Tips voor als je te veel woorden schrijft

Is de eerste versie van jouw verhaal ontzettend lang? Zit je niet rond het gemiddelde van 80.000 woorden voor een boek? Voor een eerste versie is dat helemaal niet erg. Met het herschrijven kan je in je woordenzee duiken en al het onnodige verwijderen. Wij hebben een lijst met tips hoe je dat aanpakt. 

1.    Verwijder onnodige scènes

Waarschijnlijk heb je de uitspraak kill your darlings al vaak genoeg gehoord. Toch is deze uitspraak toepasselijk als je manuscript een paar duizend woorden te lang is. Onnodige scènes verwijderen is de meeste effectieve manier om je woordaantal naar beneden te krijgen. Maar hoe bepaal je welke scènes overbodig zijn? Elke scène moet iets toevoegen aan je verhaal. Of het bevordert je plot of je personages maken een groei mee. Beter nog: allebei in één. Er moet iets veranderen in de scène wat nieuwe vragen oproept.  Brengt een scène weinig in beweging? Overweeg dan om het te schrappen.

2.    Verwijder ‘opvulwoorden’

Er zijn een aantal woorden die we als schrijver snel toevoegen aan een zin, terwijl dat niet nodig is. Als je die woorden verwijdert, is de zin nog steeds grammaticaal correct en heeft het dezelfde betekenis. Opvulwoorden hebben geen functie. Dit zijn de woorden: terwijl, toen, dus, heel, namelijk, maar, toch, vaak, soms, meestal, uiteindelijk en eigenlijk. Deze woorden zijn niet altijd nutteloos, maar wees streng tijdens het herschrijven en kijk of je de woorden echt nodig hebt. 

3.    Maak je zinnen strakker

Er zijn een paar manieren waarop je je zinnen kan inkorten. Ten eerste beschrijvingen. Het voorbeeld:

De zwarte kat sloop zachtjes door het vers gemaaide gras af op het kleine, nietsvermoedende vogeltje dat aan het genieten was van de ochtendzon. 

De zwarte kat sloop door het gras af op het nietsvermoedende vogeltje. 

De tweede zin vertelt hetzelfde als de eerste zin, maar dan met minder woorden. Als je elke zin volpropt met beschrijvingen en bijvoeglijk naamwoorden, leest het niet lekker. Natuurlijk moet je niet al je beschrijvingen schrappen. Beschrijf alleen wat relevant is voor de lezer om te weten. Zoek naar de plekken waar je overmatig dingen hebt beschreven en kijk of je het ook korter kan schrijven. 

Een andere manier waarop je zinnen kan inkorten of zelfs verwijderen, is letten op waar het dubbelt. Voorbeeld:

Lisa trok de voordeur achter zich dicht en stapte de regen in. Ze verliet de warmte van haar huis en liet de koude regendruppels over haar gezicht glijden. 

Deze twee zinnen vertellen hetzelfde; Lisa verlaat haar huis en gaat de regen in. Dit kan je in één zin vertellen. Lees je verhaal grondig na en let op de plekken waar je iets dubbel hebt verteld. 

4.    Minder dialooglabels

Dialooglabels zijn bijvoorbeeld ‘zei hij’ of ‘vragen wij’. Ze zijn nodig om in je verhaal duidelijk te maken wie wat zegt. Dit betekent niet dat je ze achter elk stukje dialoog hoeft te zetten. In een conversatie van twee personen is het bijvoorbeeld vaak al duidelijk wie wat zegt. Lees je dialogen na en kijk waar je ze overbodig hebt gebruikt.