Afbeelding
Bron Pixabay
Bron Pixabay
Door wiens/wier ogen beleven we het verhaal, of de scène? Oftewel: welk perspectief kies je, als schrijver? In dit stukje vertel ik iets over het belang van één perspectief.
‘Hi, mag ik…’ Met een schok herkende Rob de barista. ‘Uhm… een cappuccino, alsjeblieft.’ Shit, hij hoopte vurig dat ze niet meer wist wie hij was.
‘Voor hier of om mee te nemen?’ vroeg het meisje, dat zich ongemakkelijk begon te voelen terwijl ze de man probeerde te plaatsen.*
De tweede zin (*) zou ik als ‘perspectiefbreuk’ markeren. Waarom?
Het meisje is nog naamloos, bovendien kijken we in de eerste alinea door de ogen van Rob, dus waarschijnlijk ligt het perspectief bij hem. Anders gezegd: Rob ‘beleeft’ de scène. Hoe kan hij dan weten dat zij hem probeert te plaatsen en zich daarbij ongemakkelijk voelt?
Ondanks dat veel (ook bekende) schrijvers zich aan perspectiefbreuk ‘bezondigen’ en het dus geen échte fout genoemd kan worden, blijf ik het jammer vinden als er niet voor één perspectief per scène of hoofdstuk is gekozen. Als de lezer namelijk alleen weet en ziet wat de protagonist weet en ziet, en dus níét weet en ziet wat de andere personages weten en zien, ondergaat hij dezelfde onzekerheid als de protagonist, wat zowel het realisme, het inlevingsvermogen als de spanning ten goede komt.
Wat wel zou kunnen, in bovenstaand voorbeeld:
‘Voor hier of om mee te nemen?’ vroeg het meisje. Rob zag dat ze zich ongemakkelijk begon te voelen.
Een ‘trucje’ om perspectiefbreuk te voorkomen, is schrijven in de ik-vorm. Dan blijkt direct wat je wel of niet namens/over de ander kan schrijven:
‘Hi, mag ik…’ Met een schok herken ik de barista. ‘Uhm… een cappuccino, alsjeblieft.’ Shit, hopelijk weet ze niet meer wie ik ben.
‘Voor hier of om mee te nemen?’ vraagt het meisje. (‘dat zich ongemakkelijk begint te voelen terwijl ze mij probeert te plaatsen’ klinkt dan op z’n minst wat paranormaal.)
Dit betekent overigens niet dat je je verhaal per se in de ik-vorm moet (her)schrijven. Je zou dit in gedachten kunnen doen, om te checken of je niet buiten het perspectief van de protagonist treedt.
Niets mis overigens met meerdere perspectieven, integendeel, zolang je het maar bij één perspectief per scène of hoofdstuk houdt. Zorg er dan voor dat je in de eerste alinea of zin duidelijk maakt door wiens/wier ogen we kijken:
‘Goedemorgen, wat kan ik voor u maken?’ vroeg Kirsten aan de man aan de andere kant van de counter, die haar vaag bekend voorkwam. Een ongemakkelijk gevoel begon zich in haar maag te nestelen.
Het is dus niet nodig je hele manuscript vanuit één perspectief te schrijven. Sterker: het gebruik van meerdere perspectieven kan je verhaal verrijken, zoals o.a. Sarah Pinboroughs ‘Wat jij niet ziet’ en Stephen Kings ‘De buitenstaander’ bewijzen.
Rob Steijger werkt als freelance redacteur voor uitgevers als Cargo, Lebowski en HarperCollins, waarvoor hij voornamelijk romans en thrillers redigeert. Daarnaast helpt hij regelmatig zelfuitgevende of uitgeverzoekende schrijvers. Zijn website: www.fzeven.nl
Dit nummer niet missen? Neem vóór 15 november 23:59 u. een abonnement dan ontvang je dit nummer!
Dit nummer niet missen? Neem vóór 15 november 23:59 u. een abonnement dan ontvang je dit nummer!
Sommige schrijvers tikken moeiteloos heel wat woorden weg in korte tijd. Hoe doe je dat zelf?
Kathy Mathys hoopt dat je van herschrijven gaat houden met haar handige tips.
Anya Niewierra schreef geschiedenis: met 5 boeken op de bestsellerlijst. Wat is het geheim van de auteur van De camino?