Afbeelding

Stapel verhalen op een stapel

Foto: Pixabay

Waarom we vooral manuscripten moeten blijven opsturen

Literair agent Bisseling riep ons op om geen manuscripten meer in te sturen, maar vooral veel te lezen. Want net zoals veel uitgeverijen worden ook zij overspoeld door enthousiaste amateurschrijvers. Bisseling vraagt zich af waarom hobbyschrijvers hun werk insturen. Een rare vraag, en een rare oproep, voor een bedrijfje dat leeft van schrijvers, én lezers.


Schrijver lezen, lezers schrijven

Want ja, we lezen steeds minder. En als ik een uitgever was, of een literair agent, zou ik alles op alles zetten om de lezer te vinden, in plaats van ze weg te jagen. Want schrijvers lezen, en lezers schrijven, dat weet iedereen.

Daarnaast, in de boekwinkel en bibliotheek liggen hoofdzakelijk de boeken die uitgevers lezenswaardig vinden; de zelfbenoemde poortwachters van de literaire wereld. Misschien moeten uitgevers zich afvragen of ze de juiste boeken publiceren. Misschien moeten ze juist meer (écht onbekende) schrijvers uit die ongewenste stapel manuscripten vissen – en ja, dat betekent dat óok zij meer moeten lezen.

Of misschien lijkt het boekenvak steeds meer op dat van het literaire tijdschrift, dat niemand leest, behalve de schrijvers die er in publiceren. En een enkele verdwaalde literaire agent of uitgever, op zoek naar een nieuwe auteur om te publiceren. Een incestueus gebeuren, als je het zo bekijkt.

Echte schrijver

De hobby schrijver kan daarnaast al schrijver zijn. Want ben je een échte schrijver als je een betalend lezerspubliek hebt? Ongeacht of je dat via die gerenommeerde uitgever bereikt, of in eigen beheer? En wat dan te vinden van een boek dat door een beroemd uitgever met veel bombarie wordt uitgegeven en maar een kleine lezerskring heeft? Een onechte schrijver, of een onbegrepen schrijver? Geldt hetzelfde voor de schrijver die in eigen beheer publiceert, en ook een klein lezerspubliek heeft? Of gaat het over de lezer? Is de ene lezer misschien een echte lezer die ‘echte’ schrijvers leest, en de ander niet? En wie gaat zichzelf dan opperlezer noemen, om vervolgens iets te vinden van lezers die bijvoorbeeld ‘Vijftig tinten grijs’ of Olaf J. de Landell lezen?

De hobby schrijver kan dus zomaar een opperlezer zijn, of een onbegrepen schrijver. Dus blijf vooral manuscripten opsturen. Want om te kunnen lezen, moet er geschreven worden. En schrijvers hebben we nodig, want dat zijn de lezers, beste mensen. Je kunt niet alles hebben.

Over de auteur

Lizette van Geene schrijft korte verhalen, romans en educatieve publicaties in haar eigen vakgebied (werk, loopbaan en gezondheid). Ze is freelance recensente literatuur bij het Eindhovens Dagblad en werkt als schrijfcoach, onder andere bij Schrijven Online. Sinds 2004 worden haar verhalen gepubliceerd in (e) magazines, onder andere in Tirade en het Vlaamse Deus ex Machina. Deelname aan literaire schrijfwedstrijden resulteerde in nominaties en prijzen. David, en andere bewijzen van liefde is haar eerste roman. In augustus 2017 verscheen haar verhalenbundel Een nacht om te horzelen.
 

Uitgeven