eindigen met d of dt.

10 September 2008 - 20:06
Hallo, Ik ga nog nog wel eens in de fout met bv. houd of houdt van. Of met u of uw. In sommigen boeken kom ik die woorden ook tegen. Automatisch maak ik toch die fouten.

Lid sinds

17 jaar 1 maand

Rol

  • Gewone gebruiker
10 September 2008 - 20:10
Ik loop, hij loopt (zo geldt het ook voor houden en andere werkenwoorden) Je krijgt alleen een t in de tegenwoordige tijd bij hij/zij of het) Uw is bezittelijk (geeft aan dat het van iemand is, mijn huis, jouw verhaal, uw verzoek) en u niet. Is dat uw boek? Leest u dat boek? Is dat haar (ook bezittelijk) boek? Leest ze dat boek? (leest haar dat boek, dat klinkt niet, is dus ook niet bezittelijk) Wellicht helpt dit je.

Lid sinds

17 jaar 2 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
10 September 2008 - 20:35
neem de stam van een werkwoord. In de tt komt er een t achter: ik loop jij loopt hij/zij loopt wij lopen zij (mv) lopen. als het een bezit van iemand is: jouw met een w. (maar het is van jou, zonder w.) Dat geldt meteen voor uw boek, uw sjaal, uw dingen enz.

Lid sinds

16 jaar 3 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
10 September 2008 - 21:15
Als ik twijfel dan gebruik ik meestal het werkwoord "werken" om te weten of er een t bij moet of niet. Stel: 'hij vindt' en je twijfelt. Neem in gedachten "hij werkt", ja dus een t erbij. Stel: ' word je al moe?'. Neem in gedachten "werk je al moe?", dat slaat nergens op, maar je weet tenminste dat er geen t bij te pas komt. Het werkwoord laden bv: ik laad, ik laadde, waarom? De stam van het werkwoord is "laad", dan komt "de" erbij. Het werkwoord lachen bv: ik lach, ik lachte, waarom? De stam van het werkwoord is "lach", dan komt "te" erbij. Bij "laden" heb je dubbele d wegens de stam van het werkwoord. Ik hoop je hiermee van dienst te zijn??? :?

Lid sinds

16 jaar 11 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
10 September 2008 - 22:46
ook nog belangrijk: is het werkwoord in de zin de 'persoonsvorm' (zo noemen in België toch het werkwoord dat verbonden is met het onderwerp van de zin), of is het een 'voltooid deelwoord' (bij verleden tijd) Voorbeeldje: Hij verklaart (verklaart is hier persoonsvorm) (theorie zie hierboven:tegenwoordige tijd= Stam + t) Hij heeft verklaard (hier is 'heeft' de persoonsvorm, en 'verklaard' het voltooid deelwoord) (theorie: stam + d of t. Om te weten of je d of t moet gebruiken, moet je in dit geval het woord langer maken: je zegt verklaarden, niet verklaarten - dus + d)

10 September 2008 - 23:18
Vaak helpt analogie: Dit hetzelfde als Lien meldde zie ik nu, maar het is goed het nog eens te melden: vervang het werkwoord door een vorm van denken, dan hoor je of er al dan niet een t bij komt: hij word? gek hij denkT gek --> dus komt er een t achter Ook analogie jou of jouw. Wanneer je er u van maakt HOOR je de eventuele W erbij: - ik heb jou? boek uit - ik heb uW boek uit -->dus komt er een W achter jou!

Lid sinds

19 jaar 10 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
11 September 2008 - 5:55
Ook belangrjik: geen t indien je/jij achter het ww komt, zie: ik vind - vind ik jij vindt - vind jij hij vindt - vindt hij

Lid sinds

16 jaar 6 maanden

Rol

  • Gewone gebruiker
11 September 2008 - 10:20
Hoi Adrie, Misschien gewoon een boekje aanschaffen met de Nederlandse grammatica op een rij? Als je je er even in verdiept zijn de regels rondom d/dt en u/uw helemaal niet zo moeilijk. Zeker niet met de extra uitleg van mijn voorgang(st)ers.