Een echte schrijver schrijft zijn verhaal af

Ik zag het niet. ‘Wat doet de schilder hier?’ vroeg ik daarom verwonderd aan mijn vader. ‘De muren moeten opnieuw geverfd worden,’ legde hij uit. Ik keek naar de zijmuur van het huis. Hij was wit. Er zaten wat vuile plekken op en in de hoek hing een spinnenweb, maar de kleur was mooi wit. Een laag nieuwe verf leek me niet nodig.

‘Wil je koffie?’ De schilder knikte. Op zijn bruine huid lag een witte waas en op zijn blouse zaten verfspatten. Helder wit. ‘Melk en suiker, alsjeblieft.’ Terwijl ik een kopje onder het koffiezetapparaat zette en een suikerklontje erin plonsde, keek ik naar de muur. Met een brede kwast zette de man voorzichtige stroken, net zo lang tot de bruine haren van de kwast grotendeels wit kleurden.

Toen viel me pas op hoe geel de muur sinds zijn laatste verfbeurt geworden was. Hoewel ik de muur eerder wit had genoemd, stak hij gelig af bij de nieuwe verf. Mijn vader had het goed gezien: de nieuwe verflaag maakte het huis mooier, frisser. Toch was het niet nodig. Niet echt.

Het deed me denken aan schrijvers die jarenlang aan een verhaal schrijven en er nooit echt tevreden mee zijn. Een kennis van me wilde zichzelf als schrijver bewijzen en werkte aan een verhaal over een autistische vriend. ‘Het verhaal is echt goed,’ mijmerde hij. ‘Het heeft iets, maar het kan beter.’

Dat gesprek voerden we inmiddels drie jaar geleden en hij heeft nog niets gepubliceerd. Het verhaal is waarschijnlijk ontelbaar vaak herschreven en ligt nu ergens in een donkere lade.

Een echte schrijver moet weten wanneer zijn verhaal af is. Wanneer er genoeg aan geschaafd, geschreven en herschreven is. Veel verhalen zijn goed en de meeste daarvan kunnen nog beter. Maar als schrijver moet je je afvragen: is dat echt nodig? Moet het nog beter? Riskeer je dan niet dat het verhaal nooit zijn weg naar buiten vindt?

Net zoals de muur al een mooie witte kleur had voor hij opnieuw geschilderd werd, zijn de eerste versies van verhalen vaak al goed zoals ze zijn. Hier en daar kun je wat vuil of een verdwaald spinnenweb weghalen, maar het helemaal opnieuw schrijven is lang niet altijd nodig. Soms is een verhaal gewoon af.

‘Melk?’ Zijn vragende blik herinnerde me eraan dat ik de melk vergeten was. Terwijl ik naar de keuken liep en de koffiemelk pakte, riep ik dat de muur mooi werd. De schilder knikte tevreden. ‘Muur was mooi. Nu nog mooier.’

Rosalinde Markus (1994) is communicatiestudente maar heeft al zolang ze zich kan herinneren een passie voor schrijven. Ze droomt ervan ooit zelf verhalen te publiceren die lezers raken. In de tussentijd schrijft ze op haar blog Passie voor Schrijven over schrijven en journalistiek.

Comments

Voor mij is een verhaal nooit af. Daarom blader ik altijd snel door wanneer ik mijn schrijfsels tegenkom in een literair tijdschrift. Ik durf ze niet te lezen omdat ik dan geplaagd word door een verlammende machteloosheid. Ik zie dan woorden, zinnen en zelfs hele passages die beter verdienen. Als ik het verhaal toch wil herlezen is het in Word. Ik breng dan veranderingen aan waar ik het nodig vind. Als ik niet verder raak dan hier en daar een punt of komma, stop ik ermee, kommaneuken is immers tijdverspilling. Maar soms, eigenlijk dikwijls, ontdek ik iets om bij stil te staan. Ik vraag me dan bijvoorbeeld af waarom ik dat lelijke schilderij aan die wit geschilderde muur heb laten hangen. Mijn hart begint dan sneller te slaan. Als ik een vraag heb, heb ik ook al een half antwoord. Ik zie nieuwe verrassende wendingen op me afkomen. Dat het verhaal al gepubliceerd is zal me een zorg zijn. Een nieuwe titel en nieuwe beginzin behoren tot de mogelijkheden. Soms ontdek ik in het verhaal een tweede verhaal en ontstaat er een twee-eiige tweeling. Ze komen weliswaar uit hetzelfde nest, maar ieder kent zijn eigen onvoorspelbaar levensverhaal met een al even onvoorspelbaar einde. -- Gelukkig is een verhaal voor mij nooit af. Moest dat wel zo zijn, dan stopte ik met schrijven. Ik wil geen verzamelaar zijn van statische of doodse dingen. Misschien ben ik dan geen echte schrijver, maar ook dat zal me een zorg wezen. ;)

Deze post doet me denken aan een kennis van me, die jaren geleden eens tegen me zei: "jij bent geen echte schrijver, want een echte schrijver die gaat zitten en schrijft." (De productie van mijn boek ging haar niet snel genoeg) Zij kon het weten natuurlijk, want zij heeft zelf ....eh.... nul boeken geschreven. Net als Rosaline hierboven. Van de wal is het gemakkelijk roepen. Echte stuurlui weten dat het om het proces gaat, niet om het uiteindelijke product. Schreeuwers staan aan wal. Iedere schrijver, zelfs JK Rowling, heeft onafgemaakt werk in een lade liggen. Iedereen moet immers ergens beginnen. Veel eerste verhalen worden niet afgeschreven, de meeste komen nooit bij het publiek. Het gros van eerste verhalen is dan ook bagger. Een echte schrijver is iemand die leert van het proces, en al doende beter wordt.