De toverstaf van je boek: pratende personages

dialoog schrijvenPratende personages zijn de toverstaf van je boek. Ze kunnen je boek geven wat het broodnodig heeft. Ga maar na.

• Emotie: Uit de toon, woordkeuze, lichaamstaal en dergelijke, weet je lezer welke emoties je personage in hun greep hebben. Boze mensen klinken anders dan blije mensen.
• Spanning: Als je lezer door wat een personage zegt weet dat hij of zij liegt, dan voert dat de spanning op. Idem als er geframed wordt en gemanipuleerd, als er confrontatie is, als er vragen ontweken worden – kortom, als de discussie duidelijk maakt dat de sfeer geladen is.
• Conflict: Net als spanning kun je ook het gevoel van conflict met een twistgesprek oproepen.

Daarbij komt dat een goeie dialoog je verhaal opstuwt en je lezer nieuwsgierig maakt.

En wat ook een waardevol pluspunt is van pratende personages: het helpt je om te showen in plaats van te tellen.

Laat je personages ‘vertellen’ wat er aan de hand is

Zodra je personages praten heb je show: een scène waarin dingen gebeuren. Dan vertel jij als schrijver niet dat Louise verdrietig is, maar laat Louise dat zelf zien; door wat ze zegt en hoe ze het zegt, door de manier waarop ze reageert op wat de ander zegt, niet alleen in spreektaal maar ook in lichaamstaal – show.

Een scène waarin gepraat wordt is een actiescène en houdt je lezer geboeid.

Een scène met een personage in z’n eentje is daarom een lastige (tenzij bijvoorbeeld druk bezig met een bom leggen – is ook actie en ook show). Vermijd bij zo’n eenzame ziel gedachtenspinsels. Laat hem liever die mijmeringen delen met de barjuffrouw.

Te veel van het goede

Een dialoog is goed; een lange dialoog is beter? Nee, integendeel. Een lange lap dialoog kan juist saai worden en lastig om doorheen te komen. Maar een lange, ononderbroken dialoog is ook helemaal niet nodig: tijdens het praten staan je personages niet als ijspilaren stil maar doen ze van alles; ze drentelen heen en weer, pakken iets op, trommelen met hun vingers op tafel, grijpen de ander bij zijn kraag, stampvoeten, schudden hun vuist onder de ander zijn neus, enzovoort.

Wissel het praten dus af met handelingen.

Praten is niet alleen letterlijk praten

Mensen communiceren niet alleen via spraak met elkaar maar ook op andere manieren. Behalve met lichaamstaal is dat ook via social media, Whatsapp en dergelijke. Met gewone tekst maar ook met incrowdtermen en afkortingen, en vooral ook met emoji’s: chattaal.

Dat kun je gebruiken om de leeftijd en sociale groep van een personage te laten zien. Maar kijk uit: chattaal verandert razendsnel; YOLO kun je bijvoorbeeld wel gebruiken om degene die je het laat zeggen, te tonen als de would-be hipster die hij/zij is, maar niet (meer) voor een schoolmeisje van 14. BRB was leuk in tijden van MSN, maar is nu ouderwets. LOL wordt nog veel gebruikt maar dan ziet je lezer geen 16-jarige internetondernemer voor zich.

Dit soort afkortingen worden meer en meer vervangen door emoji’s. Maar om nou je dialoog alleen uit emoji’s te laten bestaan… Bovendien veranderen deze ook snel, dus handle with care als je je boek wat langer dan een half jaar relevant wil laten zijn.

Over de auteur

Miriam Wesselink:

  • Schrijft sinds NaNoWriMo 2012.
  • Schrijft sciencefictiondrama Verstrengelde Deeltjes.
  • Schrijft ook artikelen op haar schrijftipswebsite Singularity.nl.
  • Schrijft zo nu en dan een kort verhaal en publiceert dat ook op haar site.
  • Twittert over van alles en nog wat.
  • Bidt niet maar vloekt wel.

Techniek