UKV's van de week: Zwanenzang en De jogger in het park

Iedere week zetten wij vijf ultrakorte verhalen in de schijnwerpers. Wil jij ook een ultrakort verhaal schrijven? Doe mee in onze Facebookgroep.


Jan Poldervaart - ZWANENZANG

25 juli

Mijn lief, ik schrijf langzamer dan ooit. Mijn hand weigert soms, maar mijn hart weet de weg.
Er groeit iets in mij dat niet meer stopt. Kwaadaardig, zeggen ze.
Alsof ik dat zelf nog niet voelde.

We deelden liefde, emoties, gevoelens.
Lagen open op papier, jaar na jaar.
Jij kent mijn verlangens beter dan mijn bedgenoot.
Mijn naaktheid voelde je, in woorden.

Straks verdwijn ik langzaam vanuit mijn hoofd naar stilte.
Ik wil dat je verdergaat. Niet met verdriet, maar met alles wat we waren en deelden.
Mijn zwanenzang, in laatste inkt.
Geef geen antwoord meer, alsjeblieft.
Jouw liefste.

Nathalie Lemaitre - Heartbreak

26 juli

Daar was hij in de supermarkt wat rekken aan het vullen: de man met de prachtige kuiten, de man met de stralende glimlach, de man van wie z’n neusje zo schattig rood kleurt wanneer hij verkouden is.
Mijn supermarktschat!

Hij keek me aan. Zijn gezicht straalde.
Mijn hart sloeg een paar tellen over.
Zou dit mijn geluksdag zijn?
Met zijn armen wijd opengesperd liep hij op me af:
“Heeeeyyyy!!! Da’s lang geleden!!!! Zo blij van je nog eens te zien!”
Ik wist niet wat gezegd of gedaan.

Hij knuffelde en kuste

de oudere dame die achter mij stond.

Jacqueline Van Meerten - De jogger in het park

26 juli

Alaric zag hem al van ver komen, de dispuutsvriend die ooit zijn grappen ving alsof ze kostbaar waren, hem vroeger omhelsde na nachtelijke avonturen vol wijn en woorden. Nu een topadvocaat, strak in zijn pas, deals sluitend met dezelfde vanzelfsprekendheid waarmee hij vroeger een grap de ruimte in wierp. Zijn pas raakte de grond gelijkmatig, het lichaam bewoog soepel, alsof niets was veranderd. Een korte zwaai, een knik en hij rende door zonder echt te kijken. Wie Alaric nu was, zonder kunstjes of vrolijkheid, slechts het depressieve gewicht van gedachten, kon hij niet zien.

Jup Goffin - Het ultieme

29 juli

In een land waar hij eerst het bestaan niet eens vanaf wist, liep hij in een rimboe patrouille, gewapend en bang. Zijn jeugd thuis was hem ontnomen en had hem oud gemaakt voor zijn leeftijd, de uitwerking van de wereldoorlog.
Nu mocht hij het vaderland verdedigen tegen een vijand die hij niet kende en misschien nooit zou leren kennen.
In de laatste brief aan zijn ouders noemde hij het een zonnig paradijs met vriendelijke bevolking. Hij bespaarde hen de bittere waarheid, ze hadden al genoeg geleden.
Hij bad dat het niet werkelijk zijn laatste brief zou zijn.

Bob Faber - Dunya

29 juli

‘Dunya…,’ roept ze nauwelijks hoorbaar. Ze hoort alleen haar eigen stem. In de verte klinkt vaag het gedreun van geschut.
Om haar heen slechts kapotgeschoten huizen. Een hond zoekt tussen het puin iets eetbaars. Het vermagerde beest trekt aan iets, waar ze niet naar wil kijken. Te gruwelijk. Apathisch sluit ze zich af voor de geur van dood en verderf.
‘Dunya,’ fluistert ze nogmaals. Ze kan niet weg van de plek waar haar kind door een bende dronken soldaten is ontvoerd en verkracht.
Naast haar stopt een 4WD. Een hulpverlener stapt uit en slaat een arm om haar heen.