Afbeelding
Joey Brown
Joey Brown
Laatst kwam ik, op zoek naar inspiratie in oude schriftjes en op verloren gewaande USB-sticks, tot de vaststelling dat ik zowat al mijn aantekeningen die ooit geleid hebben tot een verhaal of een gedicht, maakte aan vreemde schrijftafels.
Zo zat ik in India bijvoorbeeld twee weken lang elke ochtend aan hetzelfde wankele plastic tafeltje, onder een golfplaten dak, met een literbeker chai en een laptop voor mijn neus. ‘Heb je hier je kantoor geïnstalleerd?’ lees ik als aantekening, en ik herinner me plots de reiziger die me dit vroeg. Zijn vraag tikte ik terplekke neer, om het wat later een plaats te geven in een verhaal. `
Ik schrijf zoveel mogelijk nog tijdens het reizen uit. Omdat ik weet dat ik, eens thuis, nog amper aan schrijven toekom. De mooiste schrijftafel heb ik thuis. Maar het liefst zit ik dus aan een gammele, ver weg van huis.
‘Ik ben bovenal een gewoontedier’, lees ik in een schriftje met op de kaft ‘Indonesië’. ‘Het reizen zelf houd ik slechts een dag of drie vol.’ En dat is nog steeds zo: na vermoeiende trein- of busritten blijf ik het liefst een week plakken in een dorp of stad. Tijd voor schrijven geef ik mezelf dan, heerlijk véél tijd, want niets dat me meer interesseert. Ik plant me aan een tafel, om opgedane indrukken van me af te schrijven. ‘Uit noodzaak’, lees ik wat verderop. ‘Als ik nu niet schrijf, geraakt mijn hoofd geconstipeerd.’
‘Een onbedwingbare lust tot schrijven’, zegt een ander schriftje, ‘dat is wat het reizen me geeft.’ Wellicht heeft het te maken met de nieuwe verbindingen die mijn geest tijdens het reizen maakt: ik ben alerter en gefocust. Tegelijk voel ik me enorm vrij: het maakt me niet uit waarover ik schrijf. Als ik reis, kan ik zowat alles gebruiken in een verhaal, zoals een doodgewone vraag naar informatie van bovengenoemde reiziger.
Soms maak ik er een spelletje van: dan beschouw ik mezelf in dorp X of Y als personage in een boek en dan worden plots alle details belangrijk. Dan wordt de gezette Fransman aan de kleine koffietafel in de hoek mijn ideale antagonist. Het koffielepeltje waarmee hij ritmisch tegen zijn tanden aantikt wordt het voorwerp van een catastrofe, en de mobiele telefoon die hij op de tafel vergeet de aanleiding tot een liefdesverhaal. Of ik bedenk ‘wat als’ scenario’s: wat als ik de boot mis, wat als ik mijn vliegticket verlies of wat als ik aan de incheckbalie tegen mijn droomvent aanbots? Er hoeft zelfs niets te gebeuren: gewoon op nieuwe plekken met volle aandacht aanwezig zijn, is voor mij genoeg.
Eén schriftje heeft in grote zwarte letters ‘Ikaria’ op de kaft. Ik lees de woorden ‘geluk’, ‘hart’, ‘ladder’, de drie dingen die een vrouw twee jaar geleden in mijn Griekse koffie ‘las’. Nu ik deze woorden zie, hoor ik opnieuw het verhaal dat achter deze woorden schuilgaat, en overvalt me de drang het uit te schrijven. Thuis dan maar, aan mijn schrijftafel.
‘Waarom heb ik thuis die constante schrijfreflex niet?’ vraag ik me soms af. Gewoon, omdat thuis mijn gedachten bij de nog te betalen rekeningen, de afwas, het boodschappenlijstje en de twintig onbeantwoorde mails in mijn mailbox zijn. Thuis moet ik het schrijven plannen. Als ik reis, plan ik niets, en komen de verhalen als vanzelf mijn hoofd inwaaien.
Het schrijven begint van zodra ik de luchthaven binnen stap. Dan slaan er deuren dicht in mijn brein, en zetten mijn zintuigen zich wagenwijd open. Verandering van spijs doet eten, zegt het spreekwoord. Voor mij geldt: verandering van schrijftafel doet schrijven.
Joey Brown is schrijf- en expressiedocente. Op het eigenzinnige Griekse eiland Ikaria organiseert ze schrijfvakanties en schrijfverblijf. Info: www.manamahouse.com
Door ervaren, professionele redacteuren. Goed én betaalbaar!
Abonnees profiteren van extra voordelen.
Elk nummer een nieuw schrijfthema.
55% korting voor abonnees van Schrijven Magazine!
Comments
Wat een leuk en herkenbaar
Wat een leuk en herkenbaar
Dankjewel, Rob! Fijn dat het
Dankjewel, Rob! Fijn dat het