Bij spreken in het openbaar gaat het in essentie om twee dingen: Je moet echt iets te vertellen hebben en je toehoorders moeten merken dat het je veel waard is ze voor je woorden te winnen. Daar gaat dit boek je bij helpen. Alles passeert de revue: Van ‘waar haal je je ideeën vandaan’ tot ‘wat als het misgaat?’. Je leert van alles over melodieuze zinnen, moeilijke zalen, spreken aan het graf, je stem, je humor en je articulatiemacht. Dit is een boek over het schrijven en houden van toespraken die nagloeien. Een spannende vorm van verleidingskunst, waaraan je verslaafd kunt raken. Jan Haasbroek is zo’n junk. In een zaal verveelt hij zich stierlijk, maar zet hem op een podium en hij slaat aan het overtuigen, inpalmen, ontregelen en verleiden. Hij blijft onderzoeken wat hij met woorden kan uitrichten. Daardoor weet hij als geen ander hoe je wildvreemde mensen en lastige zalen kunt bespelen. Als het hem niet lukt om je schrijf- en spreeklust aan te wakkeren, lukt dat niemand.