Humor in verhalen

Boeken van humoristische schrijvers verkopen als warme broodjes. Maar hoe doe je dat, humor in een verhaal brengen? In ieder geval niet door grappen te laten vertellen, beweert Gerard Klappers. Humor in een tekst brengen is één van de moeilijkste opgaven binnen het schrijfproces. En niet alleen omdat geestigheid afhankelijk is van de smaak van de lezer. Een mop opschrijven in een roman, verhaal of ander essayistisch proza is vrijwel altijd een slecht idee, zelfs als het verhaal over een personage gaat die graag moppen vertelt. De lezer zal zo’n grap al snel als plat ervaren. De grap Er is een wezenlijk verschil tussen humor opschrijven en humor laten zien. Als een personage expliciet een grap maakt, krijgt de lezer al snel het gevoel dat het niet het personage is die grappig wil zijn, maar de schrijver. Humor moet in de situatie zitten, in het drama, in het verhaal, niet in de tekst zelf. Zo’n grap kan overigens wel een functie hebben, zoals in de volgende scène is te merken. Het verhaal speelt zich af terwijl een vader en een zoon naar de tv zitten te kijken waar de begrafenis van moeder Teresa in India op te zien is. “Af en toe werd de camera gericht op de honderdduizenden die een donkerbruine rouwende massa vormden. Hysterisch schreeuwende vrouwen die op hun knieën vielen terwijl de rouwstoet passeerde. Daartussen moest ook mijn moeder staan of liggen. Ik wist zeker dat zij ook hysterisch zou zijn. Dat ze daar ergens languit op de straat zou liggen. Dat mensen haar op moesten rapen en ondersteunen omdat ze dachten dat ze anders nooit meer op zou staan. Mijn vader sloeg het emotieloos gade. ‘Het gaat toch nog niet zo slecht met die moeder Teresa,’ zei hij. Ik keek hem vragend aan. ‘Kijk dan, ze gaat toch langzaam vooruit.’ Ik kon er niet om lachen. Brechje ook niet, mijn vader zelf ook niet. Hij stootte een diepe lange zucht uit. Daarna viel hij voorover met zijn hoofd op tafel. We schonken er eerst geen aandacht aan, maar toen hij na een tijdje nog zo lag ging ik bij hem kijken. Zijn ogen waren open maar zijn pupillen reageerden niet meer. Zijn pols bleef stil.” Hier wordt het grapje van de vader gebruikt om het tragische en het troosteloze van zijn leven weer te geven - juist doordat de verteller nog eens benadrukt dat geen van de personages er om kon lachen. Het is hier de tragiek die de humor moet brengen, niet het grapje zelf. Het lijkt zelfs wel of ze er niet om mógen lachen en dat het grapje het laatste is wat hij gezegd heeft maakt het natuurlijk extra wrang. Slapstick Humor is vaak persoonlijk. Ik vind bijvoorbeeld zelf het proza van Arnon Grunberg of Thomas Verbogt grappig. Maar ik ook mensen die de toon van vooral Grunberg vervelend vinden. Betekent het dat humor altijd een persoonlijke zaak is? Nee, want er zijn wel definities te geven die het principe van humor onderbouwen. Zo draait elk plot, dus ook als er humor in het spel is, om conflict. En daarin schuilt een groot deel van de werking van humor Albert Camus geeft bijvoorbeeld als definitie voor slapstick: “Slapstick is het gat dat gaapt tussen dat wat de mens wil bereiken en dat wat de wereld hem te bieden heeft .” Daarin zit al het conflict verborgen: datgene wat je bereiken wil en wat de wereld je biedt. Voorwaarde is wel dat de mens niet in zijn lot berust, maar daadwerkelijk iets wil bereiken. Neem Mister Bean. Zijn doel is vaak eenvoudig: een kalkoen in een oven proppen, of een papiertje van een snoepje afhalen. Hierin wordt hij vaak tegengewerkt door van alles en nog wat, maar vooral door zichzelf - door zijn onhandigheid. Hoe harder hij zijn best doet, hoe verder hij in de nesten raakt, waardoor zijn oorspronkelijke doel ondertussen steeds onbereikbaarder dreigt worden. Maar Mr Bean berust nooit. Hij wil altijd koste wat het kost zijn doel bereiken, al moet de wereld eraan ten onder gaan. En zijn wereld gaat ook vaak ten onder, totdat door een miraculeuze wending hij toch weer min of meer zijn doel bereikt. Meestal gaat dit ook weer ten koste van iemand anders. Al met al zit er ook in de onschuldige, naïeve humor van Mr Bean altijd een conflict verscholen. Humorvormen Humor in een tekst ontstaat doordat een situatie ontstaat die bij de lezer grappig overkomt. Er zijn verschillende manieren om dit voor elkaar te krijgen.
  • Ironie bijvoorbeeld kan in een tekst goed werken. Bij ironie zeg je het tegenovergestelde van wat je bedoeld. Je zegt bijvoorbeeld tegen iemand dat je haar jurk mooi vind terwijl het duidelijk is dat deze spuuglelijk is.
  • Overdrijving kan ook een middel zijn. Dan wordt de jurk niet gewoon mooi, maar werkelijk fantastisch, schitterend zelfs. Dit hangt nauw samen met sarcasme, of bijtende ironie, maar pas hier wel mee op; er kan ook teveel frustratie in doorklinken.
  • Zelfspot kan ook goed werken - de hoofdpersoon relativeert hiermee zijn eigen handelen. Dit werkt alleen als een personage iets voor elkaar wil krijgen. Als het personage zichzelf niet serieus neemt, haal je de kracht uit je verhaal. Zelfspot mag nooit de schijn van desinteresse hebben. Stel dat de hoofdpersoon een berg wil beklimmen. Eenmaal op de berg blijkt het toch wat zwaarder te zijn dan hij had verwacht had. Laat hem dan niet denken: ‘Ach, wat kan mij het ook schelen dat ik de top niet haal’. Want dan voelt de lezer zich bekocht omdat hij dan het idee krijgt dat hij voor niets met het personage heeft meegeleefd. Je personage moet serieus zijn over het doel wat hij wil halen.
Timing Voor welke vorm van humor je ook kiest; het belangrijkste is dat de timing goed is. Zorg er ook voor dat de timing niet overdreven wordt en dat het een functie heeft. Heb je een ontzettend goede grap in je verhaal zitten maar valt deze helemaal of zelfs maar gedeeltelijk buiten het verhaal, dan zit er maar een ding op: schrappen. Kill your darlings. Zo heet dit principe. Een vervelend principe, omdat het voor je gevoel vaak de leukste dingen zijn die je zou moeten schrappen. En toch moet het. Ik zal dan ook nooit beweren dat schrijven altijd leuk is.