Afbeelding
Foto: Vera Arsic op Pexels
Foto: Vera Arsic op Pexels
Het ene moment zijn ze heel vrolijk, het andere moment snauwen ze iedereen af. Wispelturige personages bestaan, net als wispelturige mensen. Een constante verandering in hun emoties maakt ze heel realistisch, maar mogelijk ook irritant. Hoe schrijf jij een wispelturig personage zonder dat je lezer het boek scheldend weggooit?
Zorg ervoor dat het humeur niet te vaak omslaat. Iemand die in een dialoog drie keer van mening verandert zou in het echt kunnen bestaan, maar is in een verhaal alleen bij uitzondering geoorloofd. Namelijk als het er echt om gaat dat dit personage absoluut niet weet wat ze willen. Indien dit niet het geval is, beperk dan de verschillende emotionele uitbarstingen.
Beperk daarnaast de extremiteit en het drama. Iedere keer dat een personage vrolijk is, maar ook bang hoeven ze niet eerst te zingen en dan te huilen. Juist door kleine dingen kan je emoties verraden zonder dat het personage direct ‘all over the place’ is. Iemand kan blij en verdrietig tegelijk zijn. Lachen en huilen gaan samen, maar dat kan net zo goed een glimlach en een geluidloze traan zijn.
Als je personage toch omslaat qua mening kan dat natuurlijk als ze er een reden voor hebben. Een voor de hand liggend voorbeeld is de externe factor. Als je personage bijvoorbeeld slecht nieuws te horen krijgt, dan mogen ze omslaan zonder dat het irritant wordt.
Daarnaast kan je personage bijvoorbeeld kwaad zijn en proberen dit te onderdrukken, maar uiteindelijk komt dit toch naar boven. Er is dan wel degelijk een reden voor het omslaan van de emotie: ze kunnen het niet meer inhouden. Zorg ervoor dat je dit duidelijk maakt met lichaamstaal, zoals gebalde vuisten of een stem die steeds luider wordt. Laat de woede al stukje bij beetje zien voor het personage uitbarst, zo komt het voor de lezer niet uit de lucht vallen.
Niet alles hoeft op één bladzijde te gebeuren. Neem de tijd om de emotie beetje bij beetje te laten veranderen. Als dit in een dialoog gebeurt, kan je tussendoor de dialoog ‘pauzeren’ en in het hoofd van je personage kruipen. Wat gaat erin om? Zoals dit artikel uitlegt, is het belangrijk om diepgang in je personages te hebben. Hoe is hun ontwikkeling? Wat denken ze en waarom worden ze precies nú boos? Door opbouw en onderbouwing zal je lezer het een stuk beter begrijpen. Begrip zorgt er meestal voor dat het personage sympathieker gevonden wordt.
Wil je een wispelturig personage dat je lezer wel leuk vindt? Er zijn veel innerlijke paradoxen die het vaak goed doen. Bijvoorbeeld de held die vanbinnen erg bang is, een moordenaar die zich juist heel vriendelijk gedraagt of de bandiet met gewetenswroeging, of andere paradoxen. Zulke paradoxen creëren een conflict in je personage waar de lezer sympathie voor op kan brengen. Ook zorgen ze voor een duidelijk innerlijk conflict in je personage. Het scheelt als ze niet ‘zomaar’ alle kanten opgaan met hun wispelturigheid.
Je lezer vergeeft een personage hun wispelturigheid sneller als ze hen mogen. Zorg dus dat ze iets leuks in zich hebben. Iemand die snel van onverschillig naar boos gaat, kan bijvoorbeeld een duistere humor hebben die hun woede-uitbarstingen humoristisch maakt. Ook kan het zo zijn dat ze bij specifieke personen wel hun emoties onder controle hebben, of alleen in bepaalde situaties heftig reageren. Lees hier wat je nog meer kan gebruiken om te zorgen dat de lezer je personage leuk vindt.
Elk nummer een nieuw schrijfthema.
55% korting voor abonnees van Schrijven Magazine!
Meld je aan voor de Schrijven Nieuwsbrief.
Abonnees profiteren van extra voordelen.