Lid sinds

16 jaar 7 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker

Is de lezer de baas?

In het topic over de middeleeuwse setting van een fantasyverhaal, raakten we offtopic en ging het op het laatst vooral over hoe je je lezer overtuigt om door te lezen. Bavarois stelt: de lezer is de baas. Je schrijft je eigen verhaal, maar jij moet de lezer zover krijgen dat hij doorleest. Om wat voor genre het ook gaat. In De Kunst van het Schrijven stelt John Gardner dat de lezer in een fictionele droom is tijdens het lezen en dat jij als schrijver ervoor moet zorgen dat hij niet wordt afgeleid en het boek opzij legt. Bijvoorbeeld door een inconsequente handeling, door een tikfout, doordat je personages dodelijk saai zijn. Jij moet er dus voor zorgen dat lezers blijven dromen. Maar ja: hoe doe je dat? Hoe weet je van jouw verhaal dat het boeiend genoeg is om de lezer erbij te houden? Wat moet je doen om te zorgen dat de lezer doorgaat met dromen? Wie is je lezer eigenlijk of mag dat niet uitmaken? En als jouw proeflezers iets niet goed vinden waar jij zelf helemaal achter staat, wat doe je dan? Staan die proeflezers voor de lezer in het algemeen en moet je dus altijd doen wat zij willen? Hoe houd je het zaakje in evenwicht? Volgens mij zijn hier genoeg SOL'ers die met deze vragen worstelen. Ik in ieder geval wel. Wie volgt?

Lid sinds

18 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker
Dat zijn heel veel vragen ineen. Hoe zorg je dat de lezer in die fictionele droom blijft. Je creeert een wereld, als schrijver, en die moet consistent zijn. In stijl, in sfeer, in techniek. En je lezer wil niet afgeleidt worden door zijsprongen, tikfouten, uitleg van dingen die ie al weet etc.

Lid sinds

13 jaar 9 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
"De lezer" bestaat natuurlijk niet. Wat de ene boeit, vindt de andere dodelijk saai. Mijre zei daarstraks dat ze niet door Stephen King heen geraakte, terwijl hij voor mij en een heleboel anderen (want anders schreef hij geen bestellers) hoog op het favorietenlijstje staat. Als je geen enkele lezer weet te boeien, heb je natuurlijk wel een probleem. Maar verder is het onzin.

Lid sinds

14 jaar 7 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
  • Pluslid
  • Moderator
Maar ja: hoe doe je dat? Hoe weet je van jouw verhaal dat het boeiend genoeg is om de lezer erbij te houden? Wat moet je doen om te zorgen dat de lezer doorgaat met dromen? Wie is je lezer eigenlijk of mag dat niet uitmaken?
Ik vind het veel vragen. Kortgezegd heb je verhalen en verhalen. Sommige verhalen zijn boeiend om hun thema, en dan doen stijl en dergelijke er niet veel toe: gelezen worden ze! Er zijn ook verhalen die over zo goed als niets gaan, maar dermate boeiend zijn geschreven dat je van woord naar woord, van zin naar zin, van bladzij naar bladzij getrokken wordt. Er zijn verhalen die informatie geven over onderwerpen waar iemand in geïnteresseerd is - hoe het geschreven is, maakt niet heel veel uit; het gaat om de informatie. En er zijn verhalen die gewoon helemaal nergens toe dienen, en gevreten worden als kroketten. Tot slot zijn er verhalen 'die iedereen gelezen heeft' - niemand weet waarom, niemand kan erover meepraten, maar op televisie hebben ze gezegd dat het een goed verhaal is, en iedereen heeft het in de kast staan.
En als jouw proeflezers iets niet goed vinden waar jij zelf helemaal achter staat, wat doe je dan? Staan die proeflezers voor de lezer in het algemeen en moet je dus altijd doen wat zij willen? Hoe houd je het zaakje in evenwicht?
Wat ik zelf doe: het verhaal vooropzetten - niet de proeflezer, noch mezelf. Is dat, wat de proeflezer aanvoert, een verbetering voor het verhaal, dan volg ik de aanwijzing op. Is dat het niet, dan blijf ik wikken en wegen, en opzij leggen, en in een later stadium zal ik oordelen wat goed is voor het verhaal. Je moet dus m.i. de prioriteit bij het verhaal leggen, en niet bij de lezer. Toch zie ik de (proef)lezer / redacteur als een zeer belangrijke ondersteuner van de kwaliteit van mijn verhaal. Als schrijver ben ik dienaar van het verhaal, en wil ik dat het optimaal tot zijn vorm en inhoud komt, dat is zijn (bestaans)recht.

