Jij als hoofdpersoon

De keuze voor de hoofdpersoon in een autobiografie is niet zo moeilijk, want dat is de schrijver meestal zelf. Dat lijkt makkelijk maar voor een goede uitwerking is het vaak erg gecompliceerd. De schrijver kent zichzelf namelijk te goed. Hij weet hoe hij zelf denkt, hoe en waarom hij op bepaalde gebeurtenissen reageert. Voor hem is het volgens Gerard Klappers vanzelfsprekend, maar voor de lezer niet. En juist omdat het voor de schrijver zo vanzelfsprekend is, bestaat het gevaar dat hij dingen weglaat die voor de lezer essentieel zijn. Bovendien is het, als iemand over zichzelf schrijft lastig om te scheiden wat voor de lezer relevant is en wat niet. Autobiografieën worden soms geschreven vanuit een therapeutische grondslag en gaan over mensen die vervelende dingen hebben meegemaakt. Het opschrijven van alle gebeurtenissen kan voor de schrijver een middel zijn om een vervelende periode af te sluiten; of om dingen een plaats te geven. Vaak willen mensen ook hun ervaringen wereldkundig maken om er anderen mee te helpen. Een prachtig doel, maar om andere mensen te kunnen bereiken moet het verhaal goed opgeschreven worden, anders haken de lezers af en mist de schrijver zijn doel. Regelmatig zie ik in autobiografische manuscripten een opeenstapeling van ellende voorbijkomen. Daarbij wekt de hoofdpersoon de indruk dat het hem allemaal aangedaan is. En meestal is dat ook zo. Hij wordt bijvoorbeeld bedrogen door zijn vrouw (m/v), geconfronteerd met een ziekte; of hij is mishandeld als kind. Vaak zit de hoofdpersoon in een machteloze positie, maar als dat feit eenmaal kenbaar is gemaakt dan weet de lezer dat en dan hoeft dat niet veel vaker benadrukt te worden. Als de hoofdpersoon zich te nadrukkelijk als slachtoffer presenteert - om het leed nog zichtbaarder te maken - verliest het verhaal al snel aan kracht. Bovendien komt er vaak nog extra onnodige ellende bij. Wanneer iemand bijvoorbeeld mishandeldeling als het centrale thema van het boek neemt, zit in dat gegeven en de gevolgen daarvan genoeg dramatiek. Dat er in datzelfde leven oo k nog eens een hond, een neefje, een buurvrouw en een oma zijn overleden doet er niet zoveel toe, dat zijn dingen die iedereen meemaakt. Door daar dan ook nog eens op in te zoomen (door al die stervensprocessen te beschrijven) wordt voor de lezer het ellendegehalte te hoog. Natuurlijk kan zoiets een grote invloed op het leven van de schrijver hebben gehad en kan hij het gerust benoemen, maar maak er geen groter drama van dan voor het boek nodig is - ook niet als het dat in het echt misschien wel was. Dit geldt natuurlijk niet wanneer een bepaald sterfgeval direct te maken heeft met het centrale thema, dan kan het weer wel. Als de hond bijvoorbeeld de enige steun en toeverlaat is, of de oma juist de oorzaak van alle ellende. Doel Net als in een roman is het ook in een autobiografie belangrijk dat de hoofdpersoon een doel heeft. Het gaat erom hoe hij uit de put denkt te komen. Niet hoe die put er van binnen uitziet. Als we bij het voorbeeld van de mishandeling blijven kan het doel zijn dat de hoofdpersoon hieruit wil ontsnappen. Blijf dan niet te lang hangen in situaties waarin de hoofdpersoon keer op keer mishandeld wordt, zonder dat er iets verandert. Het is dan beter om het verhaal vanuit een ander standpunt te vertellen. Het standpunt van iemand die terugkijkt op die bewuste tijd en laat zien hoe het uiteindelijk gelukt is om eruit te komen bijvoorbeeld. De lezer leeft normaal gesproken alleen een heel boek mee als hij weet dat er licht aan het einde van de tunnel is. Wanneer je je eigen verhaal vertelt, probeer je dan nog kritischer te verplaatsen in de lezer en maak keuzes over wat je wel en niet vertelt. Stel dat je twijfelt over een passage die wel belangrijk is geweest in je leven, maar niet zoveel met het centrale thema van het boek te maken heeft. Stel jezelf dan de vraag: Wat als de lezer deze gebeurtenis niet leest, mist hij dan iets essentieels? Als het antwoord nee is dan moet dit deel eruit gehaald worden, altijd en onverbiddelijk, omdat het boek anders verzandt in een persoonlijke geschiedenis vol met anekdotes waar niemand wat aan heeft. Daarom moet je jezelf voor je gevoel ook vaak onrecht aandoen omdat er in het boek geen plaats is voor die leuke vakantie of die grappige buurman. Cijfer jezelf daarom weg om het verhaal zo prettig leesbaar mogelijk te maken. Dat kan natuurlijk ook als gevolg hebben dat dingen juist wel een beetje gedramatiseerd of opgefleurd moeten worden. Voor de leesbaarheid is dit meestal noodzakelijk en ook al is een boek autobiografisch, een beetje functioneel de waarheid verdraaien mag best. Die vrijheid mag je jezelf als schrijver permitteren. Alles in dienst van het boek.