5 tips en tricks voor het schrijven van episch Sinterklaasgedicht

Het is weer die gezellige tijd van het jaar. Sinterklaas komt steeds dichterbij, met strooigoed, cadeautjes, surprises en natuurlijk gedichten. Elk jaar worstelen mensen weer met het verzinnen van iets nieuws, want “De Sint zat te denken wat hij aan jou kon schenken” klinkt inmiddels wel heel herkenbaar. Daarom vind je hier vijf tips en tricks die van jou gedicht een echt kunstwerk maken, klaar om iedereen te raken.

Tip 1: Begin met iets persoonlijks

Voordat je überhaupt een woord op papier zet, bedenk goed wie de ontvanger is. Denk aan hun persoonlijkheid, hobby’s, favoriete eten, eigenaardigheden of zelfs kleine gewoontes. Een gedicht dat persoonlijk is voelt meteen warmer en grappiger aan, omdat de lezer zich herkent.

Hoe je dit doet:

• Maak  een korte lijst van 3 tot 5 dingen die je over die persoon weet.
• Kies één of twee dingen om in je gedicht te verwerken, anders wordt het rommelig.
• Voeg eventueel een klein verhaal of anekdote toe voor extra charme.

Voorbeelden:

Voor een collega die altijd koffie drinkt: “Sint zag jou deze week weer met je mok in de hand, de koffie vloeit rijkelijk, zoals alleen jij dat kan.”
Voor een vriend dat veel op zijn kamer zit: “Jij die altijd racet naar je kamer, misschien moet het soms allemaal wat langzamer.”

Tip 2: Speel met rijm en ritme

Een rijm geeft je gedicht een vloeiend, muzikaal gevoel en maakt het leuk om hardop voor te lezen. Je hoeft geen ingewikkelde woorden te gebruiken. Simpele eindrijmen zijn vaak het meest effectief. Daarnaast kan ritme het gedicht speelser maken, korte zinnen afwisselen met langere zinnen houdt de aandacht vast.

Tips voor rijm:

• Eindrijm : de laatste woorden van zinnen rijmen (bijv. “pret – zet”).
• Bij halfrijm klinken woorden ongeveer hetzelfde, maar ze rijmen niet helemaal zoals bij volrijm. Er is dus wel een klankovereenkomst, maar die zit slechts in een deel van het woord. 
• Binnenrijm: woorden in dezelfde zin rijmen (voor iemand die altijd goede cadeaus geeft: “Sints zat op de troon en dacht, die kroon verdien ik niet.”).
• Binnen het halfrijm maken we onderscheid tussen twee vormen:

1. Klinkerrijm (assonantie): Bij klinkerrijm komen alleen de klinkers overeen. De medeklinkers verschillen.
2. Medeklinkerrijm (consonantie): Bij medeklinkerrijm komen alleen de medeklinkers overeen, terwijl de klinkers verschillen.

Voorbeeld:

“Chocolade en pepernoten, verpakt met zorg en pracht,
de Sint lacht zacht, de nacht wordt verwacht.”

Door korte en langere zinnen af te wisselen, blijft het ritme levendig en natuurlijk .

Tip 3: Gebruik humor en kleine plagerijtjes

Humor is een van de krachtigste middelen in een Sinterklaasgedicht. Het hoeft niet grof of kwetsend te zijn, juist de kleine, herkenbare plagerijtjes maken het leuk. Overdrijf iets om het komisch effect te versterken.

Hoe humor te gebruiken:

• Kijk naar  kleine gewoontes of eigenaardigheden van de ontvanger.
• Overdrijf voor komisch effect.
• Voeg een grappige vergelijking of metafoor toe.

Voorbeelden:

“Boeken  lezen, daarin heb je geen zin, Maar een film op Netflix, daar duik je altijd snel in!"  

“Je rent, je holt, je vliegt, je draaft. Je lijkt wel aan je werk verslaafd."

Tip 4: Maak een verrassende wending

Begin met een bekende opening of cliché en gooi het dan op z’n kop. Dit zorgt ervoor dat de lezer blijft opletten en maakt het gedicht memorabel.

Hoe een wending te maken:

• Begin met een standaardzin zoals: “De Sint zat te denken…”
• Voeg dan een grappige of onverwachte wending toe: iets absurds, iets onverwachts uit hun leven, of een grappige wens.
• Wissel tussen serieus en speels om het ritme verrassend te houden.

Voorbeelden:

“De Sint zat te denken wat hij jou kon schenken,

toen hij ineens dacht: misschien een brein om mee na te denken!”

“Je houdt van lezen, dat weet de Sint heel goed,

maar dit jaar dacht hij: probeer eens iets lekkers in plaats van een boek.”

Tip 5: Sluit af met een mooie rijm

Het einde van je gedicht is cruciaal. Het moet een gevoel van afronding geven en een glimlach achterlaten. Een rijmende afsluiting werkt het best, maar je kunt ook een speelse of warme boodschap toevoegen.

Tips voor een goede afsluiting:

• Eindig  met een wens of compliment.
• Gebruik een rijm dat makkelijk te onthouden is.
• Zorg  dat het positief en vrolijk voelt, zodat de lezer tevreden het cadeau opent.
• Je kan wellicht op het einde hinten naar het cadeau dat de ontvanger gaat uitpakken.

Voorbeelden:

“Met dit presentje wil ik zeggen, blijf lachen en bewegen,

want Sinterklaas denkt aan jou, elke dag en in elke regen.”

“Geniet van dit kleine geschenk, hopelijk brengt het plezier,

en denk aan de Sint, die lacht om  jou, keer op keer.”