Lid sinds

14 jaar 10 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
  • Pluslid
Ik heb nog niet meegemaakt dat proeflezers zinloze opmerkingen plaatsten. Soms denk ik er lang over na of hij of zij gelijk heeft. In dat geval pas ik het aan. Dat gebeurt wel regelmatig. Misschien heb ik gewoon geluk met mijn proeflezers. Bovendien let de een hier op en een ander daar op. Te veel proeflezers kan ook voor verwarring zorgen.

Lid sinds

16 jaar 7 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
@eigen Ja natuurlijk hebben we hier wel eens vaker over gediscussieerd, maar dat neemt niet weg dat we dat wel eens weer kunnen doen. zeker met zoveel nieuwe mensen op het forum. Ik zie nu dat ik wat veel vragen stel. Waar ik het vooral over zou willen hebben hier is in hoeverre je lezers bij je verhaal kunt houden. De lezer is de baas, maar wat wil de lezer lezen? Geen lezer is gelijk. Ik lees heel andere boeken dan mijn kinderen en mijn man. Toch wil je met je boek een groot publiek bereiken. Hoe doe je dat?

Lid sinds

13 jaar 7 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Ik denk dat je af moet stappen van de wil om een "groot publiek" te bereiken. Ik denk dat het veel belangrijker is het juiste publiek te zoeken en binnen die groep zoveel mogelijk boeken af te zetten. Dat doen we voor een deel al door onderscheid te maken naar kinder- jeugd- en jongerenboeken, naast de boeken voor volwassenen. Kinderboeken kunnen ze allemaal lezen, maar niemand die het in zijn hoofd haalt om een roman te schrijven met het taalgebruik uit een kinderboek. We doen het ook met genres: veel lezers (niet veellezers) definiëren zich naar het genre dat ze lezen: "thrillerlezer", "chicklitlezer", "fantasylezer". Daarnaast denk ik dat er een verschil is tussen "commercieel schrijven" (dus schrijven met als primaire doel het verkopen) en "kunstzinnig schrijven" (het primaire doel is een kunstwerk te scheppen, ongeacht de mogelijke verkoop ervan). Het eerste gaat primair uit van het plezieren van de lezer, het tweede gaat primair uit van het kunstwerk als doel op zich. Nu denk ik dat er een heleboel lezers zijn die een oprecht gemaakt kunstwerk heel goed kunnen waarderen, misschien wel meer dan een boek dat 100% aan hun wensen voeldoet. Een goed kunstwerk laat namelijk iets zien wat je niet had kunnen wensen, omdat je er niet van had kunnen dromen. Het is nieuw en helemaal anders dan de rest, het lijkt op niets dat je al kende en tòch is het mooi. Of begrijpen dat anderen het mooi vinden. Als mensen konden leren hoe ze een kunstwerk kunnen maken, zag de wereld er anders uit. Het heeft te maken met dingen als visie, inspiratie, lef, zelfexpressie, instrumentbeheersing. Commercieel schrijven: doe iets dat al populair is, gebruik gemiddelde taal (niet te moeilijke woorden, niet te lange zinen) en zorg dat het niet te diepgaand is. "Feel good", in ieder geval aan het einde, en zorg dat mensen zichzelf in de hoofdpersonen herkennen (dus geen extreme personages).

Lid sinds

18 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker
En de mooie middenweg tussen-beide Schlimazlnik. Ik bedoelde niet stijl als in vreselijk chic geschreven Thérèse, ik bedoelde de consequente stijl. Als je verhaal een sprankelende vertelstem klank heeft, moet je niet midden in je boek ineens in jezelf gaan lopen mompelen. Schrijf je een feel good Margriet verhaal, moet je niet in een ander hoofdstuk archaisch of literair willen zijn. Dat slingert de lezer zo uit het verhaal. Wat betreft het thema ben ik het, zeker nu Marjan haar vraag bondiger stelt, met je eens. Als dat boeit, heb je al een goede slag te pakken.

