Afbeelding

‘Het schrijven van een boek staat niet per definitie hoger dan het genieten van een frambozentaartje in de zon. Misschien is het wel omgekeerd. Schrijven heeft iets ziekelijks en dat bedoel ik niet romantisch (…) de gedachte dat het genieten van een frambozentaartje in de zon minstens zo waardevol is, of misschien nog wel waardevoller dan het schrijven van een boek is een beangstigende gedachte (…) het komt niet in mijn hoofd op te genieten van een frambozentaartje in de zon.’
Deze week opnieuw De Troost Van De Slapstick gelezen. Schitterend boek, een must voor alle schrijvers en iedereen die er ook maar van droomt ooit schrijver te worden. In een veertigtal essays die eerder zijn verschenen in verschillende kranten en tijdschriften wijdt Grunberg niet alleen uit over de diepere betekenis van de slapstick maar bovenal over de betekenis en techniek van het schrijven. Voor wie veel van Grunberg houdt, valt hier dus heel wat te leren.
Uitgangspunt van Grunberg is, wat hij noemt, de absurditeit van het leven. Dit definieert hij, in navolging van Camus, als ‘het gat dat gaapt tussen dat wat de mens wil en dat wat de wereld hem te bieden heeft’. Consequentie van dit pessimistische wereldbeeld is de noodzaak tot verstrooiing; volgens Grunberg zal er altijd iets moeten zijn dat ons afleidt van onze ellende. Dit is ook precies wat hij met zijn literatuur beoogt en waar iedere schrijver op afgerekend zou moeten worden. Had ik zin om door te lezen, hoeft de lezer zich enkel af te vragen, verder hoeft hij de literatuur geen schijn van gewichtigheid te geven. De schrijver hoeft niet te beleren noch te verontrusten. En hij hoeft al helemaal niet ‘de werkelijkheid te duiden’, zoal Gerard Reve in Zelf Schrijver Worden beweert.
Net als de vuilnisman, de groenteboer en de tandarts heeft de schrijver een duidelijke taak, meent Grunberg, hij dient er enkel voor te zorgen dat de lezer de bladzijde omslaat. Elke goede schrijver moet de lezer verleiden om verder te lezen.
De volgende vraag is dan natuurlijk hoe een beginnend schrijver dat voor elkaar krijgt. Grunbergs antwoord klinkt op het eerste gezicht nogal arbitrair: ‘Begin met één goede zin, plak er vervolgens een tweede achteraan, dan een derde tot u er ongeveer tienduizend heeft.’ Maar dit advies is niet zo flauw als dat het lijkt, want natuurlijk weet Grunberg ook wel dat wie 10.000 mooie zinnen achter elkaar heeft gezet, nog geen roman heeft geschreven, maar zo meent hij, over schrijven valt weinig meer te zeggen dan dat het moet stromen als lava. En alle technische aspecten van de literatuur laten zich samenvatten in één enkele vraag: hoe roep ik spanning op? Grunberg legt uit:
Grunberg eindigt een van zijn essays met een gebed dat ik hier parafraseer, want hiervan kunnen we allemaal wel wat leren, vooral de dichters onder ons.
Lieve schrijver,
Laat uw boek niet het equivalent zijn van een op te lossen cryptogram, sleep mij mee in uw verhaal, vanaf de eerste bladzijde tot de laatste. Geef mij niet de tijd na te denken over uw curieuze taalgebruik, over uw sterk gekruide metaforen, over de bladspiegel en het gebruikte lettertype. Geef mij toch niet de tijd te prakkiseren wie dit allemaal bedacht heeft en waarom hij dit in godsnaam heeft gedaan.
Amen.
Door: Maria Foerier. Lees meer blogs, gedichten en interviews van Maria op haar website.
Dit nummer niet missen? Neem vóór 21 maart 23:59 u. een abonnement dan ontvang je dit nummer!
Dit nummer niet missen? Neem vóór 21 maart 23:59 u. een abonnement dan ontvang je dit nummer!
Tips van redacteur Peter de Rijk in het komende nummer!
Hoe kies je een goed perspectief? En welke schrijfstijl past erbij? Kathy Mathys legt het je uit in haar workshop Perspectief en Stijl + handige oefeningen!
+ een overzicht van schrijfvakanties! Lees het in het komende nummer van Schrijven Magazine.
Bestsellerauteur Judith Visser gaat in gesprek met haar redacteur Lisanne Mathijssen.