Hallo,
Ik ga nog nog wel eens in de fout met bv. houd of houdt van. Of met u of uw. In sommigen boeken kom ik die woorden ook tegen. Automatisch maak ik toch die fouten.
Ik loop, hij loopt (zo geldt het ook voor houden en andere werkenwoorden)
Je krijgt alleen een t in de tegenwoordige tijd bij hij/zij of het)
Uw is bezittelijk (geeft aan dat het van iemand is, mijn huis, jouw verhaal, uw verzoek) en u niet.
Is dat uw boek? Leest u dat boek?
Is dat haar (ook bezittelijk) boek? Leest ze dat boek? (leest haar dat boek, dat klinkt niet, is dus ook niet bezittelijk)
Wellicht helpt dit je.
neem de stam van een werkwoord. In de tt komt er een t achter:
ik loop
jij loopt
hij/zij loopt
wij lopen
zij (mv) lopen.
als het een bezit van iemand is: jouw met een w. (maar het is van jou, zonder w.)
Dat geldt meteen voor uw boek, uw sjaal, uw dingen enz.
Als ik twijfel dan gebruik ik meestal het werkwoord "werken" om te weten of er een t bij moet of niet.
Stel: 'hij vindt' en je twijfelt. Neem in gedachten "hij werkt", ja dus een t erbij.
Stel: ' word je al moe?'. Neem in gedachten "werk je al moe?", dat slaat nergens op, maar je weet tenminste dat er geen t bij te pas komt.
Het werkwoord laden bv: ik laad, ik laadde, waarom? De stam van het werkwoord is "laad", dan komt "de" erbij.
Het werkwoord lachen bv: ik lach, ik lachte, waarom? De stam van het werkwoord is "lach", dan komt "te" erbij.
Bij "laden" heb je dubbele d wegens de stam van het werkwoord.
Ik hoop je hiermee van dienst te zijn??? :?
ook nog belangrijk: is het werkwoord in de zin de 'persoonsvorm' (zo noemen in België toch het werkwoord dat verbonden is met het onderwerp van de zin), of is het een 'voltooid deelwoord' (bij verleden tijd)
Voorbeeldje:
Hij verklaart (verklaart is hier persoonsvorm)
(theorie zie hierboven:tegenwoordige tijd= Stam + t)
Hij heeft verklaard (hier is 'heeft' de persoonsvorm, en 'verklaard' het voltooid deelwoord)
(theorie: stam + d of t. Om te weten of je d of t moet gebruiken, moet je in dit geval het woord langer maken: je zegt verklaarden, niet verklaarten - dus + d)
Vaak helpt analogie:
Dit hetzelfde als Lien meldde zie ik nu, maar het is goed het nog eens te melden:
vervang het werkwoord door een vorm van denken, dan hoor je of er al dan niet een t bij komt:
hij word? gek
hij denkT gek
--> dus komt er een t achter
Ook analogie jou of jouw.
Wanneer je er u van maakt HOOR je de eventuele W erbij:
- ik heb jou? boek uit
- ik heb uW boek uit
-->dus komt er een W achter jou!
Hoi Adrie,
Misschien gewoon een boekje aanschaffen met de Nederlandse grammatica op een rij? Als je je er even in verdiept zijn de regels rondom d/dt en u/uw helemaal niet zo moeilijk. Zeker niet met de extra uitleg van mijn voorgang(st)ers.
Ik loop, hij loopt (zo geldt
Lid sinds
17 jaar 1 maandRol
neem de stam van een
Lid sinds
17 jaar 2 maandenRol
Als ik twijfel dan gebruik
Lid sinds
16 jaar 3 maandenRol
ook nog belangrijk: is het
Lid sinds
16 jaar 11 maandenRol
Vaak helpt analogie: Dit
Ook belangrjik: geen t
Lid sinds
19 jaar 11 maandenRol
Hoi Adrie, Misschien gewoon
Lid sinds
16 jaar 6 maandenRol
Goeie tips Mijn voorkeur
Lid sinds
15 jaar 4 maandenRol
zie ook:
Lid sinds
16 jaar 8 maandenRol