Afbeelding

De kunst van het schrappen komt pas echt tot uiting als je korte verhalen schrijft. Niet voor niks schreef de schrijver Mark Twain eens: 'I didn't have time to write a short letter, so I wrote a long one instead.' Met deze drie schrijftips maak je het jezelf een stuk gemakkelijker.
Voordat je ook maar een letter op papier zet, moet je vaststellen wat het doel van jouw verhaal is. Waarom vertel je precies dit verhaal? Bepaal de rode draad en doe er alles aan die te volgen. Wijk je er van af, dan loop je het risico dat het stuk geen kort verhaal meer is, maar aanvoelt als een hoofdstuk van een groter geheel.
De beste korte verhalen beginnen door een vraag bij de lezer op te roepen. Het antwoord daarop moet dan in de ontknoping, het einde van het verhaal, naar voren komen. Dat betekent niet dat het verhaal een gesloten einde moet hebben. Veel korte verhalen hebben juist een open einde om de lezer tot denken te zetten - en zo zelf op het antwoord te laten komen - of te activeren.
Vrijwel ieder kort verhaal is een fragment uit het leven van het hoofdpersonage. Een langere periode overbruggen kan eigenlijk niet, omdat je daar te weinig ruimte voor hebt. Kies daarom een periode - bijvoorbeeld een dag, of zelfs maar één uur - en blijf binnen die grens. Omdat je met een kort verhaal veel minder speling hebt om uit te wijden naar subplot, moet alles wat zich in die periode plaatsvindt iets toevoegen aan de rode draad. Doet dat het niet, dan laat je het weg.
Overigens is personageontwikkeling in een kort verhaal van veel minder belang dan in een roman. Zo laten veel korte verhalen een moment in het leven van één of meerdere personages zien, alleen om een punt duidelijk te maken. Als die scène effectief wordt opgebouwd, dan wordt het doel van het verhaal (informeren, amuseren, tot denken zetten, enz.) vanzelf behaald.
Een kort verhaal leent zich niet voor uitgebreide beschrijvingen en meerdere verhaallijnen. De situatie moet meteen duidelijk zijn zodat de lezer vanaf de eerste alinea in het verhaal gezogen wordt. Vervolgens moet je de lezer geen moment rust bieden tot aan de ontknoping, waar het verhaal doorgaans eindigt. Schrap ieder woord dat de lezer doet afwijken van dat pad.
Introduceer dan ook nooit te veel personages in een kort verhaal. Ieder persoon voegt immers een nieuwe dimensie toe aan de verhaallijn waar de lezer rekening mee moet gaan houden, en dat komt niet ten goede aan de ontknoping. Je loopt dan het risico het zicht van de lezer te vertroebelen, waardoor de lezer na de ontknoping alleen maar met meer vragen achterblijft dan toen hij begon met lezen.
Door: Reinoud Schaatsbergen
Wil je je eigen verhaal op papier zetten? Dan kan je deze workshop niet missen! Kathy Mathys deelt veel tip + oefeningen.
Vorig jaar verscheen haar eerste dichtbundel, en nu schrijft ze dit jaar het Boekenweekgedicht. Ze vertelt meer over haar poëtische stijl en de plek van poëzie in Nederland.
Veel aspirant-schrijvers vergeten het: de enter-toets. Redacteur Rob Steijger legt het belang van juist alineagebruik uit.
Wanneer moet je een actiescène inzetten en hoe doe je dat? Martijn Lindenboom geeft een spoedcursus in het komende nummer van Schrijven Magazine!
In deze serie geven we je aan de hand van schrijfadviezen van ervaren auteurs en heel veel oefeningen een goede basis. Meld je nu aan om alle afleveringen in deze serie te lezen!