Afbeelding
Miriam Janssen
Miriam Janssen
Of je nu muziek maakt, schildert, of teksten schrijft: in de eerste fase laat je los, daarna pas geef je vorm. Dit zijn respectievelijk functies van de rechter- en linker hersenhelft. Onze intuïtieve, globale kant zetelt rechts in de hersenen; links is de plek van het logische, precieze denken. Beide heb je nodig voor het schrijven van teksten, en de kunst is te weten wanneer en hoe je die helften laat samenwerken.
Als ik mijn eigen lessen creatief schrijven bekijk vanuit de invalshoek van de hersenhelften, zie ik dat er in grote lijn altijd dezelfde opbouw in zit: eerst de creativiteit laten stromen, de woorden en ideeën laten uitwaaieren – zonder oordelen over goed en fout. De fase van het divergeren. Pas daarna aandacht besteden aan de formele kanten zoals woordkeuze, opbouw, spelling enz.; het convergeren.
In een schrijfles laat ik mijn cursisten eerst brainstormen, materiaal verzamelen. Dat kan bijvoorbeeld middels 'vrij schrijven', door te associëren bij foto’s of muziek of door lijstjes te maken. De rechter hersenhelft krijgt de kans om breed uit te waaieren en alles te noteren wat maar opkomt. In deze fase is ‘alles goed'.
Daarna volgt de fase van de eerste vormgeving, het klad van de tekst. Je boetseert wat, probeert wat, maar stelt nog geen vormeisen. Het concept komt op papier. Samen zou je deze eerste twee fasen 'de schrijversversie' kunnen noemen. Je schrijft eigenlijk de geheime versie, die nog voor jezelf is. Al schrijvend tast je af wat je eigenlijk wilt zeggen.
Pas hierna, in de derde fase, wordt de linker hersenhelft aangesproken. Die geven we de opdracht: 'Maak van al die aantekeningen en kladjes nou eens een leesbare tekst.’ We gaan over van de schrijversversie naar de lezersversie. Hier begint het vormgeven, bv. het bijslijpen van een gedicht, het aanscherpen van een artikel. Zoeken naar precies de juiste opbouw, woorden; en vaak heel veel schrappen.
Tenslotte - in de vierde fase - treden we nog meer richting publiek, door onze tekst te presenteren: we lezen hem voor, maken hem persklaar. In die laatste fase mag de linker hersenhelft zich helemaal laten gaan: pietlutten met punten en komma's, controleren van spelling, de precisie van de goede lay-out zoeken, het ‘hang- en sluitwerk’ van de tekst.
Vaak wordt deze volgorde niet in acht genomen. Er zijn kinderen die direct al roepen: 'Maar ik kán niet dichten!' Zij denken meteen aan het perfect rijmende gedicht, dat ze misschien inderdaad niet kunnen schrijven. Maar is dat nodig? Volwassenen beginnen soms al bij de eerste zin te strepen, te puzzelen en te schuiven.
Als alles al direct perfect moet zijn, is dat dodelijk voor de creativiteit. Eerst rechts, dan links.
Bron: o.a. Mark Mieras, Peter Elbow, Natalie Goldberg.
Miriam Janssen woont en werkt in Twente. Zij is onderwijspsycholoog, schrijfster en schrijfdocent – dat laatste sinds 1993. In De TalenTuin schrijft zij gedichten, verhalen en zakelijke teksten met mensen van 8-88 jaar. www.detalentuin.nl (sinds 2004).
Zelf publiceerde zij o.a. drie dichtbundels (Voeten in vandaag, Kontrast 2012) en een boekje over haar moeder, Ik lijd aan ouderdommigheid (Saam 2013). Ook schrijft Miriam artikelen over haar vak in Schrijven Magazine en de Coachingskalender.
Meld je aan voor de Schrijven Nieuwsbrief.
Abonnees profiteren van extra voordelen.
Elk nummer een nieuw schrijfthema.
55% korting voor abonnees van Schrijven Magazine!
Comments
Wat een prachtige verwoording
Wat een prachtige verwoording
Toen ik net de titel boven
Toen ik net de titel boven