Afbeelding

Gele bloem

Valeriia Miller via Pexels

De observerende schrijver: Ik zie… iets moois

Observeren is een belangrijke vaardigheid van schrijvers. Maar met alleen iets opmerken ben je er nog niet. Je moet ook weet hebben van associaties die bij je waarnemingen opkomen en hoe je daar een mooie verhaalopzet mee kan maken of clichés kan voorkomen. Deze week in de serie: ‘De observerende schrijver’: Ik zie... iets moois.    

Denk aan iets moois en schrijf het meteen op, zonder te veel na te denken. Bekijk je resultaat. Vraag nu aan tien mensen of zij dat ook mooi vinden. Misschien wel, om dezelfde of andere reden, of helemaal niet. Het punt is: iets moois is subjectief en toch is het jouw waarheid. Hoe kan je die paradox gebruiken in het observeren?

Wat is mooi?

Mooi is meestal iets wat je ziet, maar voor dit artikel kan je het ook wat breder ziet. Bijvoorbeeld als prettig: een jas is mooi, niet zozeer om hoe die eruit ziet, maar om de kwaliteit van de stof waar die van gemaakt is. Anders gezegd: mooi is iets prettigs. Niet alleen voor het oog, maar ook voor de andere zintuigen.  

Mooi voor alle zintuigen

Met in gedachten dat mooie dingen niet alleen de ogen, maar ook voor de andere zintuigen, kan je wat gerichter gaan observeren. Wat zie je als je denkt: ‘mooi!’ Als je dat welbekende fijne gevoel krijgt als iets moois ziet? Wees om te beginnen alert op dat gevoel. Het hangt meestal samen met een fijn vooruitzicht. Of iets wat uitnodigt tot iets veelbelovends.

  • Een mooi ingericht huis belooft woongenot
  • Een mooi opgemaakt bord belooft een lekker gerecht
  • Een kledingstuk van een mooie stof -hoe het voelt- belooft een fijn zacht gevoel op de huis, of een mooi gevoel van zelfvertrouwen door het dragen van een sexy kledingstuk
  • Luisteren naar mooie muziek belooft ontspanning of ontroering

Iets moois observeren en iets moois schrijven

Omdat mooi iets subjectief is, komt het welbekende ‘smaken verschillen’ ook om de hoek kijken. Wat het ook is dat jij – namens je personage- mooi noemt, moet je dus feitelijk benoemen. Denk bijvoorbeeld aan mooie blauwe ogen. Het is makkelijk om dan te denken dat iedereen snapt wat je bedoelt. Mooie blauwe ogen zijn niet voor niets een cliché van schoonheid. Maar er zijn mensen die groene ogen mooier vinden en er zijn blauwogige mensen wiens ogen helemaal niet zo mooi zijn: bijvoorbeeld omdat het ijskoude karakter van die persoon erin worden weerspiegeld. Vergeet dus vooral niet om te zeggen dat déze blauwe je personage doen denken aan iets heel geruststellends, zoals kabbelende beekjes of dat het de meest diepblauwe ogen zijn die je personage ooit zag.

Daarom moet je dus heel specifiek zijn in het hoe en waarom je personage dat moois als mooi ervaart. Om dat goed te kunnen doen, moet je je personage al goed kennen. Dat zorgt er ook voor dat je niet in nietszeggende clichés verzandt als de bovengenoemde over blauwe ogen. Je kan dan in de plaats daarvan iets uniekers omschrijven. Zoals waarom je personage een vogelaar is en helemaal gek is van roodborstjes in het bijzonder. Niet alleen vanwege de kleur van het beestje, maar ook zijn grootte en vriendelijke voorkomen.

Als je leert te kijken naar wat jij en je personage mooi vinden, kan je dat helpen om de wereld waarin je personage leven ook wat extra kleur te geven.

Over de auteur

Nadine van de Sande is freelanceschrijfster. Op verhaalentaal.blog post ze wekelijks een uitgebreide tip voor creatief schrijven. Daarnaast doceert ze een cursus autobiografisch schrijven bij de Ondernemersschool. Als manuscriptredactrice en schrijfcoach helpt ze schrijvers het beste uit hun werk te halen.