Afbeelding

wind, schrijfwoordenboek, personificaties

Pixabay

Zo gebruik je personificaties op een stijlvolle manier

Als schrijver heb je waarschijnlijk ooit wel eens een keer iets geschreven zoals: “De wind huilt”, “het hout kreunt” of “het boek vertelt een spannend verhaal”. Al deze voorbeelden zijn stuk voor stuk omschrijvingen waarin levenloze objecten iets doen. Deze week bespreken we personificatie bij het schrijfwoordenboek.


Wat is een personificatie?

De definitie van “personificatie” volgens het woordenboek Van Dale is: “Voorstelling van iets als een persoon (bv. Vadertje Staat).” Personificaties zien we overal. In verhalen worden personificaties vaak gebruikt als een stijlelement: “Jan ging zitten in de kreunende schommelstoel van oma en sloeg het boek open. Het verhaal dat hij las greep hem direct bij de keel en liet hem niet meer los.” De levenloze objecten worden dus omschreven alsof ze zich gedragen als mensen. Maar we zien personificaties ook veel verschijnen buiten de literatuur en lectuur. Denk bijvoorbeeld aan steden, instanties en organisaties. “In de race voor het sponsorschap loopt Amsterdam voorop.”

Stijlvolle personificaties

Een goede personificatie is er een die niet te veel afleidt of opvalt. Je kan dit voorkomen door goed te letten op het werkwoord dat je kiest. Een personificatie zoals “De pianoklep viel dicht en beet op de handen van de pianist” klinkt gek. Dit is omdat het werkwoord “bijten” een echt menselijke actie uitdrukt. Ook is het niet slim om voorwerpen emoties toe te wijzen: “Het kussen was blij” is een personificatie die moeilijk te bevatten valt. Want wat bedoelt de schrijver met een “blij kussen”? Probeer daarom vooral de personificaties logisch te houden en zo vrij mogelijk van menselijke elementen zoals emoties of mening. Binnen deze grenzen kan je dan proberen om creatief te zijn. Zo zijn clichés als “de huilende wind” en “het kreunende hout” al erg vaak gebruikt. Een uniekere manier om aan te geven dat er wind is zou bijvoorbeeld de volgende zin kunnen zijn: “De jurk sloeg om haar benen heen.”

Als je personificaties liever niet gebruikt als stijlelement kan je ze ook prima herschrijven. In dit geval kan je twee dingen doen. Ten eerste kan je een minder menselijk werkwoord kiezen. Zo kan je de zin “Het boek vertelt een spannend verhaal” herschrijven naar “Het boek gaat over een spannend verhaal”. Daarnaast kan je ook een persoon introduceren. In dit geval kan je schrijven: “Jan vertelt een spannend verhaal” of “Jan vindt het verhaal spannend.”