Lid sinds

14 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Ik geloof ook dat er een gulden middenweg is. Ik schrijf zoals het mij pleziert, anders hoeft het voor mij niet. En tegelijkertijd houd ik wel degelijk rekening met de doelgroep en de markt (ik schrijf voor kinderen, dus daar heb je helemaal met bepaalde grenzen te maken). Ik probeer me daar niet in te verloochenen, dus ik zal wat dat betreft, alleen over onderwerpen schrijven die me liggen. Geen vampierboeken, thrillers en oppervlakkige troep dus, omdat ze nu eenmaal zo populair zijn. Ik geloof niet dat de lezer de baas is, wel dat je zodanig moet schrijven dat je werk overkomt. En dat lukt niet als je alleen maar loopt te navelstaren en niet wil luisteren naar proeflezers of redacteuren. Uiteindelijk bepaal je wel zelf wat je met die feedback doet. Er zijn miljoenen soorten lezers, en je kunt niet iedereen plezieren.

Lid sinds

14 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Misschien is het interessant om als schrijver te weten en zelfs bewust te bepalen welke lezers je absoluut niet wilt boeien. Tot die slotsom ben ik momenteel gekomen. Telkens ik 'groot publiek' hoorde of las in welk verband dan ook, sloeg de verwarring bij me toe. Onderhuids vang ik signalen op dat een schrijver best een groot publiek moet behagen, want... Ik kreeg er altijd een zeer ongemakkelijk gevoel bij, er klopte iets niet. Ik heb nu een standpunt ingenomen dat ertegen indruist. Tant pis voor mij. Groot publiek in Nederland en in België is voor mij niet het grote publiek over de grenzen (GB en USA). Dus voor mij is de lezer niet de baas. Ook niet de lezer 'beperkt publiek' want die wil ik als schrijver manipuleren zonder dat deze dat in de gaten krijgt. En met 'manipuleren' bedoel ik dat die lezers met plezier het boek uitlezen. De minimum voorwaarde die ik stel aan 'mijn lezers' is dat ze op z'n minst een onderscheid kunnen maken tussen het onderwerp, het lijdend voorwerp, het meewerkend voorwerp, bijvoeglijk naamwoord en bijwoordelijke bepaling in lange zinnen. Meertaligheid (Frans en Engels) stel ik ook op prijs maar is geen echte voorwaarde. En dat de lezer in staat is om verschillende gelaagdheden te erkennen. Daar ook een behoefte aan heeft, zoals ik daar als lezer een behoefte aan heb. 'Groot publiek' zal een doelgroep worden wanneer ik vrouwvriendelijke fantastische porno ga schrijven. Een gat in de markt, vermoed ik. Eerst een eroticashop binnenstappen en 'lectuur' meenemen om te weten wie wat redigeert. Als de lezer de baas is, ben je dan niet als schrijver gefragmenteerd? Als je als schrijver de snaren van het groot publiek niet kan of wilt bespelen, heb je dan brute pech of ben je dan oliedom of bega je een ideologische misstap? Deze week ben ik naar een voetbalmatch gaan kijken en heb een wereldfeest bezocht. Twee totaal van elkaar verschillende en zelfs tegenover elkaar gestelde 'grote publieken'. Wat hebben ze dan gemeen? - duidelijke afspraken qua gedrag (politie was aanwezig, zij het onopvallend om maar een voorbeeld te noemen, en plastic bekertjes, nog zoiets) - iedereen weet wat er gaat gebeuren maar niet hoe (er is een programma) - iedereen weet hoe het gaat eindigen (voetbal: heel simpel, één van de twee partijen wint of verliest of er is gelijkspel (open einde?) en op het wereldfeest was er gewoon een sluitingsuur (ze leefden nog lang en gelukkig of iemand kreeg een boete wegens te lang of foutief parkeren, dat kennen we toch al?) - er is altijd een vooruitzicht op herhaling, en alles herhaalt zich ook eindeloos 'within' de actie. Zijn dit niet de ingrediënten waar ook een schrijver een groot lezerspubliek mee behaagt? Ik vraag het me af. En denk erover na. Ik denk momenteel dat beide tegenovergestelde grote publieken duchtig gemanipuleerd worden op grond van ... de lijst kan lang zijn. Zijn wereldfeestbezoekers, voetbalfans en lezers de baas? Of worden ze gepakt op hun menselijk gedsoriënteerde oerbehoeften? Wat als je daar in het schrijven afstand van neemt en je eerder richt tot de jager dan tot het achteloze prooi? Brute pech?

