Lid sinds

12 jaar 7 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Exit Toetsenbord schrijfwedstrijd - derde prijs

Onbewust

Door Hester Stasse

Twee maanden geleden had ik nog nergens last van. Zoals elke maandag ging ik na school bij opa op bezoek. Ik had mijn nieuwe gedachtelezer op, die zo licht is dat zelfs mijn zorgvuldig gemodelleerde kapsel gespaard blijft. Verder houdt hij je via piepjes op de hoogte van inkomende berichten. Het New York Yankees-model dat ik heb uitgekozen, is nauwelijks te onderscheiden van een gewone baseballpet. Dus waarom zou ik hem af willen zetten?
    ‘Nog een goed boek gelezen de afgelopen week?’ vroeg opa, terwijl hij de deur achter me sloot. Dat was altijd het eerste wat hij wilde weten. Niet hoe het met me ging, niet hoe het op school was geweest, maar wat ik las. Opa’s huis stond vol met ouderwetse papieren boeken. Hij had een enorme digitale bibliotheek, maar zijn favorieten verzamelde hij ook analoog. Van nieuwe boeken liet hij zelfs speciaal een papieren exemplaar maken door een vriend die vroeger een drukkerij had gehad.
    ‘Ik ben met De Hobbit bezig.’
    Hij wreef in zijn handen en ging me voor naar de woonkamer, waar een grote kan thee klaarstond. ‘Goede keuze. Hoe ver ben je?’
    ‘Weet ik niet precies. Mijn nieuwe tablet heeft een verbeterde voorleesmodule, dus ik luister ernaar.’
    Opa’s rimpels verdiepten zich. ‘Ik begrijp niet waarom de regering zulke apparaten toelaat. Zeker niet voor scholieren. Eeuwenlang heeft men geprobeerd om zoveel mogelijk mensen te leren lezen en schrijven. Nu lijkt het wel alsof we teruggaan naar de tijd van de mondelinge vertelkunst.’ Zijn hand trilde terwijl hij de thee inschonk. ‘Vroeger wenste ik weleens dat ik een zuignap op mijn voorhoofd kon zetten die alles wat ik dacht rechtstreeks op mijn computerscherm zou kunnen toveren. Toen ze met dat spraakherkenningsprogramma kwamen, vond ik dat een stap in de goede richting. Maar nu die apparaten echt je gedachten kunnen lezen, weet ik niet zeker of we blij moeten zijn met deze vooruitgang.’
    ‘Hoezo dan niet?’ vroeg ik en dumpte een suikerklontje in mijn thee.
    Hij trok zijn borstelige wenkbrauwen omhoog. ‘Weet jij zeker of de informatie die dat ding uit je hoofd haalt echt alleen naar je tablet wordt gestuurd? Wie weet is die zender veel sterker dan ze ons vertellen en wordt het allemaal ergens opgevangen, opgeslagen en gescreend. Bevalt het iemand niet wat jij denkt, dan kan er van alles gebeuren…’
    Ik verborg mijn glimlach achter mijn theekop. Opa en zijn samenzweringstheorieën.
    ‘Heb je een nieuwe pet?’ Aan de strakke lijnen rond zijn mond zag ik dat hij zichzelf dwong ergens anders op te focussen.
    ‘Gaaf hè? Dit is de nieuwste interface.’
    Zijn ogen verwijdden zich. ‘Hij staat toch wel uit?’
    ‘Ja,’ loog ik. Alsof ik een binnenkomend bericht zou willen missen.
    Opa’s adem verliet fluitend zijn mond. ‘Dan is het goed.’ Hij haalde een boek uit de kast. ‘Als je De Hobbit uit hebt, moet je dit lezen. Ik heb het ook digitaal.’
    Afwezig begon ik erin te bladeren.

De rimpel tussen Sannes wenkbrauwen wordt dieper als ik langzaam mijn hoofd schud. ‘Je moet je gewoon ontspannen,’ zegt ze.
    Dat gaat niet, zou ik haar willen toeschreeuwen. Het lukt niet meer! Niet nu ik het boek gelezen heb dat opa me had meegeven. Maar ik zeg niets en klem mijn kiezen steviger op elkaar. Ook al is ze mijn vriendin, ze zou het toch niet geloven. En daarnaast wil ik niet eens dat ze weet wat er achter mijn zogenaamde concentratieproblemen zit. Voor haar eigen veiligheid.
    Ze haalt haar hand door haar donkerblonde haar en kijkt me strak aan. ‘Als je je niet aan het apparaat overgeeft, krijg je dat opstel nooit af. En je staat er al niet best voor.’
    Een paar seconden probeer ik de schijn op te houden. Te doen alsof ik haar raad opvolg. Dan houd ik het niet langer uit. Met beide handen grijp ik de gedachtelezer vast, voel hoe de zachte aanraking van de honderden organische sensoren van mijn hoofdhuid verdwijnt en smijt het ding in de hoek van de kamer. Sannes verbijsterde uitroep negerend, spring ik uit de ergonomisch gevormde leerstoel en ren naar de gang.
    Na een paar seconden hoor ik haar voetstappen achter me. ‘Wat is er nou? Heb ik iets verkeerds gezegd? Max?’
    Met een zucht trek ik Sanne tegen me aan, druk een kus in haar nek. ‘Sorry,’ fluister ik. ‘Ik heb weleens gehoord dat niet iedereen tegen langdurige elektromagnetische straling kan. Misschien dat ik zo iemand ben.’ Onzin natuurlijk, maar Sanne kan soms erg goedgelovig zijn. Gelukkig.
    Ze duwt me van zich af en staart me aan. ‘Dat zou verschrikkelijk zijn! Hoe kan je dan ooit examen doen?’
    Zie je wel. ‘Gewoon, met spraakherkenning. Dacht je dat mijn opa examen heeft gedaan met een gedachteleespet op zijn hoofd?’
    De zon breekt door op Sannes gezicht. ‘Zal ik een verzoek naar de rector mailen? Dan hoef jij de gedachtelezer tenminste niet te gebruiken.’
    Ik zoen haar op haar lippen. ‘Dat zou geweldig zijn.’ De opluchting die ik in mijn stem probeer te leggen, voel ik echter niet in mijn lichaam. Dat is doordrenkt met schuldgevoel. Voor de zoveelste keer vraag ik me af hoe het met opa is. Waar zou hij zijn? Zou hij nog leven?
    Terug in de kamer glijden mijn ogen onbewust naar het boek dat opa me had meegegeven. Pas nadat ik het gelezen had, herinnerde ik me het zwarte elektrobusje met de geblindeerde ramen dat ik de straat in had zien rijden op het moment dat ik opa’s tuin uit liep. Ik weet nog dat ik glimlachte omdat opa me bij ons afscheid voor de zoveelste keer op het hart had gedrukt om ‘die pet’ zoveel mogelijk af te laten. Had ik toen geweten wat ik nu weet…
    Sanne heeft mijn blik kennelijk gevolgd en pakt het boek van mijn nachtkastje. ‘Wat heeft je opa je nou weer meegegeven? George Orwell… Nooit van gehoord. Is het wat, 1984?’

Lid sinds

12 jaar 8 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
En alweer plaats mijn computer de reactie twee keer. Volgens mij zit er iets mis in dat ding... Excuus.