Verhaal in beweging - over spanning en conflict

Zonder spanning is er geen verhaal. Of je nu proza, toneel of een film schrijft: zonder spanning wordt het allemaal niets. En dan bedoel ik niet alleen de grote spanningsboog rondom de premisse, maar ook de kleine conflicten die elke scène moet bevatten om de aandacht van de lezer vast te houden. Schrijfcoach en manuscriptbeoordelaar Gerard Klappers analyseert de spanningsboog.

Het conflict is een niet weg te denken ingrediënt, niet alleen in elk verhaal maar ook in ieders leven. Denk maar eens terug aan de keuzes die je in je leven gemaakt hebt. Welke opleiding ga ik volgen, ga ik wel of niet trouwen, wil ik kinderen? Alle keuzes hebben voor- en nadelen en elke beslissing gaat met een bepaalde mate van intern conflict gepaard. In het leven zul je vaak proberen om grote conflicten zoveel mogelijk te vermijden, als schrijver moet je ze juist oproepen.

Subtiele spanning

Spanning moet subtiel ontstaan. Wat ik soms zie is dat schrijvers kunstmatig spanning op proberen te wekken. Hierin werken twee dingen averechts. Het eerste zie je in de onderstaande scène:

Met hoge snelheid scheuren we over de smalle bergweg met naast ons de onmetelijke diepte van het ravijn. Als we nu een klapband krijgen zijn we verloren. Opeens hoor ik een knal. Gelukkig is het alleen maar de radio die spontaan begon te spelen en bereiken we veilig de grote weg.

Hier wordt de suggestie gewekt dat er van alles kan gaan gebeuren, maar er gebeurt niets.

Dat geldt ook vrijwel altijd voor dromen in een verhaal. Vaak bestaan die in een roman uit spannende, pakkende scènes waardoor de lezer ineens weer bij de les is. Dat lijkt prima, maar wat overblijft is een deceptie als achteraf blijkt dat het slechts een droom was. Weg spanning, de lezer voelt zich bekocht.

Wat wel op een goede manier spanningverhogend werkt is tijdsdruk. Iedereen kent wel de filmscènes waarbij een bom gedemonteerd moet worden, terwijl de klok onverbiddelijk doortikt, maar dit principe kan ook gelden voor het hele boek. Zet een klok aan die doorloopt terwijl de hoofdpersoon tijd verliest met nutteloze zaken: zo neemt de spanning toe, want het doel lijkt steeds verder weg.

Krachten

Het conflict in een scène bestaat vaak uit twee krachten die tegen elkaar botsen. De één is net iets sterker dan de ander. En dus is er ook sprake van een winnaar en een verliezer waarna de plaatsen weer opnieuw bepaald moeten worden. De een zal zijn overwinning in een volgende scène uit willen bouwen en de verliezer zal zijn best gaan doen om de geleden nederlaag ongedaan te maken. Dit zorgt voor dynamiek in een verhaal.

Al is het thema nog zo boeiend, het is het conflict dat voor de voortstuwing zorgt. In hoeverre het conflict ook duidelijk aanwezig moet zijn is voor elke scène weer anders. Je kunt moeilijk bij alle ontmoetingen tussen personages de messen in het rond laten vliegen. En al zal dit in een misdaadroman vaker gebeuren dan in een liefdesroman, een liefdesroman hoeft daarom niet minder spannend te zijn.

Intern conflict

Een conflict hoeft niet altijd tussen twee personen te spelen. Vooral in psychologische romans speelt het interne conflict vaak een veel belangrijker rol. Dan is er een constant conflict tussen wat de hoofdpersoon eigenlijk wil en hoe hij handelt. Hij wordt heen en weer geslingerd tussen verschillende belangen. Het sterkst is het dat hij door zijn eigen goede bedoelingen zichzelf steeds verder in de nesten werkt.

In de roman Publieke Werken van Thomas Rosenboom is een van de hoofdpersonages een dorpsapotheker die door de komst van een concurrent steeds meer van zijn aanzien en allure verliest. In plaats van zijn hoofd te laten hangen gaat hij in de tegenaanval en probeert hij goodwill te kweken bij de arme mensen die in de veenkolonie wonen. Hij gaat zich steeds meer onbevoegd op medisch terrein begeven. In het begin is dat met smeerseltjes en drankjes maar allengs gaat hij hier steeds verder in, tot medische ingrepen aan toe. Als lezer houd je je hart vast bij elke stap die hij zet omdat je weet dat het fout af zal lopen en dat de apotheker zijn weg terug steeds onmogelijker maakt. ‘Hou op, doe het niet’ zou je hem toe willen schreeuwen, maar hij doet het toch.

Door ervoor te zorgen dat de lezer sympathie voor de hoofdpersoon krijgt maar ook ziet dat hij zijn eigen ondergang aan het creëren is, betrek je de lezer bij het conflict. Hij heeft het gevoel dat het hem aangaat, en als het goed geschreven is dat hij zelfs onderdeel van het conflict is omdat hij wel wil helpen maar niet kan helpen.

Schroom daarom niet om het je hoofdpersonage flink lastig te maken. Geef hem zoveel mogelijk tegenslag waar hij mee om moet gaan. Doe er dan nog gerust een schepje bovenop door zijn eigen stommiteiten uit te vergroten.

De volgende pagina

De meest primaire taak van een schrijver is ervoor te zorgen dat de lezer wil weten wat er op de volgende bladzijde staat. Daarvoor moet de afloop onzeker zijn en moet er dynamiek in een verhaal zitten. Telkens weer, op iedere pagina, in iedere scène. En het maakt niet uit of de dynamiek veroorzaakt wordt door een machinegeweer, ontrouw, interne twijfel of door een iets te harde tegenwind, zolang er constant maar iets is wat knaagt.

Als dit ontbreekt dan krijgt de lezer in eerste instantie een vreemd, onbehaaglijk gevoel. Net zoals de schrijver het conflict niet altijd expliciet benoemt heeft de lezer vaak ook niet direct in de gaten wat hij mist. Hij zal nog even doorlezen maar het onbehagelijke gevoel zal snel veranderen in desinteresse en dan gebeurt het onvermijdelijke. De lezer stopt met lezen.