# 24 - Opvuldialoog
‘Hé, wat leuk dat ik jou hier tref.’
Staar vertroebelde haar ogen en instinctief greep zij naar haar uitgeklapte zakmes toen de slijmerige stem haar gehoorgang binnendroop. Doordat haar zicht de laatste jaren afgenomen was en haar ogen niet meer reparabel bleken, waren haar andere zintuigen in sublieme vorm. Zo was zij dol op de geur van vers gedolven graven en vanmorgen naar Sint Petrus Banden gegaan. En nu moest die vergane boekhouder haar treffen, staande aan de rand van het graf?
‘Inderdaad. Bijzonder.’
Haar stem stierf weg. In gedachten vervloekte zij de duivel die de euvele moed had haar aan te spreken.
‘Tijd niet gesproken. Hoe is het ermee?’
Haar hand spande zich op het scherpst van de snede, haar trage bloed voelde nog warm aan waarna zij haar rolstoel keerde.
‘Ik moet helaas weg.’
Zij wilde naar huis, in haar bed nog een spanne leven.
‘Wat jammer! Ik had graag nog even bijgekletst.’
Terwijl zij uit haar ogen ‘val dood’ liet spatten, meende hij ‘lijkt me leuk! Ik bel je wel’ te horen.
@Marietje, er zijn
Lid sinds
10 jaar 8 maandenRol
Mili schreef: Er zitten
Lid sinds
12 jaar 4 maandenRol
Mili schreef: @Marietje, er
Lid sinds
14 jaarRol
Mili schreef: @Marietje, er
Lid sinds
14 jaarRol
Mooi verhaal, hoewel ik hem
Lid sinds
10 jaar 9 maandenRol
wonderlijke situatie heb je
Lid sinds
10 jaar 8 maandenRol
@Anne toch, ik weet niet hoe
Lid sinds
10 jaar 8 maandenRol
in week 21 nog; het
Lid sinds
10 jaar 8 maandenRol