#35 De Sofamonologen
De Sofamonologen
In het komende jaar wil ik beslist niet meer zo verkrampt verder leven als ik tot nog toe gedaan heb, bij God, nee...
Met de bescheidenheid van een teek heb ik me steeds angstvallig aangepast aan de normen van de maatschappij waarin ik opgroeide. Klein en nietig heb ik me gemaakt, bang om vertrapt en verguisd te worden. Terughoudend, verlegen en weifelmoedig heb ik mijn godsjammerlijke leven geleefd, lijdzaam wachtend op het moment dat ik me zou kunnen vastklampen aan een voedzame gastheer om me in volle omvang vol te zuigen.
Die gastheer heb ik gevonden in de schrijfwedstrijd ‘De Sofamonologen’. Bij inschrijving krijg je een psychische aandoening toebedeeld, waarover je een verbazende, boeiende, bizarre of prachtige monoloog moet schrijven in maximaal 750 woorden.
Toen ik te lezen kreeg welk psycho-euvel de organisatoren mij toewensten, was het alsof de bliksem bij me insloeg. Ik kreeg spontaan een aanvechting van walging, maar kwam daar snel op terug. Het was alsof een stem van gene zijde mij had toegesproken. Dit kon immers, herejezusnogaantoe, geen toeval zijn. Dit moest van Hogerhand gedirigeerd zijn. Ik herkende er - na aanvankelijke weifeling - de hand van God in: Hij die mij geschapen heeft met mijn unieke chromosomen, zoals ze in al mijn lichaamscellen liggen opgesloten.
Gehoorzamen aan het programma dat mijn DNA-patroon me dicteert, wordt het kompas voor mijn verdere leven. De levenslang onderdrukte geestdrift in mijn ziel, die er als een koele vlam brandde, mag zich eindelijk, met toestemming van de Vader, in zinderende hitte ontplooien.
Als kleuter al had ik de onbedwingbare aanvechting mij in mijn kinderlijke naaktheid aan de buitenwereld te tonen. Er werd toen nog hartelijk om gelachen, maar dat veranderde met het ouder worden. Al snel werd mij door pa en ma duidelijk gemaakt dat dat ongepast en zelfs verderfelijk en later ook nog eens zondig was.
Nadat ik me had aangemeld voor ‘De Sofamonologen’ kreeg ik de erkenning van Hogerhand dat ik in de kern van al mijn cellen een exhibitionist ben. Mijn geluk kende geen grenzen. Ik heb toen al mijn kleren uitgetrokken, op mijn sokken en schoenen na, en ben naar onze kerk op de hoek gerend. De hoogmis was net afgelopen. Ik stond achter in de kerk, naast het wijwatervat en vóór ik de kerkgangers een hand gaf, doopte ik die in het gezegende water. ‘Een Zalig Kerstfeest en God zij met U’, luidde mijn kerstwens.
Om niet alle aandacht naar mijn nog gebruinde en gespierde lijf te laten uitgaan had ik - ook om mijn gevoel van eigenwaarde te vergroten - een viagra pil geslikt.
De reacties waren hartverwarmend, dat kan ik jullie wel vertellen. Vooral de dames wisten mijn gelukzalige kerstwens te waarderen.
@Ryn toch! Jij en een aanval
Lid sinds
10 jaar 8 maandenRol
Kan dat? Ik heb mijn verhaal
Lid sinds
15 jaar 6 maandenRol
Mili schreef: . Ik lach om
Lid sinds
10 jaar 8 maandenRol
Mili schreef: . Ik lach om
Lid sinds
10 jaar 8 maandenRol
Ik heb me rotgelachen, Dos.
Lid sinds
14 jaarRol
Leonardo, het pleziert mij
Lid sinds
12 jaar 11 maandenRol
@Dos - Bedankt voor je
Lid sinds
14 jaarRol
Godsammeklere... wat een
Lid sinds
11 jaar 8 maandenRol
Corina Kroone
Lid sinds
12 jaar 11 maandenRol
Dos Wijnhof schreef: Corina
Lid sinds
12 jaar 5 maandenRol
bartsnel schreef: Dos
Lid sinds
12 jaar 11 maandenRol