Spannend schrijven

Henk Apotheker, toonaangevend auteur van spannende romans, legt uit welke technieken er zijn om een spannend verhaal te schrijven. De volledige tekst van dit artikel verscheen in Schrijven Magazine No. 3 van 2007. Een thrillerschrijver belooft zijn lezers dat ze voor de duur van het verhaal in ieder geval in spanning zullen worden gehouden. De verwachting die op de eerste pagina wordt gewekt, lost de schrijver pas op de laatste pagina finaal in – de spanningsboog loopt van het begin tot het einde. Daaronder is plaats voor kleinere spanningsbogen die allemaal deel uitmaken van de uiteindelijke oplossing. Maar de grootste verrassing komt in het laatste hoofdstuk, waarin de laatste en meest dramatische twist plaatsvindt. En die moet niet alleen bevredigend zijn, maar achteraf bezien ook volkomen logisch. Of er ondertussen een goed verhaal wordt verteld (Le Carré, René Appel, Charles den Tex) of alleen een amusante puzzel wordt opgelost (Agatha Christie, Appie Baantjer), hangt van de schrijver af. In mijn workshop ‘misdaadverhalen schrijven’ hanteer ik een paar algemene regels: * Als het korter kan, dan moet het korter. * Alles wat niet bij het verhaal hoort, moet eruit. * Nooit, nooit mag je de lezer voor de gek houden. Drie regels De eerste regel lijkt voor zich te spreken: verveling is de natuurlijke vijand van spanning; hoe sneller het gaat, hoe beter het is. Dat is niet een pleidooi voor dunne boekjes, maar een streven naar zinnen die geladen zijn met betekenis. De tweede regel heeft te maken met de rol die het onderbewustzijn heeft tijdens het schrijven. Schrijvers weten niet altijd waarom ze gebeurtenissen en personages verzinnen, waarom een bepaalde opmerking zo nodig moet blijven staan. ‘Het voelt nou eenmaal zo’, krijg ik vaak te horen tijdens de workshops, en dat klopt, want schrijven doe je grotendeels op je gevoel. Maar als de definitieve versie van een tekst in zicht komt, red je het niet meer dat excuus. Dan moet je eerlijk durven zijn. Hoort het erbij, prima. Maar zo niet, weg ermee. Kill your darlings. De derde regel heeft met het plotten te maken: je moet aan de ene kant de lezer in spanning houden door hem bijvoorbeeld niet meteen te vertellen wie de dader is, maar als de dader wordt gepakt op de laatste pagina, moet het allemaal logisch in elkaar zitten. Het is leuk als er onverwacht iets gebeurt, maar het moet achteraf wel te verklaren zijn dát het gebeurt. De plot van een boek begint als een simpel plannetje op één A4’tje, maar als het boek is voltooid, is het een web waarin alles gerangschikt is volgens de logica van de schrijver. Trek aan één draadje en alles raakt uit evenwicht. Keurslijf Wat kan er allemaal, binnen dit keurslijf? Veel, als je kijkt naar de kasten vol spannende boeken bij de boekhandel. Als we beginnen met puzzelschrijvers als Baantjer en Christie, dan zien we dat ze uitermate vormvast zijn. Christie heeft Miss Marple en Hercule Poirot, Baantjer heeft De Cock, (met c-o-c-k, dus een internationale carrière kon hij wel vergeten). Hun verhalen verlopen volgens een vast schema: een lijk, een aantal mogelijke daders die ergens op een kluitje zitten (boten, treinen, kastelen en hotels zijn populair), en de speurder die irritant scherpzinnig (Poirot), bejaard scherpzinnig (miss Marple) of vaderlijk en verstandig (De Cock) is. Zij vinden de dader en het is steevast juist die persoon die wij lezers voor onschuldig hielden. Ze flikken het iedere keer weer, terwijl we weten hoe het gaat, in dit soort verhalen. Is een puzzeldetective het resultaat van ‘terugplotten’? Het lijkt erop. Je legt ergens een lijk neer, komt met vier tot vijf mensen die een relatie hadden met de dode en met elkaar, kiest er eentje uit als dader maar geeft ze allemaal een reden om een hekel te hebben aan het slachtoffer. Je kiest het moment waarop je de lezer echt op het verkeerde been zet en gaat dan de puzzelstukjes leggen: wat is de aard van de relaties, wie is jaloers op wie, waar speelt macht, liefde of geld een rol, enzovoort. Techniek, zou je zeggen. Geen techniek maar talent Waarom zijn er dan geen tientallen navolgers? De boeken van Baantjer en Christie leveren goudgeld op, en er zijn genoeg mensen die thuis zitten en van zichzelf denken dat ze eigenlijk best een thrillertje zouden kunnen schrijven. Waarom doen ze dat dan niet? Het antwoord is tweeledig. Jawel, er zijn tientallen navolgers, maar nee, we kennen de meesten niet omdat het hen niet lukt om een leesbaar verhaal te schrijven. En de paar navolgers die we wel kennen, zijn toch weer net even anders dan hun grote voorbeelden. Schrijven is meer dan techniek. Christie en Baantjer beheersen het metier om een voorspelbare puzzel leven in te blazen, en dat is geen techniek, maar talent. We weten dat hun boeken vooral een spelletje zijn, los van de werkelijkheid, maar toch zeggen ze ons iets over onszelf en de wereld. De verrassing wint het van de voorspelbaarheid.