Afbeelding

Man met hoofd in armen

Foto door Alex Green via Pexels

Proeflezers: moeten ze je laten huilen?

De beste proeflezers zijn kritische lezers, wordt er weleens gezegd. Als je een beetje om hun commentaar moet huilen, is het goed. Maar is dit echt de enige manier om goede feedback te krijgen?


Jij kan gewoon niet tegen kritiek

Nee, klopt, ik kan niet tegen kritiek. En in mijn ervaring zijn er heel weinig mensen die daar wél goed tegen kunnen. Toch is kritiek nodig om je verhaal beter te maken, dus wagen we ons aan proeflezers. En hoe strenger de proeflezer, hoe meer we al snel denken te leren.

Minder streng is minder effectief?

Minder streng is inderdaad minder effectief. Wanneer een proeflezer een verbeterpunt ziet en dit niet zegt om de schrijver te sparen, wordt het proeflezen automatisch minder nuttig. 
Dit betekent niet dat een proeflezer waarbij je bang bent om het document te openen automatisch beter is. Het gaat allemaal om de balans en de manier van overbrengen. Voor mijn debuut kreeg ik een redacteur die mij behoorlijk wat heeft laten aanpassen in het verhaal en ook mijn hele document volzette met opmerkingen. Dit heb ik nooit te veel gevonden en hij heeft me ook nooit het idee gegeven dat ik maar beter kon stoppen met schrijven. Dat kwam omdat hij vaak ook de goede dingen benoemde en ook altijd positief was in zijn begeleidende mails.
Nu zeg ik niet dat een proeflezer alles moet doen om de gevoelens van een schrijver te sparen. Maar vaak zijn er wel betere manieren om iets te zeggen, ook zonder dat het veel extra moeite kost. Iets wat al helpt is: houd er rekening mee dat niemand gelijk heeft.

Je hebt geen gelijk

Dit kan je zowel tegen de schrijver als tegen de proeflezer zeggen. Over veel punten is er geen ‘goed’ of ‘fout’. Zo krijg ik van de ene proeflezer te horen dat ik te emotioneel schrijf en van de ander dat ik niet genoeg emoties beschrijf. Ze kunnen nooit allebei gelijk hebben, aangezien het een kwestie van smaak is.
Soms worden meningen bij het proeflezen als feiten neergezet. Denk aan: ‘dit is te melodramatisch’, ‘deze scène is niet goed’. Als dit zonder een begeleidend bericht komt, is het niet alleen naar om te lezen, maar geeft het ook het gevoel dat een proeflezer een erg hoge pet op heeft van zichzelf.

Nee, we willen effectief werken

Ik hoor weleens dat proeflezers nu eenmaal graag effectief te werk gaan en daarom kortaf lijken. Dit is niet helemaal hoe opbouwende kritiek werkt. Als je de tijd neemt om te proeflezen, kan je ook de tijd nemen om af en toe aan te geven wat je wel leuk vindt aan het verhaal. Je hoeft niet te liegen, je hoeft het niet beter te maken dan het is. Je hoeft alleen maar te bedenken dat iemand dit gaat lezen die heel veel tijd in het verhaal heeft gestoken. Zo heb ik proeflezers die zeggen ‘als je naar het document kijkt, lijkt het net alsof ik alles vreselijk vind, maar dat is niet zo.’ Dat maakt het al een stuk minder heftig, terwijl de inhoud toch hetzelfde blijft.

‘De beste proeflezers laten je huilen’ is mijn ogen niet waar, omdat je ook een kritische proeflezer kan zijn zonder het zo heftig te brengen. Heb jij proeflezers of een redacteur waarmee je niet prettig werkt? Denk er dan aan dat opbouwende kritiek niet zo vervelend hóeft te zijn. Je kan in gesprek gaan over de methode en kijken of er iets is wat voor jullie allebei werkt.

Over de auteur

Nanouk Kromhout van der Meer (1995) studeert letterkunde in Nijmegen. Geheel bijpassend schrijft ze zelf ook, onder haar eerste en tweede naam: Nanouk Kira. Haar debuut Drakenhart kwam in december 2020 uit bij Uitgeverij Macc. Op het moment wacht ze de redactie af van haar volgende boeken in het fantasygenre en schrijft ze ondertussen verder.
 

Uitgeven