Afbeelding

Autisme

Foto door Polina Kovaleva

Hoe schrijf je een realistisch personage met autisme?

Het schrijven van een personage met autisme kan lastig zijn, vooral als je er geen ervaring mee hebt. Eduard Poot schreef het boek Jij kunt toch niets over zijn autistische broer. ‘’De titel is een stereotype uitspraak over sommige autisten en tegelijkertijd enigszins ironisch gezien de afloop van het boek.’’ Poot gaat in op de meest gegeven tips van het internet als het gaat om het schrijven van een realistisch personage met autisme. 


Doel

Poot heeft eerder al een boek geschreven over zijn eigen ervaringen met dyslexie: De probleemleerling. Het doel van zijn boeken is om de problemen te illustreren die iemand met bijvoorbeeld autisme of dyslexie kan hebben. “Vaak worden problemen verzwegen of geminimaliseerd. Dan is het juist fijn als iemand zich in een verhaal kan herkennen.’’ Dat verzwijgen en minimaliseren komt soms vanuit de persoon met autisme, maar soms ook vanuit de omgeving. “Ouders/behandelaars/docenten praten er soms uit schaamte of onkunde niet over waardoor de autist weinig erkenning in zijn omgeving vindt. Dan kan er ook niet goed over gesproken worden.’’ Poot laat in zijn boek zowel de positieve kanten van autisme zien als de te overwinnen obstakels. 

Gebruik geen stereotyperingen

“Sommige stereotyperingen kunnen heel grappig of herkenbaar zijn, maar soms kun je iemand er ook onbewust mee voor gek zetten of wordt alleen het negatieve uitgelicht.’’ Clichés wil je sowieso voorkomen, dus liever geen autist die in de ICT werkt. Volgens Poot is er wel een manier om goed gebruik te maken van stereotypering. “Een autist die tot in elk detail over de Tachtigjarige Oorlog, of een ander interessegebied, kan vertellen en dat bijvoorbeeld koppelen aan dingen die hem overkomen op school.’’

Beschrijf je autistische karakter niet als emotieloos

Autistische mensen voelen wel, maar op een andere manier. “Ze kunnen soms emotieloos overkomen, maar dit heeft vaak meer met inlevingsvermogen te maken. Ik ken genoeg mensen met autisme die heel boos kunnen worden als iets even wat anders loopt dan verwacht of die heftig verliefd kunnen worden.’’ Dat is gelijk een andere tip: je kunt wel gewoon een romantische relatie beschrijven. Het werkt alleen wat problematischer door de communicatie. “Het uitten van emoties is anders en tegelijkertijd vaak zwart/wit. Een autist kan boos worden om een kleine onverwachtse aanpassing, maar soms zich ook prima neerleggen, bij wat wij zware tegenslagen noemen.’’

Autisme ziet er voor iedereen anders uit, doe onderzoek

Om een realistisch beeld over autisme te hebben, moet je er wel wat vanaf weten volgens Poot. “Hoe autisme er echt uit ziet is vanuit theorie vaak nog wat vaag en statisch. Daarom is het goed om een aantal voorbeelden te kennen uit het normale leven zodat je herkenbare situaties kan beschrijven en niet verzand in theorie die op verschillende manieren te interpreteren is.’’

Luister naar daadwerkelijke autistische mensen

“Dat is altijd goed omdat ze vaak zelf heel goed kunnen vertellen wat ze ongeveer voelen en denken’’, begint Poot. “Vaak hebben ze zelf wel een metafoor over hun manier van denken of wat er gebeurt als ze boos zijn. Daarbij is het goed om op meerdere mensen te focussen zodat je overeenkomsten kan gaan opmerken.’’ Als je geen mensen met autisme kent, is het handig om toch een paar mensen te zoeken om te interviewen.

Neem een proeflezer die er iets vanaf weet

Aan de ene kant wil je inderdaad mensen met autisme laten meelezen zodat je een realistisch beeld kunt neerzetten. Je wilt dat mensen zich erin herkennen, maar ook een proeflezer die er geen verstand van heeft, is nodig. “Op die manier weet je of de informatie helder is voor het grote publiek.’’

Laat je karakter iets hebben om hem te kalmeren 

“Dit kan, maar wellicht ook interessant om te belichten wanneer je karakter hier even niet bij kan. Of de nadelen van medicatie, zoals sufheid of ontbreken van eetlust. Zo ervaren mensen met ADHD vaak rust in hun hoofd bij het roken van cannabis, maar dit is natuurlijk ook niet altijd de meest ideale oplossing. Door een dilemma aan te brengen kan je een verhaal wat spannender maken en de hoofdpersoon menselijker.’’

Geef je karakter speciale interesses

Poot vindt dat je dit inderdaad moet doen. “Mensen met autisme zijn vaak specialisten. Ze verdiepen zich in zaken die ze interessant vinden en kunnen hier eindeloos feiten over vertellen. Hierbij zullen ze elk detail onthouden. Hierdoor blinken ze uit in bepaalde beroepen. Deze hyperfocus kan als een soort superkracht werken. Het kan ook het lastige of volhardende karakter van de autist naar voren brengen.’’

Extra tip

Poot wil extra benadrukken dat een tijdje omgaan met meerdere autisten handig is. Op die manier kun je patronen herkennen. Autisten zijn vaak eerlijk en kennen weinig schaamte. Hierdoor kom je dingen te weten die andere mensen liever voor zichzelf houden. “Het kan wel wat tijd kosten om autisten te leren kennen. Ik denk dat ze hierdoor in boeken vaak wat toegankelijker lijken dan in de werkelijkheid.’’

Label?

Als je schrijft over een personage met autisme, benoem je dit dan of impliceer je alleen? “Een label kan stigmatiserend werken. Sommige mensen zijn heel theoretisch dus die denken meteen in hokjes. Aan de andere kant kan een label een verklaring voor gedrag zijn wat begrip oplevert.’’ Poot meent: impliceer alleen als je er verstand van hebt. “Iemand zomaar voor autist uitmaken door een bepaalde eigenschap is meer een soort van iemand beledigen. Het gevaar bestaat dat we snel kritiek op een ander leveren waardoor we de splinter in iemands anders oog wel zien, maar de balk in ons eigen niet doorhebben.’’

Aanvulling

Als laatste wil Poot nog dit zeggen over het schrijven van een realistisch personage met autisme: “De stempel dat iemand autisme heeft kan gevoelig liggen. Bovendien kan iemand met autisme dingen anders interpreteren of sneller struikelen over iets wat voor de lezer of schrijver heel klein lijkt. Daarom is het altijd goed om te overleggen en voorzichtig te zijn in verhalen over autisten. Daarnaast is het natuurlijk de kunst om de positieve eigenschappen te zien en te kunnen beschrijven. Bij mijn boek gaat het er vooral over dat mijn broer de stempel van ‘jij kunt toch niets’ is ontgroeid. Juist door goede voorbeelden van mensen die hun tegenslagen hebben overwonnen kun je een ander bemoedigen en inspireren. Dat is iets wat ik liever zou gaan belichten. Zoals Dante ooit zijn boek begon: het pad naar het paradijs begint bij de hel.’’

Eduard Poot:

Afbeelding

Eduard Poot