Afbeelding
Pixabay
Pixabay
Ik ben gestopt met het meedoen aan schrijfwedstrijden. In twintig jaar heb ik één keer de eer binnen gehaald. Niet winnen is teleurstellend maar te verwachten, er kan maar een de winnaar zijn.
Eens werd de historische verhalen wedstrijd door de regionale krant in Noord Holland heel serieus aangepakt. Er werden sprekers uitgenodigd, een auteur, een redacteur en een kunstenaar, die alle drie tips gaven over het schrijven van een historisch verhaal. Wat er niet bij verteld werd, was dat deze mensen de jury vormden van de wedstrijd.
De schrijfster had enorm succes gehad met haar debuutroman, ook haar tweede boek behaalde herdrukken. Ze werd door de gastheer aangekondigd als een echte ster. Ik was zo blij haar hier te ontmoeten. Ik had haar beide boeken gekocht. In mijn enthousiasme bood ik haar mijn tweede boek aan, omdat ik dacht dat we een gemeenschappelijke interesse hadden. Haar debuut is een familieroman evenals Hey Buddy. Mijn boek heeft een hard cover en binnenin staan vele foto’s, wat het een kostbaar geschenk maakt. Aan de signeertafel aarzelde ze om het aan te nemen. Ze zei dat ze geen tijd zou hebben om er nadien enig oordeel over te geven. Haar koele reactie schrok me af. Om ons heen stonden vele amateur schrijvers en m’n trots verbood het me het boek terug te nemen.
Je moet je onderscheiden, had het trio van deskundigen geadviseerd. Maar het moet een historisch verantwoord en waar gebeurd verhaal in de regio zijn. Ik voelde me al gloeien in de zaal. Ik had m’n onderwerp en ook een originele insteek. Mijn personage zou een gebouw zijn: het marine zwembad in Den Helder. Hoeveel jonge Nieuwediepers hadden daar niet via Zeemacht het A-tje gehaald terwijl ook alle militairen, ongeacht de rang, daar de zwemtrainingen kregen. Een bijzonder pand, om en nabij de tachtig jaar oud, en nu werd het afgebroken. Het moest wijken voor het gemeentebad. Ik zou het zwembad zijn eigen verhaal laten vertellen. Een titel had ik ook al: Zwembad in puin.
In de maanden dat je tijd had om het verhaal te schrijven werden nog twee bijeenkomsten georganiseerd. Door de vragen die de andere deelnemers stelden, wist ik dat ik goed zat. De valkuilen waarvoor gewaarschuwd werd, kende ik al. Ook mocht je een keer je verhaal voorleggen aan de kunstenaar die ook schrijfdocent was. Hij beoordeelde mijn verhaal zeer lovend met woorden als chapeau en hij had geen op of aanmerkingen!
De uitslag werd bekendgemaakt tijdens een feestelijke uitreiking. Er was koffie met wat lekkers, alle deelnemers waren uitgenodigd en mochten een introducee meenemen. Vrijwel meteen wist ik dat ik niet had gewonnen, niet eens de derde prijs. Pas nu zagen we dat de jury bestond uit de adviseurs van de eerste bijeenkomst. De schrijfdocent, prees de inzendingen. Hoe verschillend en origineel ze allemaal waren, er was zelfs een pratend zwembad binnengekomen.
De teleurstelling werd nog groter. Mijn verhaal leek niet opgenomen in de bundel waarin de vijftig beste inzendingen waren geplaatst. Niets dan lof voor mijn inzending bij de beoordeling en nu niet eens bij de eerste vijftig? We gingen met elkaar op de foto. Toevallig stond ik naast de gevierde auteur. Verbaasd, teleurgesteld zei ik dat ik niet in de bundel stond.
De manier waarop ze kattig snauwde: ‘had je wel gewonnen dan?’ opende mijn ogen. Vilein had ze mijn overwinning geblokkeerd!
Later bleek mijn verhaal wel opgenomen te zijn, ze hadden de titel veranderd? Ze? Wie? Zij natuurlijk!
Janny de Heer debuteerde met Landskinderen van Curaçao (1999). De schrijfster is gegrepen door de absurditeit van maatschappelijke omstandigheden waarin mensen meegesleurd worden in situaties waar ze niet zelf om hebben gevraagd. Niet bewust zo bedacht, maar sinds haar debuut (historisch fictief) zijn haar latere werken meer geïnspireerd door waargebeurde geschiedenissen.
Bron foto: Pixabay
Door ervaren, professionele redacteuren. Goed én betaalbaar!
Elk nummer een nieuw schrijfthema.
55% korting voor abonnees van Schrijven Magazine!
Abonnees profiteren van extra voordelen.