Dialogen schrijven: een leuk praatje is geen drama

Een goed gesprek voeren is iets heel anders dan een goed gesprek schrijven. Bij drama zitten we namelijk helemaal niet op een goed gesprek te wachten: we hopen op ontregeling. Hubert Roza, onder meer schrijfdocent aan de HKU, beschrijft aan de hand van enkele oefeningen hoe je dit kunt bereiken. ‘Schrijf het soort gesprek dat je zelf nooit wenst te voeren, maar wel graag wil horen.’ Een goed gesprek in het dagelijks leven, bijvoorbeeld bij de bakker, eindigt in één en al tevredenheid: je favoriete mueslibollen liggen te dampen in je tas, je ontvangt het correcte bedrag aan wisselgeld en de bakker rekent erop je snel weer terug te zien. Een dialoog in een onvervalst bakkersdrama verloopt bij voorkeur heel anders. Samenwerkingsbeginsel De taalfilosoof Herbert Paul Grice (1913-1988) beschreef het voeren van een dagelijks gesprek als doelgericht, rationeel gedrag. Een gesprek is geen willekeurige opeenvolging van losse opmerkingen, maar een op samenwerking berustende ondernemening (zie kader 2). Deze verloopt op basis van ongeschreven regels waaraan de sprekers zich committeren en waarvan ze verwachten dat de ander dat ook doet. Ze gaan een samenwerkingsbeginsel aan en stemmen hun bijdragen voortdurend af op wat er in dat stadium van het gesprek vereist is voor het doel of de richting ervan. Dit gedrag maakt veel gesprekken behoorlijk voorspelbaar, maar ook duidelijk en functioneel. Bij de bakker vraagt een klant niet om worst of naar de zin van het leven. En de bakker vertelt niet over zijn winderigheid of over zijn geheime amoureuze escapades met de slager van de overkant. Het gaat om het voldoen aan elkaars verwachtingen. Het gaat om mueslibollen, wisselgeld en een vriendelijke groet. Ga maar eens na in hoeveel situaties een bepaalde manier van reageren al vastligt voordat je je mond hebt opengetrokken. Op kraamvisite behoor je het uiterlijk van de pasgeborene te prijzen, en tijdens een sollicitatiegesprek worden verstandige antwoorden van je verlangd. Iemand die in het voorbijgaan vraagt naar hoe het met je gaat, is eigenlijk alleen maar uit op een 'Goed hoor, ook met jou?' Voor veel gesprekken is de blauwdruk vooraf gegeven: niet alleen wat de inhoud, maar ook wat de stijl van formuleren betreft. Spreektaal Het is voor een dramaschrijver zinvol om zijn gevoel voor spreektaal te ontwikkelen, en te weten aan welke verwachtingen mensen tijdens een gesprek proberen te voldoen. In het theater wordt namelijk voortdurend een spelletje gespeeld met deze verwachtingen. Eerst worden verwachtingen gecreëerd, waarna de ongeschreven regels voor een goed gesprek vaak met voeten worden getreden en op dat samenwerkingsbeginsel van Grice serieuze aanslagen worden gepleegd. Boud gesteld: samenwerken levert helemaal geen drama op! In zijn theorieën heeft Grice geprobeerd de ongeschreven regels voor het voeren van een gesprek te formuleren binnen de vier categorieën Kwaliteit, Kwantiteit, Relatie en Stijl. Het naleven van die regels levert resultaten op die in overeenstemming zijn met het samenwerkingsbeginsel. Zo formuleert Grice binnen de categorie Kwantiteit de regel: Geef zoveel informatie als nodig is. Die regel dien je vooral te lezen als: Geef niet minder informatie dan waar om gevraagd wordt. En inderdaad houden we ons in een normaal gesprek zoveel mogelijk aan die regel, en verwachten we dat de ander dat ook doet. Wie een antwoord op een mondelinge tentamenvraag geeft, doet dat zo volledig mogelijk. Wie informeert naar de gezondheid van zijn partner, kan met een kort 'al dagen niet zo lekker' niet tevreden zijn. Wie bijna zonder benzine staat en naar de dichtstbijzijnde pomp vraagt, wil een specifiek antwoord. Liegen Nog een ongeschreven regel, nu uit de categorie Kwaliteit: 'Zeg niet iets waarvan je gelooft dat het niet waar is'. Ofwel: gij zult niet liegen. In de overtreding van deze regel herkennen wij alle mensen en personages die de boel moedwillig bedriegen, de kluit belazeren, een leugentje om bestwil vertellen, fantaseren, dromen of ironie bedrijven. Kortom: achter deze regel schuilt een zee van mogelijkheden en verlokkingen voor iedere taalgebruiker. Dat is het venijnige van ironie: je kunt heel duidelijk maken wat je ergens van vindt, zonder betrapt te kunnen worden op een onvertogen woord. Het is de waarheid spreken door te liegen. 'Zeg niet iets waarvan je gelooft dat het niet waar is' schreeuwt om overtreding door de dramaschrijver, evenals het verwante 'Zeg niet iets waarvoor je onvoldoende bewijs hebt'. Bij insinuaties, speculaties, onterechte beschuldigen en verwijten varen veel dialogen wel. Allereerst trekt de overtreder van de ongeschreven regel met zijn uitspraken de aandacht, onmiddellijk gevolgd door degene tegen wie hij het heeft. Hoe gaat deze op de aantijgingen reageren? Subtekst Te weinig informatie kan een gespreksdeelnemer frustreren, maar het geven van te véél informatie past ook niet in de blauwdruk van veel gesprekken. 'Geef niet meer informatie dan nodig is', formuleert Grice. Wees eens een anarchist, spreek brutaal en werk tegen. Lap de regels aan je laars. Schrijf de paus die een schunnige bak vertelt tijdens zijn kersttoespraak. Schrijf de politicus die in een debat alleen maar over zijn pasgeboren baby kan praten. Schrijf de caissière die zich zorgen maakt over je ongezonde boodschappen. Schrijf het soort gesprek dat je zelf nooit wenst te voeren, maar wel graag wil horen. Dan ben je in goed gezelschap. Suggesties voor het schrijven van dialogen Aan de hand van het samenwerkingsbeginsel van Grice heb ik een procédé willen voorleggen dat een bruikbaar startpunt kan zijn bij het schrijven van dialogen: het tegenwerkingsbeginsel. Dus: het personage in de dialoog: 1 ) geeft te weinig informatie 2 ) geeft te veel informatie 3 ) zegt iets waarvan hij weet dat het niet waar is 4 ) zeg iets waarvoor hij onvoldoende bewijs heeft 5 ) zegt iets dat niet relevant is 6 ) formuleert duistere uitdrukkingen 7 ) is dubbelzinnig 8 ) formuleert bijzonder wijdlopig 9 ) spreekt chaotisch