ze weer open, is het ochtend en dan ben jij weg. Je bent niet eens mijn minnaar ook al voel ik je adem en ik mis je nu al voor morgen."
Daar kon de oudste dwerg weinig mee. Hij probeerde nog met zijn hand tussen haar benen te komen maar zijn armen waren te kort waardoor hij helemaal voorover moest buigen en met zijn hoofd in haar schoot belandde. Roodkapje liet hem even begaan maar pakte plotseling zijn hoofd stevig tussen haar beide handen en keek hem recht aan: "Wat leidt de man die mij droomt een triest leven."
Daar moest de dwerg even over nadenken. Hij kende vrouwen zoals dit maar al te goed, maar veel wijzer was hij er nooit van geworden. Toch wist hij dat die ene rake opmerking, een mooie volzin met weinig woorden en zo diep als het meer, haar gewilliger zou maken als een eenzame sprinkhaan.
Roodkapje leek er al niet meer te zijn, haar blik dwaalde over het meer en was niet meer van plan terug te keren naar de ogen van de dwerg.
Hij gaf het op.
“ Ik geloof niet dat ik nog droom. Als ik slaap is mijn leven nog even leeg.”
Ik vind het een grappig
Lid sinds
10 jaar 7 maandenRol
Een vage Roodkapje in een
Lid sinds
10 jaar 9 maandenRol
Prachtig, die te korte arm,
Lid sinds
10 jaar 10 maandenRol
Streepjes, Een paar mooie
Lid sinds
11 jaar 8 maandenRol
Aparte invulling. Dat moet
Lid sinds
15 jaar 6 maandenRol