#32 – De zwerver (kerst op de M1)
Het was koud de nacht dat ik kerst vierde samen met de automobilisten van de M1. De dennenboom naast mijn slaapplek had ik al opgetuigd met een slinger van in stukken gescheurde legging in met tijgerprint die ik op de parkeerplaats had gevonden een paar kilometers terug. Gouden engelenhaar scheen in het licht van koplampen. Een piek was niet nodig, de hemel had genoeg kerststerren. Ik werd haast bang van de oneindige hoogte tussen mij en de sterren, de leegheid tussen ons in.
Ik had besloten dit jaar mijn eeuwige herhaling van sleur en gewoontes te doorbreken. Natuurlijk was ik in verstreken jaren wel wat gebeurt – ik hield mezelf voor dat ik wijzer was geworden en zeker ook meer wist – maar had dat me werkelijk veranderd? Aan mijn fouten probeerde ik wel te werken, maar dat was moeilijk. Al sinds ik me kan herinneren ben ik hetzelfde geweest. Ik benijd degenen die zeggen dat ze vroeger zo anders waren, degenen die 'zoveel hebben geleerd'.
Het mooie aan kerst vieren op de snelweg was dat het even niet uitmaakte. Er was niemand waarvoor ik op mijn passen moest letten. Ik keek naar anderen, zij keken niet naar mij.
En vanavond was een uiterst geschikte avond daarvoor: kerst was altijd een voorteken van files.
De auto's reden al langzamer, misschien had mijn dennenboom zelfs een kijkfile veroorzaakt.
Ik pakte een zak met chocoladekerstkransen uit mijn rugzak en keek naar anderen terwijl ik ze, zonder ze te proeven, opat. Er waren mannen in pak met fronsen en vrouwen met laag uitgesneden jurken en pareloorbellen. Kinderen die zwaaiden naar anderen, kinderen met het blauwe licht van mobieltjes in hun gezicht, kinderen die aan haren trokken. Op de meest rechtse baan was een man met een baard aan het meezingen met het kerstnummer van Mariah Carey en ik neuriede met hem mee. Achter hem was een vrouw aan het bellen, of misschien bereidde ze een kerstspeech voor. Ik verzon wat haar bewegende lippen zeiden en antwoordde in haar stiltes. We praatten over liefde, over veranderen of de twee samengaan of juist niet.
De file kwam tot stilstand. Ik wilde haar wat geven, dus verzamelde ik het engelenhaar uit mijn dennenboom. Ik knoopte engelenhaar aan haar antenne. Dat was niet genoeg. Dat zou ze niet zien. Ik klopte op het raam en bood haar een chocoladekerstkrans aan. Haar ogen lichtten op. 'Neem er nog maar een, voor onderweg.' Ze lachte. Er zat een spleetje tussen haar voortanden.
Ik wilde me omdraaien, bedacht me toen dat ik nog meer mensen wilde laten lachen. Elke auto kreeg flonkerende versiering en elke automobilist chocoladekerstkransen. Kinderen stopten met jengelen, mannen sloegen me op de schouder en vrouwen lachten naar me. Ik liep op een rode volvo toe, in eenzelfde auto had ik ook gereden in een tijd die me nu een ander leven leek. Ik klopte op het raampje en zag hem. Verbluft duwde ik de zak kerstkransjes naar voren. Hij pakte er een, bedankte me en rolde het raam dicht. Hij herkende me niet. Was ik veranderd?
Hoi iedereen,
Dit is de eerste keer dat ik meedoe met een schrijfopdracht. Ben benieuwd wat jullie ervan vinden!
Hoi, Ik heb veel op de A12
Lid sinds
10 jaar 7 maandenRol
Bedankt Johanna, voor je
Lid sinds
10 jaar 9 maandenRol
Waarom is de A12 verandert
Lid sinds
10 jaar 1 maandRol
Doorgaans passen we het
Lid sinds
10 jaar 7 maandenRol
Ik ga ook een 'Dosje' doen,
Lid sinds
10 jaar 1 maandRol
@Fylenthe, mooi geschreven en
Lid sinds
13 jaar 2 maandenRol
Ik lees dat dit je eerste
Lid sinds
10 jaar 8 maandenRol