Afbeelding

Observeren bij schrijven

Foto: Pexels

Scherp observeren en gedoseerd overdrijven

Michel van Egmond schrijft sinds 2013 de ene bestseller na de andere en wint daar nog prijzen mee ook. Dankzij zijn doorbraak met Gijp kreeg hij honderdduizenden mensen weer aan het lezen. Ook zijn andere, meestal voetbal-gerelateerde boeken vliegen de winkel uit. Wat is zijn geheim?


Luchtige toon

De losse schrijfstijl is een vereiste om een groot publiek aan te spreken. Hijgerig en sensatiebelust of juist saai en zakelijk zijn de boeken van Michel van Egmond dan ook allerminst. Anders dan bij het schrijven van een verslag van een vergadering, een tekst over een opstalverzekering of een gebruiksaanwijzing van een printer heeft hij de mogelijkheid en dus de gewoonte om de toon luchtig te houden. 

Overdrijving: een aanstekelijke stijlvorm

De boeken die Van Egmond schreef over René van der Gijp, Wim Kieft en het programma Veronica Inside laten ook een van zijn favoriete stijlvormen zien: de overdrijving. Een groot horloge heeft 'de afmetingen van een stoeptegel', een bovenmaatse biefstuk is 'zo groot als een deurmat' en een lange monoloog van analist Johan Derksen heeft 'Fidel Castro-achtige proporties'. Omdat ook Gijp zowel hyperbool als understatement in zijn spreektaal gebruikt, werkt dit aanstekelijk. De voornoemde biefstuk lag op het bord van collega Jan Boskamp. Gijp: 'Jan heeft zojuist een hele dromedaris opgegeten. Met een liter bearnaisesaus'. Of juist een (metaforisch) understatement voor zijn mentale inzinking: 'ik zit even niet zo lekker in de wedstrijd'. 

Doseren

Deze stijlvorm werkt alleen als je precies op de juiste manier doseert. Een 'biefstuk ter grootte van een voetbalveld' zou bijvoorbeeld niet werken, net als een 'horloge met de afmetingen van een salontafel'. Nu zijn een deurmat en een stoeptegel ook overdreven, maar juist gekozen objecten die net wat lomper zijn dan het lijdend voorwerp, grotesk genoeg om de lezer aan het lachen te krijgen. Overbodig om op te noemen: enig gevoel voor humor is essentieel. 

Observeren is het halve werk, een mening niet altijd nodig

Wie als schrijver op details let, hoeft alleen maar op te schrijven wat hij ziet. De omgeving van een voetbalpraatprogramma met ongeleide projectielen aan tafel is daar uitermate geschikt voor. Maar een collega als Marcel van Roosmalen heeft dezelfde aanpak in zijn boek Nederland onder het systeemplafond. Hij schrijft louter op wat er gebeurt - dat is al grappig genoeg. Beide schrijvers hebben oog voor de tragikomische kant van het leven. Daarnaast dringen deze auteurs hun mening niet op, tenzij de situatie daarom vraagt. Derksen en Gijp die elkaar na een breed in de media uitgemeten ruzie geforceerd een handje geven bijvoorbeeld. Michel Van Egmond: 'Het is een belachelijk gezicht'.