Afbeelding

personen

August de Richelieu via Pexels

UKV’s van de week: Titulatuur en titels

Conny Hoogendoorn – Instellingen

5 november

Eerst dat grijze radertje, zie je wel? En bij Bluetooth zie je dan je nieuwe speaker staan. Nu kan je Spotify afspelen als je thuiswerkt.’
Hij kijkt me glazig aan. ‘Spotify?‘
Mijn man van de wereld heeft van techniek geen kaas gegeten.
‘Draadloos.’ Ik glimlach. ‘Ik sluit hem wel aan.’
Zijn telefoon bromt.
‘Je wordt gebeld, schat,’ zeg ik en sluit de deur van zijn werkkamer achter me.
Maar niet snel genoeg om de stem te herkennen die door zijn verjaarscadeau schalt.
‘Hai geile beer,’ kirt zijn secretaresse. ‘Kom je gauw? Dan zal ik je eens heerlijk feliciteren.’

Marion Reeuwijk-Remmerswaal – Titulatuur

7 november

Ze hebben allemaal een titel in de familie, het komt niet in hun hoofd op dat een kind van hen niet wil studeren.
'Wij worden met de nek aangekeken, is dat wat je wil?' schreeuwt vader boos.
'Waarom neem je niet een jaartje een sabbatical om je beslissing te herzien,' oppert moeder bemiddelend, terwijl ze verwoed aan de thermostaat draait. 'Die verwarming is echt kapot vader, bel nog eens een keer.'
'Dat heeft geen zin, ze hebben gewoon geen personeel.'
'Daarom dus,' zegt Berend. 'Niemand zit te wachten op een professor. Ze willen een installateur!'

Erik Uniken – openbare Werken

8 november

Rond achten was het, bij de vijver in het Jozefpark. De bulkige aanhanger achter mijn tractor is een hongerig ding. Het zuigt bladeren alsof het dagenlang niets heeft gegeten. 
Uit het water stak een kabouterhoofd met aan weerszijden een opgestoken wijsvinger. 
‘Is dat niet veel te koud?’ vroeg ik.
‘Neen, ik draag een winterjas. En zoudt u mij verder met rust willen laten? Ik poedel voor mijn verpozing.’
’t Was mij best. 
De bladerbult was fors. Ik deed oorkleppen op, greep de zuigbuis en startte de motor. Puntmuts stopte zijn vingers in de oren en zonk lamlendig onder water.

Rom Molemaker – Titels

8 november

Er bestaat geen enkele aanleiding om hem van wat voor titel dan ook te voorzien. Zijn leven kent geen andere carrières dan de achttien maanden durende klim naar soldaat der eerste klasse in het leger, volbrenger van de Vierdaagse in het leger der wandelaars, één keer de 5.000m. binnen twintig minuten in het leger de trimmers en nu en dan een schijnwerpertje in het leger der UKV-schrijvers.
Hij lijdt er niet onder.
Gij zult niet begeren is zijn motto.
Als hij de lijst ziet van bestaande aanspreekvormen wendt hij zich duizelig af.
Daar wordt hij namelijk titulatureluurs van.

Remke Jansen – Lekker belangrijk

9 november

‘Hij is van de buren,’ zegt de elfjarige ik. ‘En hij is krols.’
De man lacht. ‘Een krolse hond bestaat niet.’
‘O,’ zeg ik en dan trekt de hond ineens bijna mijn arm uit de kom. Hij sprint weg en ik moet mee.
De man rent achter me aan. ‘Laat los!’ roept hij.
Ik mag niet loslaten. Het is de hond van de buren.
‘Een hond is niet krols, een hond is loops!’ hoor ik de man roepen. ‘Katten zijn krols…’ Zijn stem sterft weg. Hij is gestopt met rennen, denk ik. Gelukkig. Bemoeial. Hij is zelf loops.