#24 - In voor- en tegenspoed
In voor- en tegenspoed
Als ik binnenkom, zit ze op de stoel, midden in de witte kamer, net als elke dag. Vandaag kies ik een andere benadering.
‘Hé, wat leuk dat ik jou hier tref.’
Deze keer reageert ze wel. Haar hoofd draait traag in mijn richting. Ze kijkt me zelfs aan.
‘Inderdaad. Bijzonder.’
Haar ogen zijn leeg en haar stem is toonloos, maar ik ben blij dat ze eindelijk iets zegt. Ik probeer het luchtig en losjes te houden.
‘Tijd niet gesproken. Hoe is het ermee?’
Mis. Ze wendt haar blik af en staart weer naar haar voeten, zoals altijd. Ik zie een druppel kwijl in haar mondhoek. Ze schudt haar hoofd en grijpt beide leuningen van haar stoel, alsof ze op wil staan.
‘Ik moet helaas weg.’
Ze doet een halfslachtige poging om overeind te komen, maar geeft het na een paar ogenblikken alweer op en ploft terug in de stoel. Ik probeer te redden wat er te redden valt.
‘Wat jammer! Ik had graag nog even bijgekletst.’
Dan gebeurt het. Haar gezicht opent zich als een bloem. Haar ogen stralen en haar stem is jong en vrolijk.
‘Lijkt me leuk! Ik bel je wel.’
Ik open mijn mond om te antwoorden, maar het moment is voorbij. Haar kin zakt op haar borst, ze laat haar armen vallen langs de stoel en sluit haar ogen.
Tegen beter weten in blijf ik nog even wachten. Ze komt niet meer terug. Niet vandaag, in ieder geval. Ik klop op de deur en de verpleger doet open. Hij zegt iets over vooruitgang en goede hoop. Ik wens hem een prettige dag.
Morgen ben ik hier weer.
(Geen onderwerp)
zal ik me er ook nog even
Lid sinds
10 jaar 8 maandenRol
De relatie is inderdaad niet
Lid sinds
11 jaar 10 maandenRol