Afbeelding
Bron Pixabay
Bron Pixabay
Tijdens het lezen van een manuscript werd ik direct gegrepen door het onderwerp, de pakkende korte zin waarmee een hoofdstuk werd afgesloten en de fijne schrijfstijl met de heldere dialogen. Toch knaagde er iets. Kloppen de feiten eigenlijk wel, ging er regelmatig door mijn hoofd. Was Live Aid niet eerder dan in 1990 waar we - als ik snel een beetje reken - nu zijn aanbeland in dit boek? Na even googelen zie ik dat dat grote benefietconcert voor Ethiopië op 13-7-1985 plaatsvond.
Soms had ik na een halve pagina lezen pas door dat we terug waren bij de volwassen Suzanne, nadat ik meerdere hoofdstukken had gelezen over Suzanne als tiener.
Ik opende Excel en begon per hoofdstuk maar eens een paar dingen te noteren:
Het werd me nu duidelijk dat een aantal feiten niet konden kloppen.
Dit manuscript besloeg een langere periode waarin we Suzanne zagen opgroeien vanaf 10 jaar met af en toe flashbacks naar haar als klein meisje. Ik zag dat er soms een paar hoofdstukken achter elkaar en dan weer lange tijd niet vanuit de volwassen Suzanne werd geschreven: alleen, in het ziekenhuis en aan het einde van haar leven. Hier zat geen opbouw of logica in.
Toen ik in een gesprek met de auteur ook mijn Excel aan haar liet zien was ze daar in eerste instantie heel blij mee: ‘Wat een scherpe analyse heb je gemaakt en compleet met Excel bestand!’. Later in het gesprek werd ze stiller en na een toiletpauze vroeg ze me vertwijfeld: ‘Moet ik nou voor ieder boek echt zo’n uitgebreid schema maken? Ik wil eigenlijk gewoon lekker schrijven en ben helemaal niet goed met schema’s en structuren.’
Nee, ik denk niet dat je altijd een gedetailleerd schema hoeft te maken. Het hangt natuurlijk ook af van de inhoud van je boek, de periode die je overbrugt, of je chronologisch vertelt of niet.
Doordat in dit boek zowel perspectief als chronologie willekeurig wisselen en niet alle feiten kloppen, komt het verhaal chaotisch bij de lezer binnen. Hierdoor loop je het risico dat de lezer niet lekker in het verhaal komt en afhaakt.
Je zou er hier bijvoorbeeld voor kunnen kiezen om steeds na drie hoofdstukken een kort hoofdstuk te schrijven vanuit de volwassen Suzanne. Je zou boven ieder hoofdstuk een jaartal kunnen zetten of op een andere, simpele manier duidelijk kunnen maken dat er een wissel plaatsvindt. Ook is mijn advies om het perspectief consequent toe te passen (bijvoorbeeld de jonge Suzanne in personaalperspectief en de volwassen Suzanne in de ik-persoon).
Als alle details kloppen en er sprake is van een heldere structuur, maakt dat het verhaal sterker en geloofwaardiger.
Annemarie Smits (1970) heeft jarenlang gewerkt als IT projectmanager tot ze tijdens een sabbatical is gaan doen wat ze echt leuk vindt: lezen, schrijven en coachen van schrijvers. Ze helpt auteurs hun verhaal zo op te schrijven dat de boodschap overkomt en de lezer wordt meegesleept. Perspectiefvraagstukken en aanbrengen van structuur zijn haar specialiteit. Regelmatig schrijft ze blogs en boekrecensies en ze is altijd nieuwsgierig naar nieuwe manuscripten.
Ervaren redacteur Maria Genova deed voor Schrijven Online meer dan dertig manuscriptbeoordelingen. Lees haar tips in het komende nummer!
Mariken Heitman geeft tips! Meld je aan en ontvang dit nummer.
Meld je aan voor de Schrijven Nieuwsbrief.
Topauteur Herman Koch geeft naar aanleiding van het verschijnen van zijn nieuwe boek advies aan jonge schrijvers. Meld je aan!
Dit nummer niet missen? Neem vóór 24 januari 23:59 u. een abonnement dan ontvang je dit nummer!
Comments
Ik beschouw literatuur als
Ik beschouw literatuur als
Geloof me: kunst is emotie,
Geloof me: kunst is emotie,
Meneer Kruidnagel, ik bedoel:
Meneer Kruidnagel, ik bedoel:
Ik vind het onterecht om zo'n
Ik vind het onterecht om zo'n