Afbeelding

Marjon Klomps

Wedstrijd blues

Marjon KlompsAfgelopen maanden deed ik mee aan schrijfwedstrijden. Een aantal mensen had mij met hun lovende gejuich over mijn schrijftalent in de stoute schoenen gedreven. Dus stuurde ik een aantal van mijn literaire pogingen naar Gerenommeerde Juryleden.

Ik maakte alvast mijn agenda vrij. Nee, die zaterdag moeten we terug zijn van vakantie, want dan ga ik optreden in de Lowlandstent. Natuurlijk nadat ik gezoend ben door mijn - vanaf dan - collega Maartje Wortel. En die zondag kan ik niet, dan heb ik een gesprek gewonnen met Paul Sebes.

De dag van de bekendmaking van longlists, shortlists en pitchkandidaten - het literaire jargon bevat opvallend veel Engelse woorden - zat ik met het zweet in de bilnaad de uren af te tellen. Twaalf uur en nog niet gebeld. Zouden ze dan toch mailen? Snel logde ik in op mijn e-mail. Niets. Ik ging excuses verzinnen: de jury was nog aan het beraadslagen, ze zouden pas om twee uur bellen, nog later wellicht.

Ik belde een vriendin. ‘Kun je even terugbellen?’
‘Waarom?’
‘Controleren of mijn telefoon het wel doet.’

Even later rinkelde dan toch eindelijk mijn mobiel. Mijn hart deed een drumsolo en met trillende handen nam ik op. Nadat ik de vriendin enigszins bruusk had afgepoeierd, speurde ik in mijn oproepinfo naar gemiste berichten. Helaas.

Nog een keer mijn e-mail controleren. En voor de zekerheid de website waar de longlist op gepubliceerd zou worden. Eigenlijk dom van me. Al die wannabe schrijvers die een verhaal ingestuurd hadden, waren - net als ik - natuurlijk gewone arbeiders en kantoorklerken in het echte leven. Die niet in de baas haar tijd de privételefoon zouden mogen opnemen. Half acht 's avonds, ik wist het ineens met grote stelligheid. Dat was een mooi tijdstip om mij op te bellen met het nieuws dat ik was uitverkoren.

Maar ook 's avonds bleef het stil. 's Nachts droomde ik dat een domme secretaresse iets onhandigs had gedaan met e-mail en bijlagen, waardoor iemand anders in de Lownlandstent mijn verhaal zat voor te lezen. Maar de volgende dag stond daar toch heel pront een lijst zonder mijn naam op de website van de uitgever.

Tjee... niet eens op de longlist. Een dikke hamer kwam heel hard op mijn zelfvertrouwen terecht. Het ontstane gat werd gevuld met schaamte. Had ik niet al te pretentieus op Facebook lopen posten?

Het debacle was compleet toen ik kort daarna een afwijzing van mijn eerste manuscript kreeg.

Niets brengt de dood zo in de creatieve pot als een afwijzing. Laat staan de drie afwijzingen die ik afgelopen weken voor mijn kiezen kreeg. Ik kreeg geen mooi stuk meer op papier. En als ik oud werk herlas, kon ik de schoonheid er niet meer in ontdekken. Het was weg, talent bleek blaaskaak, manuscript vol gebakken lucht.

Mismoedig reed ik over de digitale snelweg. Ik zou niet meer creëren, alleen nog maar consumeren. Ik minderde vaart, sloeg linksaf en draaide een provinciale weg op. Kwam daar een artikel over Tommy Wieringa tegen. Tommy had een slechte recensie gehad van zijn boekenweekgeschenk. ‘Een mokerslag,’ noemde hij het.

Ik fleurde zichtbaar op. Tommy, mijn grote held, had een negatieve recensie gekregen en was erdoor van slag. Ik klikte verder, goochelde het relaas van zijn debuut uit mijn computer tevoorschijn. En jawel: Tommy had lopen leuren met zijn debuut. Afwijzing na afwijzing gekregen. In een tijd dat boeken gewoon nog van papier werden gelezen. Internet en bloggen nog in de kinderschoenen stond. En Maartje Wortel louter haar poppen en knuffels kuste.

Een grote rust kwam over mij. En in die rust mijn inspiratie. Ik opende Word. En begon te typen.

Ik ben Marjon Klomps, 44 jaar. Ik ben afgestudeerd docent Nederlands, afgestudeerd cultureel antroploog en op dit moment eigenaresse van een babywinkel. Sinds een jaar of vier blog ik. Eerst over mijn avonturen met mijn zoon (julesenik.wordpress.com) en sinds een paar maanden heb ik een meer literair blog. (marjonblogt.wordpress.comIn mei 2014 heb ik mijn eerste manuscript afgerond. met als titel De Lector. Daarnaast houd ik me steeds meer bezig met het schrijven van korte verhalen. Tot nu toe is geen van mijn verhalen gepubliceerd.

Comments

Haha, heel herkenbaar. Toch kan het zomaar gebeuren dat je wel genomineerd, geselecteerd, gelong-of-shortlisted wordt en gepubliceerd raakt. Gewoon doorgaan, zonder illusies maar met plezier. Alweer een goed verhaal geschreven, alweer inspiratie gehad. Meedoen aan de wekelijkse schrijfopdracht is een idee. Je wordt gelezen, krijgt er feedback en schrijfvrienden.

Tip 1: lees de verhalen in de gratis te downloaden Lowlands e-books van 2013, 2014. De veertig verhalen die wél geselecteerd werden geven je waarschijnlijk wel een idee waarom jouw verhaal niet verkozen werd. Tip 2: bijt je niet vast in één uitslag. Doe simpelweg aan zoveel wedstrijden mee dat je niet eens meer weet wanneer de uitslag ook alweer online kwam. Dan is winnen enkel een leuke verrassing terwijl je zelf allang weer verder schrijft aan een volgende inzending. Tip 3: refereer online liever niet naar de humiditeit van je bilnaad. M.a.w. let op je TMI (jawel, een anglicisme).

Leuk geschreven, Marjon. Inderdaad herkenbaar en bedankt voor de tips, MirandaLa. Ik had zo'n soort verhaal geschreven - naar het publiek toe geschreven - maar het leek mij bij nader inzien niets voor in het NRC. Dus ik stuurde dat verhaal niet in, maar een totaal andere. Foute beoordeling (wat niet meteen inhoudt dat ik kans had gemaakt met dat andere verhaal). O, en Odile, zo ervaar ik dat ook: gewoon doorgaan, zonder illusies en met plezier, hoe lastig dat 'zonder' soms ook is.