De vijf meest voorkomende problemen van beginnende schrijvers

Wie kent het niet: je zit achter je bureau te staren naar het beeldscherm. De wil is er, maar de inspiratie laat op zich wachten. Zelfs de grootste schrijvers lijden hieronder. Wij hebben de vijf meest voorkomende problemen van beginnende schrijvers opgesomd.

1. Het ‘nog even dit klusje doen’-syndroom.

Hoe vaak horen we het wel: ‘Ga zitten en begin!’. Het klinkt zo simpel, maar in de praktijk is er altijd wel iets wat je tegenhoudt: nog even de afwas doen, nog even boodschappen halen, nog even het bureau opruimen zodat alles netjes staat. Voor je het weet is het avond en moet je alweer gaan slapen.

Ook bloggers ervaren dit probleem, omdat ze opzien tegen het schrijven van een roman. Het is dus een dieperliggend obstakel. Een verhaal van tig bladzijdes lijkt immers een haast onmogelijke taak tegenover een blog. Toch blijft de oplossing staan: begin. Typ wat woorden, schrijf wat je denkt, ook al is het niks; zolang je maar begint. Inspiratie volgt vanzelf.

2. Schrijven kost tijd

Voordat schrijvers überhaupt aan schrijven toekomen, stuiten ze op een algemeen probleem: de dag is te kort. De meeste schrijvers kunnen niet leven van hun schrijfwerk, dus een full-time baan ernaast is niet meer dan normaal. Sociale contacten onderhouden gaat doorgaans ook voor en het huis (en jezelf) schoonhouden is veelal geaccepteerd als gedrag dat simpelweg voorrang heeft.

Voor veel mensen is schrijven echter meer dan een hobby. Het kan zelfs als werken aan voelen, waardoor je al snel liever even tv gaat kijken of een boek wil lezen. Schrijven kost tijd en die tijd moet je maken. Kies een avond per week of een weekend uit waarin je alle tijd voor jezelf neemt en houd dat in de routine.

3. De eerste versie is altijd fout

Enthousiasme, een valkuil van veel beginnende schrijvers. Op zichzelf is het geen slechte eigenschap – koester het, want het is het middel om anderen te overtuigen van jouw verhaal – maar het kan er ook voor zorgen dat je je niet bewust bent van fouten of eigenaardigheden in het verhaal.

Als een tekst voor het eerst naar een redacteur, uitgever of agent gaat, moet er altijd iets in veranderen. Misschien moet een overgang anders, kan die scène beter eerder in het verhaal plaatsvinden of moet dat stuk gewoonweg geschrapt worden. ‘Kill your darlings,’ zeggen we ook wel. Vertrouw anderen op hun professionaliteit; zij bekijken het immers vanuit het perspectief van de lezer, degene voor wie jij het schrijft.

4. Geen enkel stuk is perfect

Het tegenovergestelde kan ook voorkomen: je blijft een hoofdstuk maar herschrijven totdat het - in jouw ogen - perfect is. Maar dat is het nooit. Vaak uit zich dit in een dilemma, zoals het toevoegen of juist weglaten van een gedeelte of beschrijving. In die zin voelt het stuk nooit ‘af’ aan.

Natuurlijk is er altijd ruimte voor verbetering, maar lezers zullen dit probleem in de laatste versie van jouw verhaal niet zien. Negeer dus dat knagende gevoel, want er komt altijd een moment waarop je jouw verhaal los moet laten. Streef niet naar perfectie, want aan ieder verhaal valt wel iets op te merken. Zoals Leonardo da Vinci ooit zei: ‘Art is never finished, only abandoned.’

5. Er zijn altijd betere schrijvers

Veel schrijvers kampen met onzekerheid. Omdat je weet dat er toch altijd betere schrijvers zullen zijn, praat je jezelf aan dat het een goede reden is om maar gewoon niet te beginnen. Maar bedenk dat ook de beste schrijvers twijfelen, dat ze hun eigen teksten nooit goed genoeg vinden.

Hoe beter je wordt in iets, hoe meer fouten je in je werk gaat ontdekken. Toegeven aan de onzekerheid kan erg destructief werken. De eerste stap om ermee om te gaan en te leren van fouten, is door te weten dat je niet de enige bent die zich zo voelt. Laat die twijfels links liggen en schrijf door. Schrappen en herschrijven kan altijd nog.

Door: Reinoud Schaatsbergen