De observerende schrijver: ik zie…een ander medium

Observeren is een belangrijke vaardigheid van schrijvers. Maar met alleen iets opmerken ben je er nog niet. Je moet ook weet hebben van associaties die bij je waarnemingen opkomen en hoe je daar een mooie verhaalopzet mee kan maken of clichés kan voorkomen. Deze week in de serie: ‘De observerende schrijver’: ik zie… een ander medium.

Boek versus film

Het is de eeuwige discussie: is het boek altijd beter dan de verfilming? Het eerlijke antwoord is: dat is appels met peren vergelijken. Je kan in een twee uur durende film nu eenmaal niet de eindeloze subplots van een boek in beeld brengen. Andersom geldt ook: wat een filmkijker in een enkele tel kan zien, kost de lezer langer om te bevatten: in de sjieke kamer was de sfeer om te snijden werkt in theorie, maar het is beter als je omschrijft wat voor meubels die kamer dan zo luxe maken en hoe ongemakkelijk iedereen zich beweegt. Dat kost al gauw meerdere regels en gaat dus trager.

Probeer in plaats van te denken welk medium beter is, wat de andere technieken zijn die je moet gebruiken als je voor iets anders schrijft dan een boek. Zolang er een verhaal in het medium voorkomt, kan je het gebruiken. Denk aan een film, maar zeker ook aan reclamespotjes met een grapje erin, videogames of zelfs een hoorspel.

Schrijftechnieken observeren

Een ander medium is bij uitstek een manier om te zien hoe een schrijftechniek er in de praktijk uitziet. Of liever: kan jij zien hoe die techniek is gebruikt in het schrijven van dit script? En waarom dat hier (niet) werkt of beter zou werken bij een ander medium?
Een voorbeeld: show, don’t tell is een belangrijke schrijftechniek voor in een boek.
Als je zegt: “Ik heb verdriet,” spreekt dat minder tot de verbeelding dan wanneer je schrijft dat de tranen over de wangen lopen. Het woordelijk uitspreken van verdriet is in een boek al op het randje. Stel je nu eens een filmscène voor waarin je de acteur zíet huilen en hij deze tekst ook nog eens zegt. Dat is óver het randje, want nu is het dubbelop. Aan de tekst verandert er niets, maar omdat je met een ander medium van doen hebt, moet je dus ook dingen anders (om)schrijven.

Denk aan dingen als:

  • In een film kan je niet woordelijk de gedachten van je personage weergeven.
  • In een videogame kan je niet één lineair verhaal vertellen. Geef de gamer de controller en die gaat linksaf waar jij hoopte dat die rechts zou gaan…
  • In een boek kan de verbeelding de overhand krijgen. Een film betreft beeld en stuurt daarmee ook de aandacht en verbeelding  enigszins.
  • Een reclame voor een voetbalwedstrijd werkt niet als je nog gaat uitleggen hoe fantastisch de sport zelf is. (Lees: hier ligt de focus op verkopen, niet op beschrijven van een voetbalwedstrijd zelf.)

Schrijf eens op in je opschrijfboekje wat je zoal opvalt aan deze verschillende manieren van schrijven voor verschillende media.

Klaar om anders te schrijven

Nu je weet waarom en hoe er andersp moet worden geschreven bij verschillende media, kan je dat in je voordeel gebruiken. Weet je dat je sfeeromschrijving vooral abstract op te schrijven bij een filmscript? Kijk dan eens welke woorden je dacht nodig te hebben voor een boek. Misschien kan je er heel wat schrappen. Dat komt dan ten goede van je schrijfstijl in je boek: zo ben je al alerter op wollig taalgebruik.

Het op deze manier observeren van schrijftechnieken kan je helpen de jouwe te verbeteren.   

Over de auteur

Nadine van de Sande is freelance copywriter en schrijfster. Op verhaalentaal.blog post ze wekelijks een uitgebreide tip voor creatief schrijven. Daarnaast doceert ze een cursus autobiografisch schrijven bij de Ondernemersschool. Als manuscriptredactrice en schrijfcoach helpt ze schrijvers het beste uit hun werk te halen.