Afbeelding
Daniel Reche via Pexels
Daniel Reche via Pexels
Het is een van de meest gehate vragen onder schrijvers; waar haal jij je inspiratie vandaan? Alsof het iets is wat je zomaar kan plukken uit een bloemenveld. Alsof het iets is wat je komt aanwaaien. Alsof schrijven geen ambacht is als een ander, en je niet elke dag moet knokken om de juiste woorden te vinden. De meeste schrijvers staan gewoon elke ochtend op, net als jij en ik, om achter hun bureau te gaan zitten. Ze slaan hun computer open en gaan aan de slag. Soms is hun werk goed, soms is het slecht. Soms hebben ze een goede dag, soms hebben ze een slechte dag. Net als jij en ik.
Wat is dat dan, inspiratie? Zijn het de ideeën, ideeën die verhalen vormen? Een krakende, verlaten schommelstoel is voor de één stof voor een verhaal over verdwenen kinderen, voor de ander is het gewoon wat het is: een schommelstoel. De een vindt inspiratie op elke straathoek, de ander nergens. Wat is het verschil tussen de één en de ander? Waarschijnlijk is de één een schrijver, en de ander niet. Waarin verschilt een schrijver van een niet-schrijver?
Renate Dorrestein droeg soms tijdens het schrijfproces van één boek altijd dezelfde trui, die ze niet wastte. Zodat ze, enkel door de trui te ruiken, al in de sfeer van het boek komt. Of ze luisterde één enkele plaat, continu op repeat. Of ze dronk haar thee uit dezelfde kop. Ernest Hemmingway schreef het liefst naakt – zodat hij ook zijn zinnen kon ontdoen van ballast. Haruki Murakami rent tientallen kilometers om in zijn concentratiezone te komen.
Nu zijn deze rituelen allen louter dit; gewoontes die werden opgebouwd om in een bepaalde zone te komen. De zone waar het verhaal bestaat, en niets dan het verhaal. Het zoeken naar focus in een wereld vol afleiding. Want die was er altijd al, niet sinds de komst van de smartphone. Het gaat om de kracht van herhaling, en het Pavlov-syndroom. Als de hond altijd een bepaald geluid hoort voor het eten krijgt, gaat hij na een tijdje kwijlen bij het horen van het geluid. Deze schrijvers waren hun eigen Pavlov. Het is moeilijk om in die zone van concentratie te komen, dus hulpmiddelen worden ingezet om het hoofd een loer te draaien – en een short cut te nemen.
Waar vindt men dan inspiratie? Sommige schrijvers halen het uit het leven zelf. Ze laten zich inspireren door hun boze buurvrouw, of personifiëren het vuur in de kachel omdat ze er een muil en twee ogen inzien. Het leven zelf als inspiratie gebruiken is net zo gevaarlijk als interessant. Menig schrijver verkocht z’n ziel aan de literatuur (Karl Ove Knausgard, Sylvia Plath), en moest met het leven zelf voor de woorden betalen. Ze gaven zich in die mate over aan het woord, dat ze hun eigen leven ten prooi legden. Ze schreven over het leven zelf en de verwikkelingen waar ze middenin zaten. Karl Ove werd daarvoor door z’n oom naar de rechtbank gesleept. Plath liet het zo ver niet komen, en stak haar hoofd in de oven.
Twee bovengenoemde schrijvers claimden allebei geen fantasie te hebben. Daarom hadden ze geen keus, moesten ze hun eigen leven wel gebruiken als bron van inspiratie. Zodra er tovenaars, boze heksen en draken bij kwamen kijken, hielden ze het voor bekeken. Ze konden zich niet voorstellen wat ze niet zelf hadden ervaren en gezien. Toch plukten fantasyschrijvers zoals Tolkien hun verhalen ook niet zomaar uit de lucht. Tolkien liet zich inspireren door de Noorse mythologie en taal voor het schrijven van zijn meesterwerk Lord of The Rings.
Dus wat is dat dan, inspiratie? Is inspiratie eigenlijk concentratie? Zijn het ideeën? Moeten we het complete woord gewoon laten schrappen uit de Van Dale? Of gunnen we iedereen zo nu en dan wat inspiratie? Ook de accountant, de tuinman en de advocaat? Komt het je aanwaaien, of vind je het met de kracht van gewoonte? Zijn er domme vragen, of enkel domme antwoorden? Waar we het vinden, zullen we nooit echt weten. Wat het is, ook daarover tast ik nog in het duister.
Wil jij inspiratie op doen om zelf een verhaal te schrijven? Volg dan een gratis masterclass bij De Schrijfschool.
Meld je aan voor de Schrijven Nieuwsbrief.
Dit nummer niet missen? Neem vóór 24 januari 23:59 u. een abonnement dan ontvang je dit nummer!
Ervaren redacteur Maria Genova deed voor Schrijven Online meer dan dertig manuscriptbeoordelingen. Lees haar tips in het komende nummer!
Topauteur Herman Koch geeft naar aanleiding van het verschijnen van zijn nieuwe boek advies aan jonge schrijvers. Meld je aan!
Mariken Heitman geeft tips! Meld je aan en ontvang dit nummer.