Lid sinds

17 jaar 4 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Stel dat je een doelgroep voor ogen hebt en zo ongeveer weet binnen welk genre je zit. Wat zijn dan de ingrediënten die binnen deze grenzen de lezers meetrekken. Ik weet er maar een paar. Je hoofdpersoon moet een 'drive' hebben om te doen wat hij doet. Tevens moet er tegenwerking zijn. Beiden moeten evenveel kans tot succes hebben zodat de uitkomst niet vast staat. Verder is het goed als de hoofdpersoon zo ongeveer op een derde bijna succes heeft. Dit mislukt, de hoofdpersoon maakt een proces door en gaat er nog harder tegenaan. Dit kun je zelfs na weer een derde nog een keer versterkt herhalen voor de eindsprint komt. Dit even los van de schrijfkwaliteiten om het mogelijk te maken. Bedoelde je dat Marjan?

Lid sinds

16 jaar 7 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Die indeling ken ik ook deEllis en ik weet eigenlijk niet of ik dat bedoel. Aan zo'n schema kun je houvast hebben bij het schrijven en die heb ik zeker nodig, anders ga ik alle kanten op. Wat ik lastig vind is dat ik niet in het hoofd van de lezer kan kijken. Als ik mijn verhaal lees heb ik meteen een film in mijn hoofd, maar hoe krijg ik die film in het hoofd van die lezer? Dat is eigenlijk de vraag. En wie die lezer is: ik geloof ook zeker dat je niet iedereen kan aanspreken, maar ik vind die etiketjes van nu wel erg beperkend. Neem nou Harry Potter: niemand had toch ooit gedacht dat zo'n boek zoveel verschillende mensen zou aanspreken. Wat doet Rowling goed? Hetzelfde geldt voor Dan Brown: ook een schrijver die enorme groepen mensen aanspreekt. Zij slagen er in om die film in ons hoofd over te planten. En dat terwijl het gaat om heel veel lezers die sterk van elkaar verschillen. Dat is heel knap. Wat ik lastig vind is beoordelen of mijn tekst bij verschillende lezers die film laat draaien.

Lid sinds

12 jaar 9 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
Ik stel mijn lezer als volgt voor: Ik geloof dat de mensen overal ter wereld dezelfde emotionele kern hebben. Ik stel mijn lezer dus voor als een abstract universeel wezen, met een ''set'' aan vaste emoties. Ten tweede is mijn basisprincipe dat een boek vooral de emoties van lezers moet prikkelen, en zo min mogelijk de ratio. Wanneer de ratio wordt geprikkeld zal de lezer zich al gauw vervelen. tell i.p.v. show zorgt er bijvoorbeeld voor dat de ratio wordt geactiveerd ipv het gevoel. Maar ook langdradige zinnen, of pseudo-literair geneuzel waarbij de stijl de inhoud van de tekst overschaduwd. Ten derde ga ik er van uit dat er via een boek indirect 4 basisemoties van de lezer kunnen worden geprikkeld. Via drama of tragiek kan een soort verdriet worden opgewekt. Via romantiek of zelfs seks kan een soort verliefdheid of dromerig/verliefd gevoel of lustgevoel beroerd worden. Via spanning kan huivering worden geactiveerd. En via humor kunnen de lachspieren worden aangetrokken. Uiteindelijk monden al deze emoties uit in een overkoepende emotie, namelijk genot. Er mag maar één ding op de ratio werken, en dat is het thema van het boek. Maar die mag nooit echt helemaal in het bewustzijn van de lezer komen. Hij moet op de achtergrond blijven en mag het verhaal niet overwoekeren. Deze 4 basisemoties zijn essentieel, en ik geloof dat ze in elk mens zitten, en ik geloof dat het de taak van de schrijver is om minstens één, het liefst twee van deze vier emoties te prikkelen. Het beste is om ze allemaal gedurende het boek te prikkelen (plus een thema, dat op de ratio werkt). Doet de schrijver dat niet, dan is er i.m.o. sprake van een slecht boek. De discussie over doelgroep maakt in mijn zienswijze dus niet uit. Deze vier basisemoties hebben betrekking op ALLE genres en alle doelgroepen. En het zou moeten gelden voor zowel lectuur als voor literaire boeken. De manier om ze te prikkelen is via stijl, plot, etc. Tijdens het schrijven hou ik dus rekening met deze universele lezer, maar vooral als ik aan het herschrijven ben. In het begin moet ik alles opschrijven zonder teveel aan de lezer te denken, want anders werkt het averechts. Voor mij is uiteindelijk de lezer de baas, omdat ik de lezer op deze manier in mijn systeem integreer. Uiteindelijk bepaal ik dus wel wat ik zelf wil schrijven.